Jonge purperreiger lapt trekroute aan z’n laars en overwintert in Mechelen

Sinds 10 oktober verblijft een jonge purperreiger in het overstromingsgebied aan het Zennegat bij Mechelen. Dat is ongezien: jonge vogels van deze soort trekken in het najaar naar West-Afrika, om daar hun eerste twee levensjaren door te brengen.
De blauwe reiger kennen de meeste mensen wel, maar dat deze soort ook een purperen neefje heeft, is veel minder gekend. Beide soorten lijken op het eerste gezicht op elkaar, maar de purperreiger is een stukje kleiner, en heeft een kenmerkende bruinoranje nek met zwarte strepen. Juveniele vogels hebben bovendien ook bruine in plaats van blauwgrijze bovendelen, en zijn dus goed te herkennen.
Hoewel in Nederland ondertussen meer dan 900 koppels van de purperreiger broeden, blijft het in Vlaanderen voorlopig enkel bij mislukte broedpogingen. De soort is hier dan ook vooral op doortrek te zien, in april-mei op weg naar hun Nederlandse broedgebieden, en in augustus-september wanneer ze weer naar het zuiden vliegen. In tegenstelling tot de blauwe reiger trekken zo goed als alle purperreigers in het najaar weg uit Europa, om de winter door te brengen in West-Afrika, ten zuiden van de Sahel.
In het verleden waren er heel af en toe in het late najaar of de winter wel eens waarnemingen van purperreigers, maar een langdurig overwinterende vogel maakten we in Vlaanderen nog niet mee. Tot nu dus. Op 10 oktober werd in het overstromingsgebied nabij het Zennegat bij Mechelen voor het eerst dit najaar een juveniele purperreiger gemeld. Op zich niets bijzonder, aangezien in oktober nog regelmatig purperreigers doortrekken. De vogel bleef echter, en ook nu, eind december, verblijft hij er nog. Dat is wel opmerkelijk, ook al omdat jonge purperreigers doorgaans hun eerste twee levensjaren in Afrika doorbrengen, en pas daarna opnieuw naar Europa vliegen om te gaan broeden. Het ziet er naar uit dat deze vogel het hier zodanig naar zijn zin heeft dat hij zal proberen de winter door te brengen langs de Dijle. De belangrijkste voorwaarde daarvoor is dat hij genoeg voedsel kan vinden, vooral vis, amfibieën, muizen en andere dieren die in en rond het water leven staan op het menu.
Aan het Zennegat, het gebied waar de vogel zich momenteel ophoudt, ontstond door het rechttrekken van de Dijle in het verleden een afgesneden bocht: de oude Dijle-arm. Binnen het Sigmaplan werd aan de samenvloeiing van Dijle, Zenne en Leuvense Vaart een gecontroleerd overstromingsgebied aangelegd. Als bescherming tegen overstroming werd in de Dijledijk een 'combisluis' aangelegd, waardoor tweemaal per dag een stukje van de vloed het gebied binnenstroomt, en tweemaal per dag ook terugstroomt. Door dit wisselend systeem van eb en vloed in het gebied, ontstaat langzaam maar zeker opnieuw een uniek gebied van geulen en kreken, slikken en schorren, dat vooral water- en moerasvogels moet aantrekken. Met succes blijkbaar, getuige de overwinterende purperreiger. Zolang er geen stevige winterprik komt met langdurige vorst waardoor het lastig wordt om voedsel te vinden, lijkt het erop dat deze vogel hier nog wel even kan blijven.
Het reilen en zeilen van deze purperreiger is in elk geval op de voet te volgen via www.waarnemingen.be
Tekst: Simon Feys, Natuurpunt Studie
Lees meer nieuws over
Krijg de natuur in je mailbox
Natuurberichten, heet van de naald. 3x per week