Om dat te weten te komen, plaatsten Pieter Vangansbeke (INBO) en Pallieter De Smedt (UGent) lichtvallen in vier regio's verspreid over België en Noord-Frankrijk. Maandelijks, van juli tot en met oktober 2020, onderzochten ze welke macro-nachtvlinders voorkwamen in open bos - waar recent een dunning was uitgevoerd - en in een dichtbegroeid bos. Op alle onderzoekslocaties werden boskern en bosrand vergeleken, werd het microklimaat onderzocht, en werden de bosstructuur en de plantengroei in kaart gebracht. Op die manier werd de link gelegd tussen de nachtvlinders en de kenmerken van de locaties waar ze werden aangetroffen.
In totaal werden 4743 macro-nachtvlinders gevonden en werden 264 soorten op naam gebracht. Uit het onderzoek bleek dat in de rand van het bos opvallend minder individuen en soorten leefden dan in de kern. Ook de structuur van het bos bleek een rol te spelen: er werden nog minder nachtvlinders gevonden in (de bosranden van) open bossen.
In de kern van structuurrijke bossen werden daarentegen hogere aantallen nachtvlinders aangetroffen. Kenmerkend voor deze boskernen is dat er dat er veel structuurvariatie is, dat er meer bosplanten voorkomen en dat er minder akkers in de directe omgeving zijn. Wellicht zorgen ook het goed gebufferd microklimaat en de hogere nachttemperaturen ervoor dat hier meer nachtvlinders vertoeven.

De onderzoeksresultaten tonen aan dat onverstoorde en aaneengesloten bossen voor nachtvlinders bijzonder belangrijk zijn. Zeker in Vlaanderen, waar bossen vaak versnipperd zijn, is het cruciaal om boskernen goed te beschermen en waar mogelijk bossen uit te breiden of te verbinden. Uiteraard hebben verschillende soortgroepen ook verschillende voorkeuren. Zo zijn er niet alleen nachtvlinders, maar ook dagvlinders die bossen opzoeken. Het is daarom belangrijk om voldoende variatie te voorzien door hier en daar ook open en lichtrijke bossen te behouden. Maar willen we echt inzetten op het behoud van nachtvlinders, dan is het aangewezen om boskernen te beschermen en te verbinden, het kronendak – zowel in bossen als bosranden - goed gesloten te houden en te zorgen voor zoveel mogelijk structuurvariatie in bossen.
Auteurs: Pieter Vangansbeke (INBO) en Pallieter De Smedt (UGent - ForNaLab)
Het volledige artikel van Vangansbeke en De Smedt kan je hier lezen

Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief