Afbeelding
Rugstreeppad
Rudmer Zwerver/Saxifraga

Lessen trekken uit de nieuwe Rode Lijst voor de Vlaamse amfibieën en reptielen

5 mrt 2025
Categorieën
Natuurbericht

In december 2024 werd de nieuwe Rode Lijst voor Vlaamse amfibieën en reptielen gepubliceerd door het Instituut voor Natuur-en Bosonderzoek (INBO). Rode lijsten beoordelen de uitsterfkans van soorten op basis van bedreigingscriteria en evolueren mee met veranderende omstandigheden. Omdat populaties in de loop der jaren achteruit kunnen gaan of herstellen, wordt een update om de tien jaar aanbevolen. De vorige Rode Lijst dateerde uit 2012, waardoor een herziening dringend nodig was.

Veranderde beoordelingscriteria

Om de uitsterfkans van een soort te bepalen baseert het INBO zich op trends in populatiegrootte en verspreiding van een soort. De criteria hiervoor zijn vastgelegd door de International Union for the Conservation of Nature (IUCN). Eén van die criteria is de mate waarin de verspreiding van een soort versnipperd is: kleine, geïsoleerde populaties zijn minder duurzaam dan grotere leefgebieden waarbij individuen van de ene naar de andere populatie kunnen migreren. In de vorige Rode Lijst werd de mate van versnippering vrij mild opgevat. Gezien de beperkte mobiliteit van de betrokken soorten, vormt de graad van versnippering van ons landschap voor het gros van hen een ernstige bedreiging. Daarom hebben we dit criterium strenger toegepast in de nieuwe Rode Lijst. 

Statusveranderingen van soorten

Als we de vorige Rode Lijst uit 2012 herrekenen volgens de nieuwe aanpak, dan belanden de meeste soorten in dezelfde finale categorie. In se is de globale toestand voor deze soorten dus niet veranderd, maar onze interpretatie ervan wel. Daarnaast hebben we een aantal soorten verplaatst naar de categorie ‘Onvoldoende Data’ en hebben we de invasieve meerkikkers (incl. Anatolische en Levantijnse meerkikkers) geschrapt. De enige echte verandering is de gunstige evolutie van de boomkikker. In de vorige Rode Lijst was die als ‘Ernstig Bedreigd’ aangeduid. Als we herrekenen naar onze nieuwe benadering, komt de soort één categorie lager uit (‘Bedreigd’), zowel in 2012 als in de nieuwe Rode Lijst. 
Vijftien soorten amfibieën en zes reptielensoorten werden afgetoetst aan deze criteria en ingedeeld in de overeenkomstige IUCN Rode Lijstcategorie.

Afbeelding
Tabel Rode lijst
INBO
Nieuwe Rode lijst met verschuivingen t.o.v. de vorige. Muurhagedis heeft dan wel vele tientallen populaties in Vlaanderen, maar op twee na zijn die geïntroduceerd en worden ze niet in rekening genomen. Van de 2 inheemse populaties zijn er onvoldoende data

Bescherming en beheer

Zoals de Rode Lijst weinig echte veranderingen laat zien, zijn de voornaamste bedreigingen helaas ook gebleven: habitatverlies, -degradatie en -fragmentatie en invasieve soorten (waaronder uitheemse groenekikkersoorten) en ziektes (met name de salamanderschimmel Bsal). Al deze bedreigingen kunnen bovendien versterkt worden door de impact van klimaatverandering. 
Robuuste amfibiepopulaties vereisen geschikte voortplantingswateren. Om zowel droge als natte jaren te kunnen overleven zijn er dan ook binnen elk gebied voldoende diepe poelen nodig. Het is belangrijk soortspecifiek te werken. Zo kan het voor bepaalde warmteminnende pioniersoorten, zoals boomkikker en rugstreeppad, nodig zijn om poelen ondieper te maken in afstemming op periodes van hoge waterstanden, terwijl het omgekeerde nodig is voor periodes van grote droogte. Diversifiëren is het sleutelwoord. Een netwerk van poelen op maximaal enkele honderden meters van elkaar en met verschillende dieptes vergroot de kans op jaarlijkse succesvolle voortplanting.  Dit maakt de populatie veerkrachtiger en ondersteunt migratie, verspreiding en behoud van genetische diversiteit.

Reptielvriendelijk beheer vereist het voorzien van structuurvariatie: reptielen verkiezen in hun leefgebied een mozaïek van open plekjes waar ze snel kunnen opwarmen en oudere vegetaties met schuilmogelijkheden. Klassieke beheerpraktijken resulteren nog te vaak in homogene habitatvlekken: de vegetatie is er vaak te monotoon. Begrazings- en maaibeheer dient kleinschalig te zijn en niet te intensief. Van bijv. levendbarende hagedis weten we dat die heel gevoelig is voor hoge dichtheden aan grazers. Voor sommige soorten, met name adder en levendbarende hagedis, is het tegengaan van verdroging van heidegebieden even relevant als voor amfibiesoorten zoals heikikker en poelkikker.

Kweek- en uitzetprogramma’s

In 2025 zal het INBO kweek- en uitzetprogramma’s verder uitvoeren voor vroedmeesterpad (uitzet sinds 2021), knoflookpad (uitzet sinds 2020) en rugstreeppad (herintroductie in het Zwin, uitzet sinds 2024). Het is nog te vroeg om deze te evalueren. Zonder de vereiste kwantiteit en kwaliteit aan geschikt leefgebied kunnen deze acties echter niet de beoogde bijdrage leveren aan het duurzaam instandhouden van deze soorten. Met name knoflookpad behouden zal enkel mogelijk zijn indien voldoende grote oppervlaktes aan habitat specifiek voor deze soort worden ingericht en beheerd. De door het INBO voor verschillende soorten opgemaakte habitatgeschiktheidscriteria  moeten als absolute minimumvereisten worden gezien.

Ecologisch belang

Amfibieën en reptielen spelen een cruciale rol in ecosystemen. Hun afname kan leiden tot verdere verstoringen in de biodiversiteit en ecologische processen. Hun behoud is daarom niet alleen van belang voor de soorten zelf, maar ook voor het functioneren van het hele ecosysteem. Het is van essentieel belang dat er maatregelen worden genomen voor het klimaatadaptief beheren van hun natuurlijke habitats, het bestrijden van ziekten en invasieve soorten en het creëren van corridors die migratie mogelijk maken.

Het hele rapport kan je hier terugvinden

Tekst: Jeroen Speybroeck, Loïc Van Doorn, Dirk Maes (INBO) & Sam Van de Poel (Natuurpunt Studie)