Eind 18de eeuw bestond het Hageland grotendeels uit een groot aaneengesloten bossencomplex, het Kolenwoud. Van dit uitgestrekte woud blijven vandaag nog slechts enkele ‘snippers’ over, waaronder Tienbunders in Zoutleeuw en het aansluitende Dolvenbos in Kortenaken. Nu ja, snippers... samen beslaan deze bossen toch al bijna 80 ha.
Toch is niet heel Tienbunders gedurende de laatste eeuwen ononderbroken bos geweest. Het gebied Tienbunders was in de 18e eeuw weliswaar grotendeels bezet met loofbos, maar er waren ook vrij grote zones met andere vegetaties: heide, akkerland, graslanden, kapvlaktes en bossen in middelhoutbeheer. Tussen 1850 en 1930 werd heel wat bos in de omgeving omgezet naar akkerland en fruitteelt. Maar ook werden er, in het gebied dat vandaag tot het natuurgebied behoort, stukken akkerland en heide bebost.
Oude relicten van kasteeldomeinen
De meeste relicten van de grote bossen behoorden (of behoren nog steeds) toe aan kasteeldomeinen. Vanaf de 20e eeuw werden er naaldhout en uitheemse soorten zoals Amerikaanse eik en Amerikaanse vogelkers aangeplant. Dit had voornamelijk een economisch doel. Hierdoor zijn de bossen in de omgeving soortenarmer geworden, zowel in de boom- en struiklaag als in de kruidlaag.
Aan de rand van het Tienbundersbos werd rond 1860 een landhuis opgetrokken. In de gazons van de historische tuin rondom het landhuis zijn er door de schrale bodem, het ontbreken van bemesting en het decennialang volgehouden maaibeheer bijzonder soortenrijke graslanden ontwikkeld met bijzonderheden als blauwe knoop. Naast de typische plantensoorten zijn de gazons ook rijk aan erg zeldzame paddenstoelen, waaronder verschillende wasplaten. Ook deze soorten zijn karakteristiek voor schrale, onbemeste graslanden die al decennia als dusdanig beheerd worden.
Dergelijke graslanden zijn uniek in de streek. Het zijn de relicten waar we ons aan spiegelen als we starten met een inrichtingswerk in een natuurgebied. Binnen Tienbunders streeft Natuurpunt ernaar om de bossen geleidelijk aan om te vormen naar een meer structuurrijk en ongelijkjarig bos. Typische soorten daarbij zijn zomereik, ruwe berk en sporkehout met daaronder tapijten van dalkruid, bosanemoon en lelietje-van-dalen. Door bosranden te creëren en open plekken in te richten , creëren we meer structuurvariatie, wat goed is voor veel soorten insecten.
Open plekken in het bos: kans voor heischrale vegetaties
Eind 2022 startten we met het openmaken van twee kleine plekken binnen het bos. Daar krijgen heide en heischrale vegetaties de kans zich te herstellen. Ook werd een kleine oppervlakte grove den vervangen door inheems loofhout. De omvormingswerken zijn maatwerk, met ook de nodige aandacht voor oude cultuurhistorische elementen van het kasteeldomein. Zo wordt de oude en sterk verboste hoogstamboomgaard in ere hersteld. Binnen de hoogstamboomgaard werd het struweel en de boomopslag verwijderd. Zo wordt plaats gemaakt voor een halfopen grasland met oude hoogstamfruitbomen. Op termijn hopen we dat de eikelmuis zich hier opnieuw laat zien. Deze werken zijn mogelijk gemaakt door steun van de Vlaamse overheid in het kader van de Project Subsidie Natuur (PSN) en door samenwerking met de particuliere eigenaar van een deel van het gebied.
Tekst: Kris Boers (Natuurpunt Beheer)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief