Eerder maakten we een analyse van het gevoerde natuur- en groenbeleid door de afscheidnemende beleidsploeg. De conclusie was dat het goed was, maar op een aantal vlakken beter kon en moest. In dit artikel vergelijken we het ambitieniveau van de partijprogramma’s met dit van ons verkiezingsmemorandum. Bij deze vergelijking was het mooi om te merken dat heel wat van onze voorstellen werden opgenomen in de programma’s en hoe sterk de meeste partijen het werk van Natuurpunt en onze honderden vrijwilligers naar waarde schatten. Het is duidelijk dat alle partijen het belang van groen en natuur in en rond Gent inzien, al tonen sommige partijen hierin een stuk meer ambitie en realisatiedrang dan andere.
Tekst: Anton Christiaens, bestuurder
Leeswijzer
Een eerlijke analyse maken van de partijprogramma’s is niet vanzelfsprekend. Partijprogramma’s staan vol beloften, zonder veel duidelijkheid over haalbaarheid of prioriteit. Het is een blauwdruk van het wensbeeld van de Gentse partijen, dat nadien – als partijen aan de macht komen – een reality check ondergaat en in balans komt te liggen met de ambities van coalitiepartners, met beperkende middelen (geld, capaciteit bij stadsdiensten, verplicht te doorlopen procedures) en met de bevoegdheden van andere beleidsniveaus zoals de Vlaamse overheid.
Voor dit artikel vroegen we aan de Gentse partijen om zelf een aantal prioriteiten naar voor te schuiven rond de thema’s uit ons verkiezingsmemorandum. We beperken ons in dit artikel tot de aangeleverde antwoorden, die we vergelijken met de acties uit ons memorandum. De tussentitels hieronder zijn ook de titels van de verschillende thema’s uit ons memorandum. We bespreken zes thema’s, die kortweg overeenkomen met natuuruitbreiding, natuurherstel, toegankelijkheid, ruimtelijke planning, privaat groen en het bestuursmodel waarmee de partijen alle groenambities willen realiseren.
Dit artikel is een samenvatting van de ruimere antwoorden die werden ingezonden door CD&V, Groen, N-VA, PVDA, Vlaams Belang en Voor Gent. De volledige ingevulde vragenlijsten per partij kun je onderaan dit artikel terugvinden.
Deze vergelijking van de partijprogramma’s gebeurde zo objectief mogelijk, maar is en blijft onvermijdelijk een interpretatie. Dit was soms een moeilijke en sowieso een delicate inschatting. Daarom raden we aan om de volledige partijprogramma’s door te nemen, die makkelijk online terug te vinden zijn. Hier vind je uiteraard ook de plannen terug rond andere belangrijke maatschappelijke thema’s dan groen en natuur. Ten slotte nodigen we je van harte uit voor ons traditionele en altijd inspirerende verkiezingsdebat op 26 september in de Centrale. Hier hoor je zelf de partijkopstukken aan het woord. Tijdens of na het debat kan je hen extra vragen stellen, zodat je op 13 oktober zo geïnformeerd mogelijk in het stemhokje staat (en je stem uitbrengen voor meer en betere natuur voor iedereen).
1. Natuur- en bosuitbreiding
Alle partijen geven aan dat Gent nood heeft aan verdere uitbreiding van de grote natuurgebieden in de rand van Gent. Op één partij na geven ze ook aan dat de samenwerking met Natuurpunt en zijn vrijwilligers hierin onontbeerlijk is. Enkel Vlaams Belang ziet voor natuuruitbreiding vooral een rol weggelegd voor de Vlaamse overheid (via Agentschap Natuur en Bos). Zij zijn ook de enige partij die niet duidelijk maakt welke prioriteiten ze heeft op vlak van extra natuurgebied.
De andere partijen maken hun ambities concreter: voor elk van hen is de afwerking en inrichting van de Gentbrugse Meersen als Gentse toegangspoort voor Nationaal Park Scheldevallei een prioritair dossier. Voor Gent, N-VA en Groen benoemen hierin expliciet de Moervaartvallei als op te nemen deelgebied in het Nationaal Park. De versnelde ontwikkeling van de groenpool Wonderwoud/Oud Vliegveld in het noorden van Gent is de eerste prioriteit voor CD&V, PVDA en N-VA. Groen en Voor Gent wijzen erop dat het Gentse deel van de groenpool dit jaar al wordt afgewerkt en opengesteld. Zij houden het op een sterk partnerschap bij verdere realisatiefases, aangezien de verantwoordelijkheid hiervoor in de handen ligt van de Vlaamse overheid en gemeente Lochristi. Voor Groen, N-VA en Voor Gent is de versnelde realisatie van Natuurpark Levende Leie, in samenwerking met Natuurpunt, een prioritaire actie. Groen benadert dit vanuit een ruimere visie waarbij de Schelde en Leie snoeren vormen met overstroombare, natte natuurgebieden langs de rivieren die de stad beschermen tegen overstromingen.
Voor Gent, PVDA, N-VA en Groen zien kansen in de Gentse Kanaalzone voor meer groen en topnatuur, zoals in andere Vlaamse havens. PVDA wil de stad hier samen met North Sea Port, het havenbedrijf en het middenveld laten investeren in een meer natuurrijke, kwaliteitsvolle werkomgeving. Voor Gent focust op de afwerking van de laatste koppelingsgebieden in (Rieme Oost en Oostakker Wittewalle). N-VA en Groen willen samen met North Sea Port een ambitieuze groenvisie voor de haven uitwerken, zoals dit gebeurde in de Antwerpse haven. Groen wil sterk inzetten op tijdelijke natuur via overeenkomsten met grote grondeigenaren en vrijstelling van belastingen op ongebruikte percelen als hier tijdelijke natuur wordt gerealiseerd.
De meeste partijen willen inzetten op extra bos. CD&V spreekt zich niet uit over extra bosgebied, maar focust op meer bomen in de woonwijken. Ook Vlaams Belang wil vooral in de stad extra bomen en verwijst hier naar het Bomencharter, hoewel stad Gent de hierin opgenomen doelstelling (150.000 extra bomen tussen 2019 en 2024) ruimschoots haalde. De andere partijen kijken voor extra bos naar de groenpolen Parkbos, Vinderhoutse Bossen en Wonderwoud/Oud Vliegveld. N-VA spreekt over “vele tientallen” extra hectare, terwijl Groen honderd extra hectare bos tegen 2030 naar voren schuift. Voor Gent zet het sterkst in op bosuitbreiding, met 125 hectare als streefdoel (8% bebossingsindex in 2030). Deze partij ziet ook mogelijkheden buiten de groenpolen, bijvoorbeeld in de Oude Kale en in de haven.
2. Natuurherstel en versterken van de biodiversiteit
Onze natuur staat vandaag onder grote druk omwille van de klimaatverandering, een kunstmatig laag gehouden grondwaterpeil, overbemesting, licht- en geluidhinder, geïsoleerde populaties en betreding. Veel dier- en plantensoorten riskeren uit te sterven als er niet sterker op natuurherstelmaatregelen wordt ingezet. Door bij dit natuurherstel rekening te houden met zowel de historische natuurlijke rijkdom van gebieden als met de verwachte veranderende weerpatronen (door klimaatverandering) kunnen ook nieuwe soorten hun weg (terug) vinden naar onze natuur. Tegelijk is het belangrijk om in te zetten op structurele maatregelen om de druk op onze natuurgebieden te verminderen.
Alle partijen willen meer stadsbrede groeninitiatieven (zie punt 4), maar rond natuurherstel en klimaatadaptatie blijven een aantal partijen op de vlakte. CD&V haalt geen specifieke maatregelen aan. Groen, N-VA, PVDA en Voor Gent tonen wel ambitie om in te zetten op natuurherstel, in de eerste plaats in de valleigebieden. Voor Gent wil hiervoor in de eerste plaats het RUP Groen verder uitvoeren, in het bijzonder in de Leievallei en door watergevoelige bouwgronden te vrijwaren van bebouwing. Groen wil dat RUP zelf uitbreiden tot een RUP ‘Waterinfiltratie en Groen’. Door hier extra natte natuur in te richten en het waterbeleid aan te passen moet Gent beter beschermd worden tegen de gevolgen van de klimaatopwarming. Vlaams Belang beperkt zich qua klimaatadaptatie tot het “kiezen voor inheemse soorten die historisch gezien aangepast zijn aan ons klimaat”. Zo lijkt het de impact (of het bestaan?) van de klimaatopwarming te minimaliseren.
Iedereen is het erover eens dat de toegankelijkheid van onze natuurgebieden belangrijk is, maar ook in balans moet liggen met de bescherming van kwetsbare natuur. N-VA stelt voor om bepaalde stukken seizoensgebonden af te sluiten (bijvoorbeeld tijdens het broedseizoen) en pleit voor extra controles, bijvoorbeeld op loslopende honden. Via nieuwe soortbeschermingsplannen (N-VA) of geactualiseerde beheerplannen (Groen) moeten de natuurgebieden biodiversiteitshotspots worden. Groen pleit ook voor een duisterplan dat er, zeker rond natuurgebieden, voor zorgt dat het ’s nachts donker is.
Voor een betere natuurverbinding tussen groengebieden rekenen de partijen op stadsbrede vergroeningsinitiatieven op publiek en/of privaat domein en op de groenklimaatassen (zie punt 4). Zo gaat PVDA voor de Vlaamse doelstelling om een halve meter haag per Gentenaar te realiseren tegen 2030. Enkel Groen benoemt specifieke maatregelen voor ecologische connectiviteit: zij willen de groenstructuur beter verbinden via ecoducten, tunnels en eekhoornbruggen en de vele oevers van de waterlopen natuurrijker inrichten.
Op het vlak van landbouw valt het op dat alle partijen meer willen inzetten op lokale voedselproductie. Over de rol van de stad bij de verduurzaming van die voedselproductie, verschillen de standpunten. CD&V en Vlaams Belang houden het bij korte keten. N-VA spreekt zich niet uit over het landbouwmodel, maar wil landbouwers meer inschakelen in landschaps- en natuurbeheer. Voor Gent wil lokale, ecologische landbouw stimuleren en ziet een rol voor North Sea Port om daar aan de rand van het havengebied op in te zetten. Groen en PVDA hebben duidelijk de meeste ambitie en willen landbouwers ondersteunen in een omschakeling naar agro-ecologische en natuurinclusieve landbouw. Ze willen beide het moratorium op de verkoop van landbouwgrond door stad Gent behouden, en hier ruimte maken voor nieuwe stadsgerichte landbouwbedrijven zoals bioboerderij Goedinge in Afsnee. Groen wil ook als stad meer lokaal en duurzaam geproduceerd voedsel aankopen en zo een hefboom zijn voor de verduurzaming van Gentse landbouwbedrijven.
3. Natuur voor en door iedereen
Natuur en groen zijn er voor iedereen, maar het huidige groen is niet door iedereen even gekend of even toegankelijk. Alle partijen zijn het erover eens dat de openbare groen- en natuurgebieden integraal toegankelijk moeten ingericht worden. Vlaams Belang wil de principes die gelden voor de toegankelijkheid van openbare gebouwen en het openbaar domein ook laten gelden voor de natuur- en groengebieden. Voor Gent focust hierbij op de parken, speeltuinen en de portalen van de natuurgebieden, om de recreatiedruk te sturen richting bepaalde zones (en andere zones te behouden als luwe natuurhotspots). CD&V wil ‘beleefparken’ maken van de Gentse parken, met meer spelelementen, zitbanken en waterpunten. Zij spreekt zich niet uit over de toegang tot natuur(gebieden).
PVDA en Groen zien kansen in de verdere uitbouw van natuurcentrum Jan Hublé aan de Bourgoyen-Ossemeersen tot een centrum van natuurbeleving, natuureducatie en informatie over alle natuur in Gent. Groen gaat ook voor minstens vier publiek toegankelijke, natuurlijke zwemzones verspreid over de stad. Geluidshinder en stilte zijn voor het eerst een thema in een aantal programma’s. N-VA ziet vooral kansen in de natuurgebieden, terwijl PVDA, Groen en CD&V ook daarbuiten pleiten voor een aantal bijkomende luwteplekken en stiltegebieden – bijvoorbeeld in natuurrijke begraafplaatsen.
Om meer Gentenaars onze natuur te laten ontdekken richt N-VA zich vooral op de jongste en de oudste Gentenaars via natuuractiviteiten door scholen en dienstencentra. Ook PVDA wil dat schoolkinderen één keer per maand de Gentse natuur verkennen. Daarvoor willen ze beroep (blijven) doen op de vrijwilligers van Natuurpunt als ‘Natuurambassadeurs’. Net als Voor Gent wil PVDA ook blijven inzetten op drempelverlagende projecten zoals Buur en Natuur, waarbij anderstalige nieuwkomers de Gentse natuurgebieden leren kennen.
In het algemeen stellen alle partijen, uitgezonderd Vlaams Belang, allerlei wervende en sensibiliserende acties voor om de Gentse natuur en het belang hiervan via campagnes beter en breder bekend te maken. Voor Gent, Groen en PVDA benadrukken het belang van een sterke samenwerking met het Gentse middenveld (Natuurpunt, GMF, ..) en de wijkwerking om zoveel mogelijk Gentenaars te bereiken. Zij stellen voor om per wijk bijzondere dieren- of plantensoorten uit het Gentse soortenplan te verkiezen als koestersoort en hier vergroeningsprojecten aan te koppelen op publiek en privaat domein.
De hoogste vorm van participatie van Gentenaars bij het natuurbeleid, is dat ze zelf in hun eigen woon- of werkomgeving aan de slag gaan. Alle partijen willen sterker inzetten op meer groen en biodiversiteit in de Gentse tuinen. PVDA en Groen zijn hierin het meest uitgesproken en zien de Gentse tuinen samen als de zesde groenpool. PVDA wil via een ‘Gentse Tuincentrale’ ondersteuning op maat bieden voor alle Gentenaars die hun (voor)tuin willen ontharden en vergroenen. Van hieruit wordt ook persoonlijk advies gegeven voor meer natuurlijk ingerichte tuinen, bijvoorbeeld wanneer mensen gaan (ver)bouwen. Ook Groen wil Gentenaars warm maken via campagnes en wedstrijden, bijvoorbeeld rond natuurinclusief bouwen. De partij wil ook een natuurtoets toevoegen aan het algemeen bouwreglement met een systeem van groene punten waarbij (ver)bouwers zelf kiezen welke maatregelen ze nemen, zolang ze maar een minimum aantal punten behalen. N-VA en CD&V geven aan dat ze voor het vergroenen van tuinen vooral stimulerend en sensibiliserend willen werken, niet verplichtend. Vlaams Belang houdt het op het aanplanten van inheemse soorten. Voor Gent engageert zich ook om de Gentse tuinen te vergroenen en wil net als N-VA en PVDA zoveel mogelijk Gentse gezinnen verleiden met een gratis boom die in hun (voor)tuin mooi oud kan worden.
4. Gezond natuurweefsel in de stad: ruimtelijke planning en stedenbouw
Hoe zorgen we, ook buiten de natuurgebieden, voor voldoende groen en bomen om onze stad leefbaar te houden? Dat is een erg actuele vraag nu de gevaren van de klimaatopwarming zich almaar meer manifesteren. Verharding verergert alle problemen van extreem weer zoals hitte, droogte of wateroverlast, terwijl groen – en zeker bomen – de effecten van de klimaatopwarming net tempert. Bovendien, veel positiever verwoord, zorgt een groene leef- en werkomgeving ervoor dat mensen gezonder en gelukkiger zijn. Heel veel winsten dus, maar hoe kunnen we verzekeren dat Gent meer bloeit en zoemt, terwijl het aantal Gentenaars het komende decennium zal blijven toenemen? Daarvoor is ambitieuze ruimtelijke planning en stedenbouw nodig.
Verschillende partijen (Voor Gent, N-VA en Groen) pleiten ervoor om hierbij te werken aan een nieuwe ruimtelijke visie met als horizon 2050. In die nieuwe langetermijnvisie wordt dan verder onderscheid gemaakt tussen zones die geschikt zijn voor verdichting en verhoging, versus andere zones in het buitengebied (bv. Drongen en Oostakker) waar de open ruimte gevrijwaard wordt. De drie partijen geven aan dat bebouwing in de stad meer geclusterd en in de hoogte moet gaan, om ook hier voldoende ruimte over te houden voor extra wijkgroen. Groen is hierin het meest uitgesproken en stelt een basisbouwhoogte voor van drie tot zes bouwlagen. Voor Gent, Groen en ook CD&V koppelen aan deze extra bouwrechten ook de verplichting voor projectontwikkelaars om extra groengebieden en andere voorzieningen (zoals kinderopvang of scholen) te realiseren via zogenaamde ‘stedenbouwkundige lasten’.
Als zo’n ruimtelijke toekomstvisie er komt, staat het vast dat de 3+30+300-regel hierin zal worden opgenomen als richtinggevend principe. Alle partijen, met uitzondering van Vlaams Belang, scharen zich achter deze nieuwe groennorm. Daarbij staat ‘3’ voor drie bomen van behoorlijke omvang zichtbaar vanuit een huis of werkplek, ‘30’ voor een minimum van dertig procent boomkruinoppervlakte van de wijk, en ‘300’ voor een grote openbare groene plaats van minstens 0.5 hectare op driehonderd meter van elke woning. Nieuwe stadsontwikkelingsprojecten moeten aan deze groennorm voldoen en de verschillende partijen stellen elk op hun manier dat de wijken die vandaag het slechtste scoren op de 3+30+300-regel voorrang moeten krijgen in de verdeling van de investeringsbudgetten voor nieuwe parken. Dit zijn de meest kwetsbare wijken voor klimaatverandering en vaak ook de armste wijken.
Het nastreven van de 3+30+300-regel impliceert ook dat er ruimte moet worden gemaakt voor meer volwassen bomen in de stad. Alle partijen willen meer straatbomen planten, op maat van de straat. Voor Gent en Groen willen hierbij de afstandsregels tot gebouwen inperken, mits een doordachte boomkeuze. N-VA en Groen benadrukken ook het belang van het beschermen en verzorgen van de reeds bestaande bomen, naast de ambities voor nieuwe stadsbomen. Vlaams Belang stelt voor om, waar mogelijk, ook te kijken naar de aanplant van reeds volwassen, inheemse bomen om zo sneller te genieten van de voordelen van deze bomen.
Waarover meer discussie bestaat is het beleid rond ontharding en vergroening, en het verder bebouwen van open percelen (ook bekend als de betonstop). PVDA en, meer uitgesproken, Groen bepleiten de invoering van verhardingsneutraliteit wat erop neerkomt dat, wanneer er ergens verharding bijkomt, die lokaal moet gecompenseerd worden door minstens evenveel ontharding. Voor Gent focust qua onthardingsdoelstelling op het openbaar domein, en stelt dat bij iedere heraanleg van straten gestreefd moet worden naar minstens dertig procent ontharding. Ook N-VA focust vooral op het openbaar domein en schuift het Citadelpark naar voor als prioritaire onthardingslocatie. In het algemeen zijn alle partijen het erover eens dat de Gentse straten en pleinen groener kunnen en moeten. CD&V wil hierbij vooral bottom-up werken en Gentenaars aanmoedigen en ondersteunen om samen met buren hun straten groener te maken. Ook Vlaams Belang wil groenere straten, maar zonder dat er sprake kan zijn van het schrappen van parkeerplaatsen. De partij wil vooral inzetten op gevelgroen. Groen zit aan de andere kant van het spectrum: zij pleit ervoor dat de heraanleg van woonstraten in regel leidt tot tuinstraten en dat parken worden ingericht als supersponzen die het regenwater van de omliggende straten opvangen.
Ook over de groenklimaatassen verschillen de ambities per partij. PVDA is hierin wel bijzonder ambitieus en stelt dat ze ‘de resterende groenklimaatassen willen realiseren tegen 2030’. Groen gaat voor minstens twee gerealiseerde assen per bestuursperiode en ook N-VA engageert zich om de komende beleidsperiode minstens werk te maken van enkele groenblauwe verbindingsassen tussen het centrum en de groenpolen in de stadsrand. Voor Gent beperkt de ambitie tot de realisatie van zoveel mogelijk quick wins door het inrichten van kleine landschapselementen (hagen, bloemrijke bermen, poelen, …) en een betere beleefbaarheid van de assen, met prioriteit voor de groenklimaatas tussen het Parkbos en de Leievallei.
5. Sterk beleid en een bloeiende samenwerking
Ambities zijn mooi, maar die zijn enkel iets waard als er een voldoende daadkrachtig beleid gevoerd wordt. Voor dit beleid kan de stad terugvallen op de verschillende stadsdiensten, maar uiteraard ook op burgerverenigingen zoals Natuurpunt. Ook met andere beleidsniveaus zoals de Vlaamse overheid is een goede verstandhouding en samenwerking belangrijk voor het natuurbeleid.
De coördinatie van het natuur- en groenbeleid over de beleidsdomeinen en diensten heen, is een belangrijke en niet altijd vanzelfsprekende taak. N-VA stelt voor om hiervoor de nieuwe functie van ‘stadgroenmeester’ in het leven te roepen, die instaat voor de interne en externe coördinatie van het natuur- en groenbeleid, zowel op privaat als publiek domein. Andere partijen spreken hier zich niet concreet over uit.
Over de werking van de groendienst verschillen de visies. Iedereen is het erover eens dat regulier groenonderhoud een kerntaak van de stad is, waarvoor CD&V, PVDA en Voor Gent extra budget willen voorzien. Meer gespecialiseerde taken zoals groenontwerp en soortenkeuze wil CD&V dan weer uitbesteden, terwijl Voor Gent deze expertise in huis wil houden en PVDA de rol van de groendienst wil verruimen. N-VA vindt een sterke groendienst belangrijk, maar wijst op de weinig rooskleurige situatie van de stadskas en wil de bezetting in Gent vergelijken met andere centrumsteden. Vlaams Belang wijst ook op de stadsschuld en de noodzaak aan efficiënte en doelgerichte inzet van deze middelen en wil “kafkaëske regeltjes zoals het pro-onkruidbeleid” afschaffen.
Het is mooi om te merken dat de partijen de samenwerking met Natuurpunt naar waarde schatten, zowel voor natuurverwerving en -realisatie als voor het betrekken van vele duizenden Gentenaars bij haar werking (als vrijwilliger of op een van de activiteiten). Vlaams Belang heeft hierbij de meeste reserve, want is van mening dat Natuurpunt behalve nuttig werk voor inheemse natuurgebieden ook een anti-boerenbeleid voert. Voor Gent, N-VA, PVDA, Groen en CD&V geloven in het bestaande samenwerkings- en overlegmodel tussen de stad en Natuurpunt en willen dit sterk houden.
Over het voorzien van voldoende financiële middelen voor het natuurbeleid blijven de meeste partijen op de vlakte. N-VA wacht hiervoor de (moeilijke) begrotingsopmaak af. Voor Gent spreekt een engagement uit “in lijn met de ambities van ons programma en het gevoerde groenbeleid in de afgelopen legislatuur”. PVDA en Groen geven aan dat ze de steun voor natuurverenigingen voor de verwerving van extra natuur willen verhogen. Groen en Voor Gent willen ook extra middelen genereren via een nieuw biodiversiteits- of groenfonds dat ze opzetten samen met het middenveld, banken en bedrijven.
Een leuke extra
Bij de bevraging kregen de partijen ook de kans om een extra actie uit hun verkiezingsprogramma voor te stellen, dat in de bevraging niet aan bod kon komen.
N-VA: Het karakter van deelgemeenten die nog relatief veel groen en open ruimte hebben, willen we behouden. Dat houdt onder andere in dat woonuitbreidingsgebieden (WUG’s) niet worden aangesneden.
PVDA: We vormen het plein bij Sint-Jacobs om tot een groen plein en maken het autovrij behalve voor het openbaar vervoer. Zo zorgen we voor extra groene ruimte midden in de stad.
Vlaams Belang: wij zijn een grote voorstander van geveltuintjes. Het stadsbestuur doet hierrond al een en ander en dit wijst uit dat een eenvoudige ingreep een wereld van verschil kan maken.
Groen: We verwelkomen de otter terug in onze natuurgebieden. Otters houden van proper water en rust, dus daar zorgen we voor.
KIESWIJZER – IK KIES NATUUR
Hieronder vind je een soort snelle samenvatting van bovenstaande analyse, in scores van 0 tot 4. Het is een inschatting op basis van door iedere partij ingevulde vragenlijsten. Is natuur één van de punten waarop jij je stem baseert? Dan kan deze kieswijzer mogelijk een leidraad vormen. We raden hoe dan ook aan om de ingevulde vragenlijsten (zie onderaan) en partijprogramma’s er extra bij te nemen.
Legende:
4 Heel ambitieus
3 Ambitieus
2 Matig ambitieus
1 Weinig ambitieus
0 Geen ambitie
Natuur- en bosuitbreiding
- CD&V: 2
- Groen: 4
- PVDA: 3
- N-VA: 4
- Vlaams Belang: 1
- Voor Gent: 4
Natuurherstel en versterken biodiversiteit
- CD&V: 1
- Groen: 4
- PVDA: 3
- N-VA: 3
- Vlaams Belang: 0
- Voor Gent: 3
Natuur voor en door iedereen
- CD&V: 1
- Groen: 4
- PVDA: 4
- N-VA: 2
- Vlaams Belang: 1
- Voor Gent: 3
Gezond natuurweefsel in de stad
- CD&V: 2
- Groen: 4
- PVDA: 3
- N-VA: 2
- Vlaams Belang: 1
- Voor Gent: 3
Een bloeiende samenwerking tussen stad, Gentenaars en Natuurpunt
- CD&V: 3
- Groen: 3
- PVDA: 3
- N-VA: 3
- Vlaams Belang: 0
- Voor Gent: 3
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief