Op 22 juli en op 2 augustus 2022 werd telkens een mannetje, mogelijk hetzelfde individu, waargenomen aan de Semois respectievelijk in Chassepierre en in Lacuisine, beide in Florenville. Dit is meteen de meest noordelijke waarneming van deze soort in Europa. Het opduiken van deze soort in België valt samen met de warme zomer van 2022, toen het kwik klom tot 38,1°C in Ukkel. Niet alleen in België, maar in heel West-Europa was het toen heel warm en droog. Wellicht heeft de toen heersende hittegolf ervoor gezorgd dat die individuen zover naar het noorden zijn gevlogen.
Bij het nakijken van de libellenwaarnemingen op het invoerportaal waarnemingen.be merkte één van de validatoren van de Libellenvereniging Vlaanderen op dat een door ObsIdentify geïdentificeerde vuurlibel, helemaal geen vuurlibel is maar een oranje zonnewijzer (Trithemis kirbyi). De oranje zonnewijzer heeft inderdaad wel wat weg van een vuurlibel, maar is toch duidelijk kleiner. Mannetjes zijn net als de vuurlibel volledig rood gekleurd maar oranje zonnewijzer is vrij gemakkelijk te onderscheiden door de brede amberkleurige tekening op de voor- en achtervleugels. In tegenstelling tot de vuurlibel, is het achterlijf ook niet verbreed en ontbreekt de longitudinale zwarte lijn op het achterlijf. Op het 9de achterlijfsegment komt dorsaal wel een zwarte vlek voor. Het amberkleurige vlekkenpatroon is bij de vrouwtjes veel minder uitgebreid dan bij de mannetjes.
Kolonisatie van Europa
De eerste waarnemingen in Europa zijn afkomstig van Sardinië en enkele Italiaanse eilanden zoals Lampedusa. Daar werden enkele zwervende dieren waargenomen in 2003 en de jaren daarna. Tot vestiging kwam het niet, maar dit illustreert wel de goede zwerfcapaciteiten van de oranje zonnewijzer. In 2007 duikt de oranje zonnewijzer op in de buurt van Malaga (Spanje) waar de soort zich wel snel weet voort te planten. Van daaruit verspreidt ze zich eerst via de warme kust van de Middellandse Zee noordwaarts om nadien het binnenland van Spanje te koloniseren. De kolonisatie van Spanje verloopt snel, zeer snel zelfs. Op amper 5 jaar weet de soort de Ebrovallei in Noordoost-Spanje te bereiken en komen er lokaal populaties voor. De jaren daarop wordt ze waargenomen tot aan de voet van de Spaanse kant van de Pyreneeën. In 2017 duikt ze zowel in Spaans-Baskenland, het noorden van Catalonië als in Frankrijk op. Deze nieuwe uitbreiding blijkt vrij synchroon te lopen met de hittegolf die toen Zuidwest-Europa in de greep had. In Frankrijk werd ze vooral gezien in de Aude, maar ook in de Gard en in de Ardèche, waar ze zich op meerdere plaatsen heeft voortgeplant. Deze noordwaartse sprong van ruim 300 km suggereert dat de soort ineens grote afstanden kan overbruggen en het niet moet hebben van geleidelijke kolonisatie van nieuwe locaties aansluitend op het bestaand areaal.
Mannetje oranje zonnewijzer waargenomen in de vallei van de Semois op 22 juli 2022. (Foto: Rob Beuselinck).
Hittegolf
De waarnemingen van afgelopen zomer in de Semoisvallei, liggen op bijna 600 km van de dichtstbijzijnde populaties in Frankrijk. Dit is ineens wel een heel grote sprong noordwaarts. Er zijn tot heden geen waarnemingen bekend uit de noordelijke helft van Frankrijk. Opvallend is dat de waarnemingen in België samenvallen met een hittegolf die heerste van Spanje tot het zuiden van Zweden, inclusief België. Op 18 en 19 juli 2022 werden volgens het KMI zeer hoge temperaturen, tot 38°C, gemeten in België en dit droge, warme en zonnige weer hield aan tot bijna eind augustus. Een gelijkaardig weerfenomeen dus als in 2017 toen de oranje zonnewijzer voor het eerst opdook in Frankrijk. Meer zelfs, het opduiken van de soort in het zuiden van Spanje in 2007 wordt ook gelinkt aan het uitzonderlijke zeer warme weer dat toen over Spanje heerste.
Kans op voortplanting?
De kans dat de twee waarnemingen in België tot een vestiging zullen leiden, is evenwel zeer gering, maar zeker niet uit te sluiten. De oranje zonnewijzer plant zich zowel voor in stilstaand als stromend water, zolang die maar open en zonnig gelegen zijn. Op veel van de voorplantingslocaties komen stenen en rotsen voor en ze worden verder gekenmerkt door de geringe tot zelfs volledige afwezigheid van vegetatie op de oever. Naast natuurlijke biotopen plant de oranje zonnewijzer zich ook voort in kunstmatige habitats zoals fonteinen in steden, zwembaden, betonnen drinkbakken en waterreservoirs. Veel heeft de soort dus niet nodig, zolang het maar snel warm kan worden. Afwachten wat de komende jaren zullen geven …
Tekst: Geert De Knijf (INBO en Libellenvereniging Vlaanderen)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief