Het verspreidingsgebied van de meerjarige groefbij (L. marginatum) bevindt zich in de landen rond de Middellandse Zee. In meer Noordelijke gebieden, zoals het Alpengebied en Midden-Frankrijk, is deze bijensoort ook te vinden. Klimaatverandering zorgt ervoor dat deze warmteminnende soort zich nog noordelijker kan uitbreiden. De ontdekking van deze nieuwe bijensoort in België en Nederland is hier het gevolg van.
De bij werd ontdekt in de gemeente Zemst. Natuurpunt Studie werkt hier aan een bijenplan waarbij de wilde bijen in het openbaar groen in kaart gebracht worden en bijenvriendelijke beheeradviezen gegeven worden. Medewerker Maarten Wielandts heeft deze soort tijdens het inventariseren van een bloemrijk graslandje in de deelgemeente Hofstade aangetroffen.
Tijdens een inventarisatie in het kader van onderzoek naar wilde bijen in de West-Vlaamse provinciale domeinen vond Natuurpunt Studie-medewerker Jens D’Haeseleer ook een vrouwtje van de meerjarige groefbij. De bij werd waargenomen in een bloemrijk gazon in het provinciaal domein De Baliekouter in Dentergem. Dit onderzoek kadert binnen het West-Vlaamse Kruisbestuiversplan en is een opdracht van de provincie West-Vlaanderen en de Regionale Landschappen.
Ecologie
Deze sociale bijensoort heeft een specifieke levenswijze; de kolonie van deze bij doet er namelijk 5 tot 6 jaar over voordat ze volgroeid is en nieuwe koninginnen voortbrengt. Dit is uniek, want andere sociale wilde bijen doen dit al na één jaar. De koningin brengt slechts enkele werksters voort in het eerste jaar, maar door de jaren heen groeit het nest uit van 500 tot 1500 volwassen werksters.
De meerjarige groefbij nestelt in de grond, bij voorkeur in losse, goed doorlatende grond op zonnige locaties. De voorkeur gaat uit naar hellingen die op het zuiden gericht zijn, maar ze nestelen ook op vlakke gronden. Ze graaft tunnels die ongeveer 15-20 cm diep zijn met ongeveer 6-7 nestcellen per tunnel. Soms kunnen deze tunnels uitgroeien tot een echt labyrint van nestgangen en een diepte van 80-90 cm bereiken. De bijen verzamelen in de nestcellen bolletjes stuifmeel, waarop de koningin een eitje legt en waaruit nieuwe bijen geboren worden.
Het zijn echte bezige bijen, die al vroeg op de ochtend starten met het uitbreiden van hun nesten. Ze bouwen meestal elke avond een toren boven de ingang van een nestgang. Deze torentjes zijn ongeveer 3 cm hoog en beschermen de nestgangen tegen invallende aarde en puin. Deze torentjes verdwijnen meestal door wind en regen, of door hun eigen graafwerk. Daarom moeten ze dagelijks herbouwd worden.
Hoe kan je deze bij helpen?
Deze bij is actief in het voorjaar, vooral in april en is sterk afhankelijk van bloemrijke graslandjes met o.a. paardenbloemen, boterbloemen, ereprijs, madeliefjes en voorjaarsganzerik. Het is belangrijk dat gazons niet te frequent gemaaid worden, zodat deze bloemen de kans krijgen om voldoende lang in bloei te blijven staan. Een gefaseerd maaibeheer waarbij altijd voldoende grote ongemaaide bloemrijke zones overblijven is ook geschikt. Om de grasvelden bloemrijk te houden, is het noodzakelijk dat het maaisel na het maaien wordt afgevoerd om bodemverrijking tegen te gaan. Door bodemverrijking zullen grassen de overhand krijgen en bloemplanten verdringen.
Naast kruiden zijn bomen ook van groot belang voor deze soort. Uit de literatuur is bekend dat ze ook op wilgen en zomereiken foerageren. De bij bezoekt ook vaak fruitbomen, zoals kers, pruim en abrikoos. In fruitgaarden aan de Middellandse Zee is deze zelfs de belangrijkste bestuiver van deze vruchten.
Schrale bloemrijke graslanden, vooral met veel reliëf, zijn vaak ook geschikt om nestplaatsen in te maken. Deze zijn te vinden in kale plekken of in lichte hellingen tussen de vegetatie. In te rijke graslanden, waar de grasmat te dicht is, zijn er geen kale plekken en kunnen deze bijen niet nestelen.
Deze biotopen zijn ideaal voor veel wilde bijen, maar helaas zijn ze snel aan het verdwijnen. Wilde kruiden zoals paardenbloemen worden nog te vaak gemaaid of bestreden. Door onzorgvuldig beheer, zonder afvoer van maaisel en stikstofdepositie, verrijken bodems, waardoor er steeds minder bloemen groeien en nestplaatsen dichtgroeien.
Dan is het goed om te zien dat veel partners, waaronder de gemeente Zemst, de provincie West-Vlaanderen, de Regionale landschappen en nog anderen, zich inzetten om ons landschap bijvriendelijker te maken.
Wenst u als bedrijf of openbaar bestuur graag een Bijenplan te laten opmaken voor uw bedrijventerrein of openbaar groen, neem dan contact met ons via [email protected]
Tekst: Maarten Wielandts en Jens D’Haeseleer (Natuurpunt Studie)
Foto’s:
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief