Klimaatverandering betekent niet alleen een toenemende gemiddelde temperatuur, maar ook meer extremen. Onderzoekers van de KU Leuven gingen na hoe twee soorten waterjuffers reageren op hittegolven. De resultaten illustreren hoe verschillend veelvoorkomende libellen met klimaatverandering kunnen omgaan.
De aarde warmt op. Als we niet de juiste maatregelen nemen, kan tegen 2100 de temperatuur op aarde gemiddeld met 4°C stijgen. Momenteel worden er veel wetenschappelijke studies uitgevoerd om te kijken hoe en of dieren kunnen omgaan met deze temperatuursveranderingen. Wat echter vaak over het hoofd wordt gezien is dat niet enkel de gemiddelde temperatuur gaat stijgen, maar ook dat hittegolven extremer gaan worden. De voorspelling is dat in de toekomst hittegolven frequenter gaan voorkomen, dat ze langer gaan aanhouden en dat ze intenser zullen zijn. Het zijn juist deze extremen die sterk zullen bepalen of dieren met klimaatsopwarming kunnen omgaan. Vooral voor waterbeestjes is dit belangrijk aangezien ze moeilijk kunnen ontsnappen aan hittegolven.
De onderzoekers bestudeerden de effecten van een lange hittegolf op de larven van twee waterjuffersoorten: het lantaarntje (Ischnura elegans) en de watersnuffel (Enallagma cyathigerum). Larven van beide soorten komen regelmatig voor in dezelfde vijvers, maar hebben een andere dieptevoorkeur. Het lantaarntje prefereert voornamelijk de ondiepe delen van de vijver, terwijl de watersnuffel vooral terug te vinden is in de diepere delen van de vijvers. In deze diepere en koelere delen zijn de temperatuurschommelingen kleiner dan in de ondiepere delen van de vijver. Hierdoor valt te verwachten dat de watersnuffel minder goed met hittegolven kan omgaan.
De wetenschappers verzamelden bevruchte, volwassen vrouwtjes in natuurgebieden in Vlaanderen en lieten deze vrouwtjes eitjes leggen in het laboratorium. De uitgekomen larven werden verder opgekweekt en wanneer de larven hun voorlaatste larvale stadium bereikten, werd de helft blootgesteld aan 30°C voor enkele weken. Waarom 30°C? Omdat in België een hittegolf gedefinieerd wordt als een periode van minimum vijf opeenvolgende dagen waar de temperatuur minstens 25°C bedraagt en er minstens drie dagen zijn waar de temperatuur 30°C of meer bedraagt. Ze simuleerden dus een lange hittegolf zoals we die in de toekomst kunnen verwachten.
Welke gevolgen had de hittegolf? Er was een sterk verschil tussen de soorten. Zoals verwacht had de watersnuffel meer te lijden: maar liefst 25% van de larven van deze soort stierven tijdens de hittegolf. Daarentegen stierven geen larven van het lantaarntje. Wat verder opviel was dat voor de meeste andere kenmerken deze langdurige hittegolf positieve effecten leek te hebben. Beide soorten groeiden sneller, hadden meer lichaamsvet (= energiereserve) en hun immuunsysteem werkte beter tijdens de hittegolf. Voor de watersnuffel zijn deze positieve effecten echter misleidend: door de grote sterfte tijdens de hittegolf bleven waarschijnlijk enkel de sterkste larven over. Deze studie wijst erop dat larven van de watersnuffel gevoeliger zijn aan hittegolven dan de larven van het lantaarntje. Dit kan belangrijke gevolgen hebben voor hun toekomst en hun onderlinge competitie. Beide soorten zijn momenteel algemeen in Vlaanderen maar dit onderzoek illustreert hoe de libellengemeenschappen in poelen en vennen in de toekomst kunnen veranderen onder invloed van klimaat. Je hebt winnaars en verliezers.
Wil je meer weten over libellen en libellenonderzoek in Vlaanderen? Kom dan nu zaterdag 17 maart naar de Libellenstudiedag in Mechelen (meer info en inschrijven).
Met dank aan het ANB, conservator Jan Wouters (Natuurpunt) en Limburgs Landschap vzw voor de toelating om waterjuffers te verzamelen in de beschermde natuurgebieden Torfbroek en Bergerven. Deze studie werd gefinancierd door het Fonds van Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWO).
Tekst: Marie Van Dievel (doctoraal onderzoeker), Lizanne Janssens (postdoctoraal onderzoeker) en Professor Robby Stoks – Laboratory of Evolutionary Stress Ecology and Ecotoxicology, KU Leuven
Wil je meer weten over deze studie? Zie Journal of Experimental Biology
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief