Er zijn in ons land ongeveer 560 soorten micro-nachtvlinders die minerende activiteit vertonen. Er zijn soorten die hun hele leven als mineerder leven en één lange gang of vlek maken. Andere leven slechts een korte tijd in een mijn. Bvb de rupsjes van de lindeooglapmot (Bucculatrix thoracella) maken eerst een kleine gang in de bladeren van linde, om daarna vrij te leven aan de onderkant van de lindebladeren totdat ze verpoppen. Er zijn ook soorten die verschillende mijnen maken, bvb de rupsen van steltmotjes uit het genus Caloptilia. Deze maken eerst een epidermale gang: een gang in de opperhuid (epidermis) van het blad; daarna maken ze een onderzijdig blaasmijntje dat trekken vertoont van een vouwmijn. Wanneer de rupjes dan groter zijn, maken ze aan de rand van het blad een omslag waarin ze verder leven, deze omslag verlaten ze regelmatig om een nieuwe te maken totdat ze gaan verpoppen. Dit toont de diversiteit aan soorten bladmijnen en mineerders die vaak ongemerkt onder onze neus aanwezig zijn.
Bladmijnen zijn vrij gemakkelijk te vinden, vooral als je enige kennis hebt van planten, bomen en struiken. Dankzij websites zoals bladmineerders.be kun je veel soorten snel identificeren, vooral omdat je eenvoudig kunt zoeken op waardplant. Deze site biedt duidelijke uitleg en helpt bij het op naam brengen van veel bladmineerders.
Toch blijft het lastig om sommige soorten correct te determineren, ondanks de beschikbare hulpmiddelen. Sommige bladmijnen vertonen namelijk vergelijkbare kenmerken, waardoor een nauwkeurige identificatie uitdagend kan zijn.
Er is op gebied van de verspreiding van deze moeilijke soortengroep al heel wat werk verzet in de voorgaande jaren. Toch zijn er nog heel wat gebieden waar bepaalde soorten nog niet zijn gemeld. Komen ze er niet voor of is er gewoon niet naar gekeken?
Waarnemingen.be is een populair platform waarin vele duizenden waarnemingen uit het hele land terechtkomen. Daartussen zitten vaak foto’s van bladmijnen. Een groot deel daarvan is op basis van een goeie foto wel op naam te brengen. Maar dan moet de foto wel correct zijn genomen anders is het zeer moeilijk om een soort op naam te brengen.
Vooraleer je een foto op waarnemingen.be wil posten moet je kijken of je wel een bladmijn vasthebt. De meeste rupsen eten het blad volledig op, maar sommige andere soorten, de bladmineerders, leven tussen de 2 bladhelften en eten daar gedeeltelijk of volledig het parenchym (het vulweefsel onder de opperhuid van het blad) weg of leven slechts van de epidermiscellen. Ze vreten dus het blad niet volledig weg en gebruiken zo het blad als onderdak om te overleven. Doordat ze de binnenkant wegvreten ontstaan holtes tussen de twee bladhelften en dat noemen wij bladmijnen. Niet elk bruin vlekje op een blad is veroorzaakt door een minerend insect.
Waar moet je op letten als je een foto neemt:
1. Bij gangmijnen of vlekmijnen neem je een foto in doorlichting. Houd het blad tegen de zon in. Dan is het frass (uitwerpselen) van de rups goed te zien. Ook het patroon van de frasslijn is belangrijk voor determinatie. Ook als de rups nog in de mijn aanwezig kan die diagnostisch en belangrijk zijn voor juiste determinatie.
2. Bij mijnen waarbij geen gang of frass te zien is of waarbij je alleen maar oppervlakkig een vouw of plooi ziet kan een foto gemaakt worden van het blad zelf. Dat hoeft niet in doorlichting. Probeer het blad volledig op de foto te zetten. Dat vergemakkelijkt de determinatie. Heel vaak wordt het soort boom of struik verkeerd ingegeven op waarnemingen.be, of zelfs totaal niet, waardoor het onduidelijk is op welke boom de bladmijn gevonden is.
3. Kijk goed of het blad dat je vasthebt wel een mijn is. Soms zijn er beschadigingen, brandvlekken, schimmels en andere zaken die helemaal niet afkomstig zijn van een vlinderrups. Op onderstaande foto’s is nergens een vlindermijn te zien. Rupsen laten vaak uitwerpselen achter in de bladmijn (frass).
4. Doe een schatting (of telling) van het correcte aantal. Vaak wordt er als aantal "1" ingegeven, terwijl er vaak tientallen of soms zelfs duizenden mijnen aanwezig zijn. Je kan je waarneming aanpassen naar een hoger getal, bijv. "1000", om aan te geven dat het er echt veel waren. Exact tellen is in zo'n geval vaak onmogelijk. In Obsmapp of op de website kan je in het veld 'telmethode' dan 'schatting' selecteren. In ObsIdentify kan je helaas het aantal niet meteen aanpassen (dat kan je achteraf op de site, als de waarneming geüpload is).
Het bestuderen en documenteren van bladmijnen biedt niet alleen inzicht in de diversiteit en ecologie van deze insecten, maar draagt ook bij aan een breder begrip van plant-insect- interacties. Door nauwkeurige waarnemingen en foto's te delen via platforms zoals waarnemingen.be, kunnen we gezamenlijk bijdragen aan het uitbreiden van onze kennis en het verbeteren van de determinatie van deze vaak over het hoofd geziene groep nachtvlinders. Het is van essentieel belang om goed op de details te letten en te zorgen voor duidelijke, informatieve foto's om de nauwkeurigheid van de identificaties te waarborgen. Op deze manier kunnen we de rijkdom aan bladmijnen in onze omgeving beter begrijpen en waarderen, en zo bijdragen aan het behoud van onze biodiversiteit.
Tekst: Steve Wullaert (Werkgroep Bladmineerders V.V.E.)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief