Afbeelding
Wim Veraghtert

Is teveel stikstof problematischer voor onze bossen dan klimaatverandering?

26 okt 2021
Categorieën
Natuurbericht

Vlaanderen is stikstofkampioen in Europa. 82% van de Vlaamse natuur slikt teveel stikstof. Met de tiendelige reeks #laatdenatuurnietstikken tonen we de verstikkende impact ervan op de natuur.

#laatdenatuurnietstikken

Is teveel stikstof problematischer voor onze bossen dan klimaatverandering?

Er is (terecht) heel wat aandacht voor de impact van klimaatverandering op bossen. Maar die hebben ook te lijden onder stikstofdepositie. In alle Vlaamse bossen worden de kritische stikstofdrempels nog overschreden. Wat zijn daar de gevolgen van voor flora en fauna?

Stikstof is een voedingsstof voor planten. Meer stikstof in de omgeving betekent dat planten meer stikstof kunnen opnemen. De biomassa neemt dus toe. Op Europees niveau zien we zelfs positieve effecten: de houtproductie neemt toe. Maar bij te hoge stikstofdepositie neemt die weer af. Stikstof is, volgens recent onderzoek, een sturende factor in de bosgroei in West-Europa. 

Negatieve gevolgen groter dan positieve

De negatieve effecten van stikstofdepositie zijn echter veel groter. Veel stikstof leidt tot bodemverzuring. De voedingsstoffenbalans in bossen wordt door stikstofdepositie sterk verstoord, zo blijkt uit Nederlands onderzoek. Stikstof is er in overvloed, maar daardoor zijn andere voedingsstoffen die planten in lage hoeveelheden nodig hebben, er minder. We hebben het dan over kalium, calcium en magnesium. Door die verstoorde balans worden bijvoorbeeld eiken minder vitaal. Op de Veluwe in Nederland stelde men vast dat de bomen er slecht aan toe zijn. Die verstoorde nutriëntenbalans leidt ertoe dat bepaalde ongewervelden, zoals slakken en pissebedden die graag kalkrijke omstandigheden verkiezen, achteruitgaan. Ook verandert de samenstelling van eikenbladeren. Voor rupsen die daarvan knabbelen zijn er minder eiwitten beschikbaar. De aantallen rupsen nemen bijgevolg ook af. Dat heeft dan weer zijn gevolgen voor vogels die ongewervelden eten. Te weinig calcium kan er zelfs voor zorgen dat zangvogels problemen krijgen bij de productie van eieren. Op sommige locaties in Nederland is er zelfs sprake van koolmezenjongen die in het nest hun pootjes breken. Langlopend onderzoek bij Nederlandse sperwers (die zangvogels eten) bracht meer afwijkingen bij embryo’s aan het licht. Het mineralentekort werkt dus door in de hele voedselketen. Of die effecten zich ook in Vlaamse bossen voordoen, is nog niet helemaal duidelijk. 

Verrijking zorgt voor verarming

Bij het proces van bodemverzuring kan ook aluminium vrijkomen (bij een zuurtegraad van max. 4,2). Daardoor wordt de bodem toxisch voor bosplanten. Uit een vergelijking van vegetatie in het Meerdaalwoud tussen 1950 en 2000 blijkt dat de bedekking van bosanemoon achteruitging van 46% naar 28%. Daartegenover staat dat stikstofminnende planten vooruit gaan. Net als in heidegebieden kan vergrassing ook in bossen een probleem zijn. Op zandgronden gaat het dan ook om pijpenstrootje en bochtige smele die in naaldbossen en in droge eiken-berkenbossen massaal kunnen voorkomen. Naast grassen nemen ook bramen toe in heel wat bossen. Bramen profiteren van extra stikstof maar ook van veranderd bosbeheer: meer licht in het bos stimuleert de groei van bramen. De trend is duidelijk: bijzondere bosplanten (zoals zeldzame voorjaarsbloeiers) verdwijnen vaak ten koste van enkele banale plantensoorten die goed omkunnen met hoge stikstofhoeveelheden. Dat leidt tot een homogenisatie van de bosflora op Europees niveau.

Uit Vlaams onderzoek naar o.a. het effect van stikstof in het Aalmoezeneiebos in Gontrode konden wetenschappers geen sterk effect van experimenteel toegevoegde stikstof vaststellen, wellicht omdat de kritische drempelwaarden al voor de aanvang van het experiment overschreden waren. 

Effect op paddenstoelen

Teveel stikstof heeft ook een grote impact op zwammen. Door meer stikstof kunnen bomen meer bladeren produceren, die nadien weer door paddenstoelen afgebroken worden. Een aantal strooiselopruimers onder de zwammen zijn de afgelopen decennia duidelijk toegenomen. Maar daartegenover staat een drastische achteruitgang van de symbionten. Dat zijn zwammen die samenleven met bomen: hun ondergrondse zwamdraadjes leggen contact met boomwortels en wisselen met bomen voedingsstoffen uit. Bekende voorbeelden zijn gewoon eekhoorntjesbrood, hanenkam en vliegenzwam. Symbionten zijn erg gevoelig voor de milieukwaliteit. Bij verzuring kwijnen de zwamvlokken weg. Symbionten groeien het liefst onder bomen waar geen strooiselophoping plaatsvindt. We vinden ze tegenwoordig meer in dreven, bermen en parken dan middenin het bos (waar de humuslaag te dik is). De tijd dat mensen manden vol hanenkammen uit Kempische bossen konden halen, ligt al lang achter ons. Veel van de symbionten zijn na 1980 sterk achteruitgegaan en op de Rode lijst beland. De stikstofdepositie is in bossen nog steeds hoog, maar veel minder hoog dan enkele decennia geleden. Daardoor zien we nu een voorzichtig herstel bij een aantal van die symbionten. 



Afbeelding


Dat herstel is een positief signaal. Ook bij de bosfauna zien we een aantal succesverhalen, zoals de toename van sommige bosvlinders (grote weerschijnvlinder, kleine ijsvogelvlinder), boommarter, middelste bonte specht e.a. Maar toch blijft de stikstofhoeveelheid te hoog om gezonde, goed functionerende bossen te hebben. 

Tekst: Wim Veraghtert (Natuurpunt Studie)

Meer lezen: Arme bossen verdienen beter

Dossier Stikstof

De overvloed aan stikstof verstikt onze natuur. Eind dit jaar beslist de Vlaamse regering eindelijk over een nieuwe aanpak om de stikstofuitstoot te verlagen. Die moet ambitieus zijn! Voor Natuurpunt is het doel zonneklaar: in 2045 mag nergens in de natuur de stikstofdrempel overschreden worden. In 2030 moet het aantal plaatsen al gehalveerd zijn. Ontdek onze voorstellen en scenario’s op www.natuurpunt.be/stikstof