Natuurgebieden bieden bescherming tegen overstromingen door klimaatopwarming
De overstromingen van de zomer van 2016 geven een voorsmaakje van wat de klimaatopwarming zal betekenen voor ons land: meer extreem weer, meer overstromingen. Ook de natuur krijgt te lijden onder het veranderende weer. Zo zijn de leefgebieden van vlinders en vogels de afgelopen twintig jaar naar het noorden opgeschoven. In bijna alle Europese landen doen ‘warmteminnende’ soorten zoals kleine zilverreiger en koninginnenpage het steeds beter, ten koste van noordelijke soorten zoals spotvogel en veenbesblauwtje.
Vandaag is verlies en versnippering van leefgebieden de grootste bedreiging voor de biodiversiteit. Maar tegen het einde van eeuw zal dat de klimaatverandering zijn, voorspelt het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties.
Hoe beschermt de natuur ons tegen de klimaatopwarming?
Toch zal het net de natuur zijn die ons zal beschermen tegen de gevolgen van de klimaatopwarming. Slikken, schorren en natuurlijke stranden moeten de kust wapenen tegen de stijgende zee. In steden zal meer groen nodig zijn als verkoeling bij hittegolven. Natuurgebieden waar rivieren buiten hun oevers kunnen treden, zullen overstromingen voorkomen. Tegelijkertijd slaan die gebieden CO2 op, zorgen ze voor zuivere lucht, proper water en extra leefgebied voor planten en dieren.
Al die gebieden moeten aan elkaar worden geregen tot de zogeheten groenblauwe netwerken (Natuur.blad sept 2015). Ze zullen de natuur tot in de kernen van onze dorpen en steden brengen en ervoor zorgen dat planten en dieren die op de vlucht zijn voor de klimaatverandering zich kunnen verplaatsen.
Waterberging in natuurgebieden
Een recent voorbeeld van waterberging in natuurgebieden vind je in Ranst. Met de steun van het Europese LIFE-fonds hebben Natuurpunt, de provincie Antwerpen en VMM het natuurgebied Het Zomerklokje omgevormd tot een moeras. De beek kan er nu opnieuw in en uit stromen. Bij hoge waterstanden komt het volledige gebied blank te staan. Zo wordt het water in de vallei geborgen. De omwonenden, die vroeger vaak te kampen kregen met volgelopen kelders, houden het nu droog. Een kanttekening hierbij is dat te veel waterberging in kleine gebieden planten en dieren letterlijk kan laten verdrinken. Het zal dus zaak zijn om meer ruimte beschikbaar te maken voor waterberging én voor grote robuuste natuurgebieden.
Vlaamse klimaattop en betonstop
Het was op de eerste Vlaamse klimaattop dit voorjaar dat minister-president Geert Bourgeois ruimtelijke ordening prominent naar voor schoof als prioriteit voor het klimaatbeleid. “We moeten dichter bij elkaar gaan wonen”, stelde hij.
“Door onze ruimtelijke ordening radicaal anders aan te pakken, kunnen we de impact op het klimaat drastisch verkleinen én veel beter gaan leven”, zegt Leo Van Broeck, de nieuwe Vlaamse Bouwmeester.
“We hebben Vlaanderen de verdoemenis in verkaveld. In die verkavelingen met vrijstaande woningen is er haast geen economische of socio-culturele activiteit, geen natuur en geen openbaar vervoer. Gevolg is dat iedereen de wagen in moet om te gaan werken, inkopen te doen of zich te ontspannen. Ook loopt de bijkomende kost van distributie van water, gas, elektriciteit, openbaar vervoer en rioleringen in de miljarden.”
Volgens Van Broeck moeten onze dorpen weer microstadjes worden. Met compacte rijhuizen, winkels, gemeenschappelijke voorzieningen, centrale pleintjes en veel groen. Dat gaat niet alleen veel ruimte vrijmaken voor natuur en landbouw in het buitengebied, het heeft ook een rits andere voordelen. Zo zal er minder transport nodig zijn. Gevolg? Propere lucht, minder verkeersongelukken, een dalend energieverbruik, minder kosten voor distributie en infrastructuur drastisch dalende overheidsuitgaven en lagere belastingen
Leo Van Broeck, Vlaamse Bouwmeester: "Onze dorpen moeten weer microstadjes worden. Met compacte rijhuizen, winkels, gemeenschappelijke voorzieningen, centrale pleintjes en veel groen."
Groennorm
Een paar weken na de Vlaamse klimaattop presenteerde Joke Schauvliege haar plan om de ruimtelijke ordening in Vlaanderen aan te pakken. De betonstop, verdichting en meer groen staan daarin centraal. Dat is goed nieuws. Schauvliege is de eerste minister van ruimtelijke ordening die durft voor te stellen dat er geen extra open ruimte meer mag ingenomen worden. Maar de sense of urgency ontbreekt. De overheid mag niet wachten tot 2050. Aan het huidig tempo is Vlaanderen dan zo goed als volgebouwd. De principes die Schauvliege naar voor schuift, moeten nu ingevoerd worden.
Opvallend in de ruimtelijke plannen van Schauvliege is de zogeheten ‘groennorm’. Wie in Vlaanderen nog wil bouwen, zal dat dan niet meer kunnen zonder een stukje groen te voorzien. Natuurpunt pleit voor een groennorm op Vlaams niveau en die in te passen in de groenblauwe netwerken. Zo vermijd je versnippering en krijg je meer collectief groen, toegankelijk voor iedereen. En dat al dat groen meewerkt om de gevolgen van de klimaatopwarming op te vangen, is meer dan mooi meegenomen.
Lees meer nieuws over
Krijg de natuur in je mailbox
Natuurberichten, heet van de naald. 3x per week