Jakobskruiskruid bevat pyrrolizidine alkaloïden (PA) en kan zo zorgen voor vergiftiging bij zoogdieren, waaronder gedomesticeerde grazers zoals paarden, pony’s, koeien, schapen, ... Honden lijken niet geïnteresseerd om de plant op te eten. In de toxicologie geldt dat de dosis en de duur van de blootstelling bepalend is voor de giftigheid: het verorberen van grote hoeveelheden op korte tijd kan zorgen voor leverschade. Zo is zelfs water toxisch, mits we het maar in een hoge dosis op korte tijd innemen. Ook verwante soorten zoals kamilles, en tientallen andere soorten (zowel planten die spontaan voorkomen in de natuur, als soorten die in tuinen worden aangeplant) bevatten deze PA’s. Ze vormen geen probleem, zolang we ze niet in grote hoeveelheden consumeren.
Hoe weidedieren beschermen?
De meeste dieren vermijden gelukkig spontaan het eten van Jakobskruiskruid in het veld dankzij de bittere smaak, maar gedroogd in hooi wordt de plant moeilijker herkend. Hooi met een aanzienlijke hoeveelheid Jakobskruiskruid dient daarom niet als veevoeder. Om onze dieren te beschermen, is het belangrijk om na te gaan waar en wanneer Jakobskruiskruid een probleem vormt en wat de beste oplossingen zijn.
Zo kan de plant gericht worden verwijderd (vooral waar hij in grote aantallen voorkomt) daar waar hooi wordt geproduceerd, of op percelen waar dieren grazen, maar een doordacht beheer levert wellicht de meest duurzame oplossing.
Jakobskruiskruid is een pionier die veel zaden maakt en zich snel kan verspreiden. Hij kiemt goed in open vegetaties op verstoorde bodems. Wanneer de grasmat zich sluit, kan de plant zich veel minder goed vestigen, nemen de aantallen af en verdwijnt hij op de duur. Daarom is het raadzaam om overbegrazing met veel open plekken te vermijden, door dieren voldoende graasruimte te bieden. Ook wordt bodemverstoring bij het maaien best vermeden, waarbij open plekken zouden kunnen ontstaan waar de plant kiemt. Het maaisel wordt bij voorkeur tijdig afgevoerd, vóór de gemaaide bloemen verder afrijpen en alsnog ter plaatse zaad zetten. Jakobskruiskruid is immers een kortlevende plant: in het eerste jaar maakt hij een rozet, in het volgende jaar verschijnt een bloeistengel, waarna de plant afsterft. Wanneer je de plant maait in knop of in de bloei en het maaisel tijdig afvoert, vermijd je zaadzetting en verdwijnt hij.
Niet enkel een bedreiging: Jakobskruiskruid heeft ecologisch nut!
Ondanks zijn giftigheid voor gezelschaps- en nutsdieren, is Jakobskruiskruid van groot belang voor de biodiversiteit in zijn omgeving. Het is een inheemse plant met een waaier aan ecologische relaties met andere organismen, zoals de rol van een belangrijke leverancier van nectar en stuifmeel.
Er zijn meer dan 200 insectensoorten (!) die van Jakobskruiskruid gebruik maken waaronder tientallen soorten wilde bijen, zweefvliegen, echte vliegen, dagvlinders, nachtvlinders, … Om bestuivers te helpen in tijden van biodiversiteits- en bloemenverlies, is op bepaalde plaatsen een zekere tolerantie naar ‘vervloekte’ soorten zoals Jakobskruiskruid of distels absoluut aangewezen. Deze planten bieden een hoger voedselaanbod en trekken veel meer insecten aan dan de meeste goedbedoelde bloemenmengsels. In de zomermaanden zie je op Jakobskruiskruid vaak ‘zebrarupsen’ met een opvallende geel-zwarte tekening: het zijn de rupsen van de Sint-Jacobsvlinder. Door het eten van de plantendelen, slaan ze de gifstoffen in hun lichaam op en worden zo oneetbaar voor hun vijanden.
Verspreiding van Jakobskruiskruid
Tegenwoordig zie je Jakobskruiskruid algemeen verspreid over het land, hij is de voorbije jaren uitgebreid, vooral op zonnige, open plaatsen op zandige bodems die menselijk verstoord zijn: van tuinen, wegbermen, sterk begraasde graslanden, industrieterreinen tot tussen de stoepstenen en zelfs tot onder het Atomium. Het is een inheemse soort die deel uitmaakt van het landschap en is een door de natuur geliefde zomerbloeier. De zaden van Jakobskruiskruid worden door de wind verspreid. Onderzoek toonde aan dat de meeste zaden dicht bij de moederplant terecht komen, slechts 0,5% belandt verder dan 25 meter. Het heeft dus weinig zin om Jacobskruiskruid overal te gaan verwijderen om zo te garanderen dat het niet in weilanden terechtkomt.
Samenvattend: de bezorgdheid die leeft bij diereneigenaars is begrijpelijk, maar paniek is niet nodig. Als diereneigenaar moet je er attent op zijn, vooral om Jakobskruiskruid niet in gedroogde vorm in het hooi mee te nemen. Met een aantal (natuurvriendelijke) beheermaatregelen valt een explosie van Jakobskruiskruid in weilanden te vermijden en ook te verwijderen. Laten we steeds zorg dragen voor onze dieren en problemen met Jakobskruiskruid aanpakken daar waar ze zich kunnen stellen. Daar tegenover staat dat het massaal overal bestrijden van de plant niet alleen onhaalbaar is, maar ook onnodig en onwenselijk, want de soort is van ontzettend groot belang voor allerlei insecten en bestuivers. Er zijn tal van giftige planten, zo ook in onze huizen en tuinen, waar we vooral met gezond verstand mee moeten omspringen.
Tekst: Annelies Jacobs (Natuurpunt Studie)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief