De Kiezelsprinkhaan is aan een opmars bezig vanuit het zuiden. In 1998 is ze voor het eerst in België gezien, in Wallonië, en in 2009 in Vlaanderen. De soort lijkt volop gebruik te maken van de spoorwegen bij haar uitbreiding. Halverwege juli 2016 ontdekten vrijwilligers van Saltabel, de sprinkhanenwerkgroep van Natuurpunt, een mooie populatie Kiezelsprinkhanen langs de spoorweg in Brugge.
De Kiezelsprinkhaan is een lichtbruine tot grijze veldsprinkhaan met donkere tot zwarte onregelmatige vlekken en een duidelijk bandering in dezelfde kleur op de vleugels en de poten. Het halsschild heeft drie dwarsgroeven. De vleugels zijn lang en reiken tot voorbij het achterlijfspunt. De vliezige achtervleugels zijn blauw van kleur. Mannetjes bereiken een lengte van 17 tot 19 millimeter, de vrouwtjes zijn met 20 tot 33 mm iets groter.
De Kiezelsprinkhaan is een warmteminnende soort die kan worden gevonden in steengroeves, rivierbeddingen, zandgebieden en terrils. Telkens betreft het rotsachtige plaatsen met zeer spaarzame begroeiing en een waterdoorlatende bodem die snel opwarmt. In de Benelux wordt de soort vaak gevonden in spoorwegbermen omdat die vergelijkbaar zijn met de rotsachtige gebieden in het buitenland.
Het is een noordwaarts oprukkende soort die pas in 1998 voor het eerst in ons land werd ontdekt, namelijk in de Calestienne en op een industrieterrein nabij Virton. Vanaf dan werden er op meerdere plaatsen Kiezelsprinkhanen gezien langs spoorwegen of in grote stations. In 2012 werd in de haven van Antwerpen een populatie Kiezelsprinkhanen ontdekt en werd dit als eerste waarneming voor Vlaanderen bekendgemaakt. Een maand later werd een populatie ontdekt in de haven van Gent, en later bleek dat die daar al sinds 2009 aanwezig was, zodat 2009 nu officieel het jaar is dat de soort voor het eerst in Vlaanderen is vastgesteld.
De haven van Antwerpen geldt overigens als een trekpleister voor sprinkhanen. In 2015 werden er niet minder dan drie nieuwe zuidelijke sprinkhaansoorten vastgesteld.
(foto: Steven Van den Bussche)
Naar aanleiding van deze vondsten en doordat de Kiezelsprinkhaan sterk gebonden is aan droge gebieden, werd op 19 juli 2016 een deel van de spoorwegberm in Brugge uitgekamd door vrijwilligers van Saltabel, de sprinkhanenwerkgroep van Natuurpunt. Het voorkomen van grote aantallen Blauwvleugelsprinkhanen indiceerde dat het om een geschikt habitat ging en na wat zoekwerk ontdekten de vrijwilligers een kleine populatie Kiezelsprinkhanen. De eerste voor West-Vlaanderen.
Deze waarneming past in het rijtje van de vorige waarnemingen. Net zoals de andere populaties bevindt ze zich langs een spoorweg met een schaarse begroeiing. Dit zou een antwoord kunnen geven op de vraag hoe de Kiezelsprinkhaan zijn leefgebied uitbreidt. Er werd al gesuggereerd dat ze via goederentreinen in nieuwe gebieden terechtkomen. Maar het is ook mogelijk dat ze dit op eigen kracht realiseren, door de droge spoorwegbermen te volgen. Zo zijn de Brugse exemplaren mogelijks verstekelingen van de Gentse populatie. De Kiezelsprinkhaan is zeker niet de enige soort die op deze manier zijn verspreidingsgebied uitbreidt. Ook de Muurhagedis en de Blauwvleugelsprinkhaan zijn warmteminnende soorten die meer en meer worden waargenomen langs spoorwegen.
De Kiezelsprinkhaan is ook te verwachten in de andere Vlaamse provincies en zal in de toekomst mogelijk steeds algemener worden. Wie een Kiezelsprinkhaan gevonden heeft, kan die waarneming, voorzien van enkele goede foto’s, doorgeven via www.waarnemingen.be.
Tekst: Robbe Cool, Saltabel, sprinkhanenwerkgroep van Natuurpunt & Jorg Lambrechts, Natuurpunt Studie
Foto: Steven Van den Bussche
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief