Reeën haalden de afgelopen weken meermaals het verkeersnieuws doordat ze op de rijbaan gesignaleerd werden. Resultaat: een verhoogd aantal geregistreerde verkeersslachtoffers op waarnemingen.be. Deze piek in verkeersslachtoffers lijkt jaarlijks terug te keren in april en mei. Hoe komt dat, hoe erg is het en vooral: is er iets aan te doen?
Jaarlijks worden er zo’n honderd Reeën gemeld die het slachtoffer werden van het verkeer. Maar in april en mei ligt het aantal gemelde aanrijdingen dubbel zo hoog als het maandelijkse gemiddelde. Waarom lopen net nu meer Reeën onder de wielen?
Op zoek naar een territorium
Tijdens de winter leven Reeën samen in zogeheten ‘sprongen’. Dat is een samenlevingsverband tussen vrouwtjes en mannetjes van verschillende leeftijden. De Reeën troepen samen om hun overlevingskansen te vergroten. Want in groep zijn ze beter beschermd tegen roofdieren. In de winter is er namelijk weinig begroeiing waarin een Ree zich kan verbergen. Meer neuzen, oren en ogen nemen gemakkelijker gevaar waar.
In de lente vallen die sprongen uit elkaar. Als voorbereiding op de paartijd zullen Reeën opnieuw individuele territoria inpalmen. Sterke, jonge mannetjes worden het eerst uit de groep verdreven en zullen begin april rondtrekken, op zoek naar een geschikte plek. Even later migreren de oudere mannetjes en vrouwtjes naar hun zomerverblijf. Ze nemen meestal hetzelfde territorium in als voorgaande jaren.
In hun tocht leggen Reeën afstanden af van 1 tot 10 km, meer dan tijdens andere periodes in het jaar. Daarbij kruist een Ree vaak territoriumgrenzen en onnatuurlijke barrières zoals wegen. Vooral ons dicht wegennet vormt een serieuze hindernis: gemiddeld komen wilde dieren om de 300 meter een weg tegen. Onderzoek wijst uit dat de meeste aanrijdingen bij het ochtendgloren of bij valavond gebeuren, niet toevallig de periode waarin Reeën het meest actief zijn.
De cijfers van de laatste 7 jaar tonen een duidelijke piek van verkeersslachtoffers bij de Reeën in april en mei (bron: waarnemingen.be).
Reeën doen het goed, ondanks klappen van het verkeer
Hoewel het moeilijk is om een schatting te maken van de totale Reeënpopulatie, zijn er verschillende aanwijzingen dat het aantal Reeën in België het laatste decennium is toegenomen. De combinatie van aanrijdingen en andere doodsoorzaken lijken nog geen negatieve impact te hebben. Maar de aanrijdingen leiden wel tot veel dierenleed en schade. Er werd bijvoorbeeld becijferd dat de schade veroorzaakt door het aanrijden van hoefdieren in Europa jaarlijks oploopt tot meer dan 1 miljard euro. Een aanrijding met een Ree kan natuurlijk ook gevaarlijk zijn voor de weggebruiker.
Hoe Reeën beschermen tegen aanrijdingen?
Hoe kunnen we aanrijdingen met Reeën zoveel mogelijk vermijden? Er is een arsenaal aan methoden beschikbaar. Een eerste groep voorkomt dat de Ree de weg oversteekt. Daaronder vallen wildspiegels, ultrasone barrières, geurbarrières en omheiningen. Behalve het gebruik van fysieke omheiningen (wildrasters) staat de effectiviteit van deze methoden sterk ter discussie. Want hoewel het plaatsen van hekken inderdaad kan voorkomen dat Reeën de weg op rennen, vergroten ze tegelijk de versnippering. Daarom is het gebruik van wildrasters vooral aan te raden in combinatie met de tweede groep van methoden: ecoducten en ecotunnels. Die wildbruggen en wildtunnels vergemakkelijken de oversteek van onnatuurlijke barrières. De aanleg van zulke bruggen is een dure aangelegenheid en daarom is het belangrijk dat ze gebouwd worden op plaatsen waar dieren er maximaal gebruik van zullen maken, bijvoorbeeld langs de natuurlijke migratieroutes.
Hiervoor zijn data over aanrijdingen cruciaal. Die helpen zwarte punten in kaart te brengen: plaatsen waar overstekende dieren vaak gegrepen worden door het verkeer. Meld daarom zeker alle verkeersslachtoffers die je ziet op www.dierenonderdewielen.be.
Hoe kan je zelf een ongeval voorkomen? Matig je snelheid en let goed op bij risicoplekken. Cijfers tonen aan dat de kans op een aanrijding groter is als je door een bos of natuurgebied rijdt. Let daar dus goed op, vooral bij schemering en in het voorjaar. In Vlaanderen wordt binnenkort een systeem getest dat automatisch snelheidsverlagingen oplegt als er zich wild op de baan bevindt. Dit systeem zal sensoren gebruiken om te detecteren of er grote zoogdieren op de berm staan.
Wat als je zelf een Ree hebt aangereden?
Als je zelf het ongeluk hebt om een Ree aan te rijden, neem dan de volgende stappen: raak het dier zeker niet aan als het nog leeft: gewonde dieren kunnen onverwacht en gevaarlijk uithalen. Verwittig in het geval van een gewond dier een opvangcentrum voor wilde dieren. Als er gevaar bestaat voor andere weggebruikers, contacteer dan meteen de politie, zodat ze situatie onder controle kunnen brengen. Meld het aangereden dier ook op www.dierenonderdewielen.be. Daarmee help je knelpunten in kaart te brengen.
Tekst: Wim Smits, Natuurpunt & Diemer Vercayie, Natuurpunt Studie
Foto: Wim Dirckx
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief