Gerichte beheerwerken om leefgebied te verbeteren
In het kerngebied van de Kempense heidelibel is deze winter extra voortplantingsbiotoop aangelegd. Dit betreft enkele ondiepe watervlakken, die enerzijds voldoende water moeten bevatten tot de zomer, maar in de nazomer gerust deels mogen droogvallen. Dit droogvallen is belangrijk om predatoren, zoals vis en andere libellenlarven, minder kans te geven om zich voor te planten. De meeste libellensoorten komen de winter door als larve. De Kempense heidelibel daarentegen overwintert in het eistadium, dat niet gevoelig is aan droogvallen van het voortplantingsbiotoop. Pas in de loop van april komt uit het eitje een larve die zich in een paar maanden ontwikkelt en er een Kempense heidelibel uitsluipt. Om die snelle ontwikkeling mogelijk te maken is er voldoende voedsel nodig. Een ondiepe, snel opwarmende plas is dan ook het ideale voortplantingsbiotoop.
Naast het creëren van nieuw leefgebied is er ook aandacht voor gericht beheer van de nabijgelegen vennen en plassen. Deze maatregelen zullen niet enkel de Kempense heidelibel ten goede komen, maar ook andere, aan vennen en plassen gebonden, soorten. In eerste instantie zal hierbij het dichtgroeien worden tegengegaan door het volledig verwijderen van riet en lisdodde. Tegelijk wordt een infiltratiezone voorzien waar het voedselrijke kanaalwater kan bezinken, alvorens het water via kweldruk de voortplantingswateren binnenkomt. Zo komen er minder voedingstoffen in het voortplantingsbiotoop en groeit het minder snel dicht. Ook wordt er een plan uitgewerkt om nabij een voortplantingslocatie te starten met extensieve begrazing zodat er weer meer structuur ontstaat in het landbiotoop.

Herkenning van de Kempense heidelibel
Hoewel de Kempense heidelibel enige gelijkenis vertoont met de veelvoorkomende bloedrode heidelibel, zijn er belangrijke verschillen waardoor ze relatief gemakkelijk te herkennen is. Beide soorten hebben volledig zwarte poten. De bruinrode en steenrode heidelibel daarentegen hebben duidelijke gele strepen op hun poten. Het achterlijf bij Kempense heidelibel is platter en overal ongeveer even breed. De kleur van het achterlijf is eerder oranjerood en loopt langs de zijkant over naar geel. Bij bloedrode heidelibel is het achterlijf ingesnoerd en overal even rood. Op de zijkant van het achterlijf komen er op segment 4 tot 7 zwarte vlekjes voor, vaak langwerpig driehoekig van vorm.
Wanneer de Kempense heidelibel eenmaal uitgekleurd is, ziet ze er veel bonter uit dan andere soorten. De bovenzijde van het achterlijf kleurt dan oranje of rood, terwijl de onderzijde geel blijft. Daarnaast heeft de Kempense heidelibel een meer fladderende vluchtstijl, wat haar ook onderscheidt van de bloedrode heidelibel.

Voorzichtige hoop door monitoring
Sinds 2016 worden de Vlaamse populaties van de Kempense heidelibel opgevolgd via het meetnettenproject. Meetnetten.be is een samenwerking tussen het Instituut van Natuur en Bosonderzoek, Natuur en Bos en Natuurpunt Studie. Het heeft als doel om betrouwbare informatie in te zamelen over prioritaire dier- en plantensoorten in Vlaanderen. Zo kan de overheid gepaste beleidsmaatregelen opstellen en implementeren om te vermijden dat soorten verder achteruitgaan of zelfs verdwijnen.
De eerste jaarlijkse meetnettelling van 2024 was alvast veel beter dan de voorbije 2 jaar, maar de getelde aantallen zijn nog steeds bijzonder klein. Verdere opvolging van deze populatie door het monitoren is dan ook essentieel. De impact van de beheermaatregelen zal de komende jaren nauwgezet gevolgd worden om te zien of er bijgestuurd moet worden zodat ze bijdragen aan het herstel van de soort. De toekomst van de Kempense heidelibel in Vlaanderen hangt af van het succes van deze maatregelen en de voortdurende aandacht voor hun kwetsbare leefgebied. Met gerichte zorg en inspanningen hopen we deze sterk bedreigde soort te kunnen behouden voor Vlaanderen en België.
Het Hageven
Het Hageven is met maar liefst 58 libellensoorten 1 van onze meest libellenrijke natuurgebieden. De vegetatie is echter erg kwetsbaar op heel wat plekken en zeldzame planten vormen er cruciaal leefgebied voor andere bedreigde meetnetsoorten zoals het gentiaanblauwtje. Bij een bezoek aan het Hageven is het – zoals in alle natuurgebieden- cruciaal om op de paden te blijven.
Tekst: Marjel Van Den Boer (Natuurpunt Pelt; vrijwilligster libellenmeetnetten), Geert De Knijf (Instituut voor Natuur-en Bosonderzoek) & Hannes Ledegen (Natuurpunt Studie)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief