Afbeelding
Straatverlichting heeft een grote invloed op het omringende landschap
Robbert Schepers/Regionaal landschap Schelde-Durme

Licht uit, biodiversiteit aan

7 okt 2022
Categorieën
Natuurbericht


Om stevig te besparen op de elektriciteitsfactuur, bood netbeheerder Fluvius alle Vlaamse steden en gemeenten aan om de straatverlichting te doven op weekdagen tussen 23u en 5u. Heel wat dier- en plantensoorten ondervinden hinder van nachtelijk kunstlicht. Hoewel het uitschakelen van straatverlichting voor een deel van de nacht niet alle negatieve effecten wegneemt, zal het toch een pak voordelen voor de biodiversiteit opleveren. Hopelijk biedt deze uitzonderlijke situatie ons inzicht in hoe we in de toekomst duurzamer met verlichting kunnen omspringen. 

Nachtelijk kunstlicht heeft een grote impact op dieren en planten

Vlaanderen behoort tot de meest verlichte delen van de wereld. Nachtelijk kunstlicht van huizen, bedrijven, monument- en straatverlichting heeft een grote impact op dieren en planten. Door omvorming naar witte ledverlichting neemt de impact zelfs nog toe. De laatste jaren is er daarom meer wetenschappelijk onderzoek gedaan naar verlichting en biodiversiteit. Recente studies tonen maar liefst een hele reeks effecten aan. Zo worden insecten en andere ongewervelden aangetrokken tot licht, en kunnen ze de hele nacht cirkelen rond lampen. Daardoor verliezen ze tijd om te eten en zich voort te planten, of - in het ergste geval - sterven ze door uitputting. Nachtelijke verlichting blijkt dan ook een van de oorzaken van de achteruitgang van insecten. Maar ook andere soorten ondervinden last van nachtelijk kunstlicht. Koolmezen die blootgesteld worden aan verlichting ‘s nachts, slapen een stuk slechter, terwijl slaap erg belangrijk is. Vele vleermuizen en andere nachtactieve zoogdieren zijn lichtschuw, en verlichting zorgt ervoor dat ze zich moeilijker kunnen verplaatsen tussen hun verblijfplaatsen en jachtgebieden. Een landschap doorkruisen wordt voor dergelijke soorten plots een stuk moeilijker. Bloemen die in de buurt van straatverlichting groeien worden minder bezocht door bestuivers en produceren daardoor minder zaad. Andere soorten planten komen dan weer veel te vroeg in blad wanneer ze dicht bij verlichting groeien, waardoor er later op het seizoen minder voedsel is voor insecten.

Maar een deel van de nacht verlichten 

Netbeheerder Fluvius bood afgelopen maand alle Vlaamse gemeenten en steden aan om de straatverlichting op weekavonden tussen 23u en 5u te doven. Op die manier besparen lokale overheden ongeveer een derde op hun elektriciteitsfactuur. Hoewel deze maatregel vooral gericht is om te besparen op de elektriciteitsrekening, kan het een deel van de negatieve effecten effecten op dieren en planten verminderen. Bij een studie op vleermuizen nabij Parijs waarbij de verlichting werd uitgezet tussen middernacht en 5 u 's ochtends, vonden onderzoekers evenveel voorbijvliegende grootoorvleermuizen, een lichtschuwe soort, als bij volledige duisternis. Soorten van de Myotis-groep, die ook erg lichtschuw zijn, lijken het voorbeeld van de grootoorvleermuis te volgen, maar er zijn niet voldoende waarnemingen die staven dat dit het resultaat is van uitgedoofde straatverlichting. In een uitgebreid veldexperiment in Groot-Brittannië vergeleken onderzoekers de effecten van licht op bodembewonende spinnen en kevers door verschillende verlichtingsscenario’s uit te testen. Daaruit blijkt dat elke vorm van verlichting een effect heeft, maar een strategie waarbij minder intense verlichting gebruikt wordt en waarbij lichten ook uitgeschakeld worden tussen middernacht en 4 u heeft het minste negatieve effecten op bodembewonende spinnen en kevers. Ook bij planten zijn al dergelijke resultaten waargenomen. Zo heeft verlichten voor middernacht - in tegenstelling tot continue nachtverlichting - geen effect op de bestuiving van de avondkoekoeksbloem. Deze plant, die door nachtvlinders bezocht wordt, wordt bij complete duisternis evenveel bestoven als wanneer de planten enkel voor middernacht verlicht worden.


Afbeelding
Grootoorvleermuis René Janssen

De lichtschuwe grootoorvleermuis is een soort die kan profiteren van verlichting een deel van de nacht uit te schakelen (Foto © René Janssen).

Een deel van de oplossing, maar niet voldoende

Licht uitschakelen kan dus voor een aantal dier- en plantensoorten negatieve effecten beperken, maar deze maatregel is op zich niet voldoende om de negatieve effecten van nachtelijk kunstlicht helemaal te vermijden. Zo zijn veel nachtdieren net vooral in de schemering of de eerste uren van de nacht actief, en als het licht dan nog brandt, blijft het effect negatief. Onderzoek bij de grote hoefijzerneus - een sterk bedreigde vleermuissoort - toont aan dat de straatverlichting net beter gedoofd wordt tussen zonsondergang en middernacht en niet pas na middernacht.. 

Alle onderzoeken wijzen erop dat behoud en bescherming van duisternis, zeker in gebieden met een hoge biodiversiteit of zeldzame soorten, altijd beter is dan tijdelijke of gedimde verlichting. Het is daarom cruciaal om bij de verdere verledding van (openbare) verlichting lichtplannen te screenen op ecologisch kwetsbare zones en op de verbindingen tussen die gebieden. Het is aangeraden om na te gaan waar verlichting mogelijk overbodig is of waar via maatwerk (tijdelijk dimmen, doven, bewegingssensors, aangepaste lichtkleur...) de impact op de omgeving kan beperkt worden. 

Nu zaterdag, 8 oktober 2022, is het in het hele land weer Nacht van de Duisternis. Je kan verschillende Natuurpunt-activiteiten vinden via deze link.

Tekst: Daan Dekeukeleire (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek)