Hangvliegen zijn verborgen levende insecten die slechts zelden aangetroffen worden. Nieuwe vondsten berusten meestal op toevallige zichtwaarnemingen, af en toe belandt er een exemplaar in een malaiseval of wordt er één op licht gevangen tijdens nachtvlinderonderzoek. In vlucht lijken ze nog het meest op langpootmuggen met hun lange poten en aarzelende, in afstand beperkte vlucht. Hangvliegen hebben in tegenstelling tot muggen vier vleugels, lange antennes, lange en opvallend bedoornde poten en een kleine ‘snavel’. Ook de manier van rusten is bijzonder en helemaal verschillend met hoe langpotige muggen zich positioneren: ze hangen bewegingsloos en verticaal aan hun voorpoten met hun vleugels gevouwen rond hun achterlijf. Hun snavelvormige monddelen hebben ze gemeen met de schorpioenvliegen waaraan ze verwant zijn.
Op basis van foto’s is de breedvleugelhangvlieg meestal goed van de eveneens historisch in België vastgestelde Bittacus italicus te onderscheiden: de breedvleugelhangvlieg heeft verdonkerde dwarsaders en bredere vleugels. B. italicus - de enige andere Europese hangvlieg - heeft bovendien geel ‘berookte’ vleugels.
Leefwijze
Hangvliegen worden over het algemeen op vochtige en schaduwrijke plekken aangetroffen. De imago’s vliegen maar weinig en jagen op kleine insecten vanuit een hinderlaag. Ze grijpen voorbijvliegende prooien (andere insecten en spinnetjes) met behulp van hun lang bedoornde midden- en achterpoten.
Vrouwtjes verspreiden feromonen waar de mannetjes op afkomen. Interessant weetje is dat hangvliegmannetjes een prooi als geschenk aanbieden (bruidsschat) aan het vrouwtje voor én tijdens het paren. Ook dit hebben ze gemeenschappelijk met schorpioenvliegen. Soms stelen mannetjes de prooi van copulerende soortgenoten. De larven ontwikkelen zich in de strooisellaag.
Een comeback of alleen meer aandacht?
Wereldwijd zijn er een 200-tal soorten hangvliegen beschreven met de hoogste diversiteit aan soorten in Zuid-Amerika, China en Afrika met zelfs een 50-tal soorten in de Ethiopische regio. In Europa zijn er tot op heden slechts twee soorten vastgesteld. Hangvliegen staan in een aantal landen waaronder buurland Duitsland, Oostenrijk, Slovenië en Tsjechië op de rode lijst . Er worden slechts sporadisch waarnemingen gedaan van hangvliegen, maar recentelijk is de breedvleugelhangvlieg op verschillende plekken weer opgedoken: zowel in Centraal- en Zuidoost Europa als in onze regio. Opvallend is dat naast de drie Belgische waarnemingen, de soort ook in Nederland is waargenomen terwijl die daar nog nooit eerder was vastgesteld (Drukker et al., 2022). Voor het eerst in 2019 op het Nederlandse deel van de Sint-Pietersberg en dit jaar opnieuw in Zuid-Limburg langs de Gulp. Ook in de Lorraine in Frankrijk (Jacquemin, 2005; Carrières-Kam & Jeitz, 2007) zijn er vrij recente waarnemingen. De vraag rijst of er sprake is van een bescheiden comeback of dat de soort gewoon over het hoofd is gezien tot nu toe en dat er sprake is van een verhoogde waarnemersintensiteit. In Nederland is er een groot Gaasvliegenproject gaande, waar deze soortgroep ook wordt meegenomen. Remco Ploeg, de waarnemer van de meest recente Nederlandse hangvlieg, was daardoor extra op zijn hoede voor deze soort. De eerste Nederlandse waarneming en de tweede en derde Belgische waarneming van dit jaar zijn ontdekt door de langpoot- en steltmuggenadmins op Waarneming(en).nl/be. Mede dankzij de Insectenzomercampagne is er meer aandacht voor minder aaibare insecten zoals langpootmuggen en aanverwanten. Foto’s van hangvliegen worden namelijk door de automatische beeldherkenning van die website herkend als de oranje langstaartmug Phylidorea ferruginea (omdat er nog niet voldoende referentiewaarnemingen van hangvliegen beschikbaar zijn). Een constante is wel dat de soort lokaal en in extreem lage aantallen, vaak enkelingen, wordt vastgesteld. Het is daarom opvallend dat er dit jaar opeens vier werden gevonden in Nederland en België.
Goed uitkijken dus voor dit bijzonder insect!
Tekst: Jan Soors (INBO), Daan Drukker (EIS-Nederland) & Koen Lock (UGent)
Achtergrondinformatie:
Carrières-Kam, E. & P. Jeitz, 2007. Bittacus hageni Brauer, 1860 : une nouvelle observation en Lorraine (Insecta, Mecoptera, Bittacidae). Bulletin de la Société des naturalistes luxembourgeois 108: 43-44.
Drukker, Daan & Tillier, Pierre & Dek, Niels-Jan & Renden, Mario. 2022. Bittacus hageni, de eerste hangvlieg voor Nederland (Mecoptera, Bittacidae). Entomologische Berichten. 82. 82-85.
Jacquemin, G., 2005. Un remarquable mécoptère nouveau pour la Loraine : Bittacus hageni Brauer, 1860 (Mecoptera, Bittacidae). Bulletin de la Société Lorraine d’Entomologie 11 : 30-32.
Lock, Koen 2010. Distribution maps and identification key of the Belgian scorpionflies, hangingflies and snowfleas (Mecoptera) - Bulletin S.R.B.E./K.B.V.E., vol.146(3), pp.75-81 - niet online, zie website srbe-kbve
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief