Landbouwbeleid: brengt de nieuwe lente een nieuw geluid?

Onverkochte aardappels
“De coronacrisis stelt de risico’s en kwetsbaarheid van het globale voedselsysteem scherp”, analyseert De Standaard. Ook MO* belicht de excessen van ons landbouwsysteem. Onze onverkochte aardappelstock van 750.000 ton werd intussen symbool voor de focus op ongelimiteerde groei. ‘Belgische frieten moeten Chinezen van rijst weglokken’, kopte De Tijd op 19 november 2019 nochtans nog. Een nieuwe lente en een nieuw geluid, dichtte Herman Gorter. Biedt de coronacrisis kansen om het huidige systeem te hervormen?
Chinese frietjes
De Belgische handelsmissie naar China eind 2019 betekende de kick-off van een promotiecampagne ten behoeve van de Belgische aardappelverwerkers. Dit met een helder doel: China, het laatste frietvrije bolwerk, moet voor de bijl van de Belgische diepvriesfrieten. Producten uit onze landbouw- en voedingssector werden gepromoot bij de Chinese consument en de handelsmissie zette derhalve ook in op het heropenen van de markt voor ons varkensvlees, rundvlees en pluimveevlees.
Nog volgens De Tijd ontving sectorfederatie Belgapom “3 miljoen euro Europese subsidies om de Belgische diepvriesaardappelen te promoten in China, Japan en Zuid-Korea”. Het boosten van onze kwetsbare ‘open economie’ via nieuwe exotische afzetmarkten en gulle subsidies lijkt enkele maanden later, eufemistisch gesteld, een merkwaardig idee.
Andere keuzes dringen zich op om de landbouwer een stabiel inkomen te geven. Neemt het exportvolume van Belgische frieten naar China, “van 3.304 ton in 2009 tot 38.836 ton in 2018” (De Tijd, 2019), straks niettemin verder toe? “Er is marge om een deel van onze exportlandbouw om te buigen naar productie voor de eigen markt,” stelt voedingsexpert Olivier De Schutter (UCL) alvast hoopvol.
GLB: reus op lemen voeten
Daarnaast is er die reus op lemen voeten: het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Jaarlijks vloeit 58 miljard euro naar het GLB vanuit de lidstaten. Dat is maar liefst 37,2 procent van het totale EU-budget. Tot nog toe grossierde deze mastodont in schaalvergroting, intensivering en teloorgang van biodiversiteit en water- en bodemkwaliteit. Hoewel de intensieve landbouw een grote verantwoordelijkheid draagt voor de afname van deze biodiversiteit, ondervindt ook de boer straks de desastreuze gevolgen. Zo kan ongeveer 15 miljard Euro van de jaarlijkse Europese landbouwproductie rechtstreeks worden toegeschreven aan insectenbestuivers.
Quo vadis, GLB? Het huidige beleid schaadt zowel boer als omgeving door subsidies onoordeelkundig te verstrekken.
Tijd voor verandering
Het leveren van kwaliteitsvolle ecosysteemdiensten, in de vorm van houtkanten, heggen, poelen of bloemenstroken, kan voor de boer een stabiel verdienmodel leveren naast de onvoorspelbare productprijzen en de grillige oogst, onderhevig aan respectievelijk markt en klimaatverandering. Voorwaarde is natuurlijk dat nieuwe gesubsidieerde maatregelen een bewezen wetenschappelijk effect hebben.
Toch niet vergeten dat de ecologische aandachtsgebieden, die 12 miljard euro Europese subsidies per jaar opslorpen, veel extra bureaucratie, maar weinig biodiversiteitswinst creëerden. De wetenschappelijk consenus is dat 10% echte ‘space for nature’ binnen het Europese landbouwareaal een must is om de biodiversiteit ‘te restaureren’. Laten we daar werk van maken.
De toenemende interesse van landbouwers voor Beheerovereenkomsten illustreert overigens dat ook landbouwers zelf brood zien in ecosysteemdiensten als verdienmodel. Ook in landbouwmiddens rijpen de geesten. Een nieuwe lente, een nieuw geluid?
Lees meer nieuws over
Krijg de natuur in je mailbox
Natuurberichten, heet van de naald. 3x per week