Op 17 februari 2013 werd in Huldenberg een zeldzaam mos gevonden: het Schermlevermos. Dit is de tweede vindplaats voor Vlaams-Brabant sinds 2000. Op Vlaams niveau gaat het om de 3e vindplaats sindsdien en de 5e vondst ooit. Op deze nieuwe plaats gaat het om een uitzonderlijk grote populatie. Door het beperkt aantal geschikte groeiplaatsen in Vlaanderen, beschaduwde steilkantjes op kalkrijke leembodem, is dit mos zeer zeldzaam en het gaat wellicht achteruit.
In februari, tijdens één van de zoektochten naar mossen, werd op een muurtje in een bosrijke en vochtige omgeving een helgroen, bladvormig (thalleus) levermos met jonge sporendragers gevonden. Wat opviel aan dit mos was een thallus zonder netvormige structuur, met donkere randen, duidelijk opgezwollen ademopeningen en ronde kussenvormige voortplantingsorganen.
Een deel van het mos werd ingezameld en meegenomen voor verdere determinatie. Met de bovengenoemde macroscopische kenmerken en dit formaat kwamen ze vrij snel bij Schermlevermos (Reboulia hemisphaerica) uit. Net zoals de determinatiewerken beschrijven, zijn de sporenkapsels aanwezig maar verschilt de standplaats (hier een muurtje langs een beek in plaats van lemige bodem) lichtjes. Omdat dit mos als zeer zeldzaam op waarnemingen.be staat en slechts één waarneming in Wallonië heeft, werd deze vondst als onzeker gemeld. Bovendien werd op dat moment nog geen microscopisch onderzoek gedaan.
Kratervormige porie met 6 concentrische cirkels met 6 tot 9 cellen (Tekening: Vanden Berghen C.)
Kort daarna kon Joost Reyniers, de validator voor mossen op waarnemingen.be, bevestigen dat de waarneming waarschijnlijk correct was. Om zekerheid te hebben, moesten de poriën microscopisch bekeken worden. De kraters van de ademopeningen vertonen onder de microscoop (bij 400 x vergroting) 3 tot 6 concentrische cirkels bestaande uit 6 tot 9 cellen. Door het natte materiaal onder een microscoop te bekijken, waren de ademopeningen goed zichtbaar en werd de determinatie bevestigd.
Volgens de gegevens uit de Floradatabank zou dit de tweede recente vindplaats voor Vlaanderen (na 2000) betekenen en de vijfde vindplaats ooit. De twee oudste waarnemingen dateren al van rond de vorige eeuwwisseling en werden in de jaren 80 niet herbevestigd. Dit mos is een Rode Lijstsoort in Nederland en Duitsland. In België bestaat er (nog) geen Rode Lijst voor mossen. In Baden-Würtenberg wijt men de achteruitgang van dit mos voornamelijk aan eutrofiëring (toename van nutriënten), intensifiëring van de landbouw, verdwijnen van bos, overmatige betreding en het overgroeien van de standplaatsen na stopzetting van extensieve begrazing.
Tekst: Paul Nuyts en Krista De Greef
Foto: Paul Nuyts
Tekening uit Flore Générale de Belgique Volume I. – Fascicule I van Vanden Berghen, C., 1955.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief