Met een leeftijd van 507 jaar is de Noordkromp het oudste meer ontwikkelde zeedier ter wereld. Het schelpdier komt voor in de Noordzee, maar heeft daar zwaar te lijden onder activiteiten die de zeebodem verstoren.
Het waren Britse onderzoekers die een tiental jaar geleden in IJslandse wateren een Noordkromp van 507 jaar aantroffen, en vervolgens nietsvermoedend een einde maakten aan het leven van deze nestor. Nauwgezet onderzoek van de jaarringen in de schelp en bijkomende analyses leerden dat het dier er al was toen de expeditie van Ferdinand Magellaan tussen 1519 en 1522 zijn eerste rondvaart rond de wereld maakte. De samenstelling van de jaarringen van de schelp – later omgedoopt tot ‘Ming’ (naar de toen in China heersende dynastie) – leverde interessante informatie over het veranderende klimaat in de afgelopen eeuwen. Dat leverde het schelpdier nog een tweede bijnaam op: ‘Tree of the sea’.
Vandaag leeft de Noordkromp ondiep ingegraven in de zeebodems van onder meer het Noord-Atlantische gebied, waaronder ook het noordelijk deel van de Nederlandse Noordzee. Bij ons leeft hij niet, al kan je op het strand, vooral in de buurt van havens, nog schelpen aantreffen. Die zijn afkomstig van de visserij. De soort is met zijn dikke, ronde, zwart-bruine schelp en naar voor omgebogen top erg herkenbaar.
Boomkorvisserij is bedreiging
De Noordkromp leeft van plankton en groeit traag. Net door die trage groei is hij erg kwetsbaar voor bodemverstorende activiteiten zoals boomkorvisserij. Een Noordkromp die het geluk heeft niet voortijdig te worden opgevist, kan meer dan tien centimeter groot worden. De soort wordt trouwens ook gekweekt voor consumptie, zo nu en dan liggen jonge exemplaren in de viswinkel te koop.
De meeste ontwikkelde meercellige zeedieren worden minder oud. Van kreeften is bekend dat ze 50 tot 100, misschien wel 140 jaar oud kunnen worden. De Groenlandse walvis is het oudste zoogdier met een maximaal vastgestelde leeftijd van 211 jaar. Enkel de Groenlandse haai, het oudste gewervelde dier, en de diepzee-oester Neopycnodonte zibrowii met naar schatting zo’n 500 kaarsjes op zijn verjaardagstaart, strijden mee voor de titel.
Toch is leeftijd zeer relatief. Aan land zijn er diverse bomen en struiken die duizenden jaar oud kunnen worden. De Amerikaanse ‘bristlecone den’ haalt 5.000 jaar, het bosbesachtige struikje Gaylussacia brachycera wel 8.000 tot 13.000 jaar. En onder de lagere, meercellige zeedieren spannen kolonievormende sponzen en neteldieren (poliepen, koralen) de kroon. Of wat gedacht van de diepwaterspons Monorhaphis chuni (11.000 jaar), bepaalde glassponzen (15.000 tot 23.000 jaar) of zwarte koralen van het genus Leiopathes (4.200 jaar).
Het eeuwige leven
Het blijkt een ongeschreven regel. Eenvoudige kolonievormende levensvormen – zoals sponzen, koralen, poliepen en anemonen – hebben wel nog het “eeuwig leven”. Ze beschikken over massa’s stamcellen die hen in staat stellen om voortdurend te herbronnen (lees: groeien, wegkwijnen, nieuwe groei en/of regeneratie). Andere organismen groeien dan weer ongeslachtelijk. Zo vormen zwammen continu nieuwe zwamdraden en behouden zo tot wel duizenden jaren lang hun genetisch materiaal in een ongewijzigde vorm.
Hogere levensvormen, zoals de mens, zijn die optie kwijtgespeeld, opgeofferd aan de verdere specialisatie van lichaamsstructuren en strategieën ter bescherming tegen tumoren. Hoewel er geen rechtstreeks verband bestaat tussen grotere lichaamscomplexiteit en leeftijd, lijkt het eeuwige leven toch niet echt weggelegd voor de slimste van de klas. Rusten kan dan weer helpen: zaden van de anjerachtige Silene stenophylla bleken na 32.000 jaar in de Siberische permafrost nog steeds kiemkrachtig…
Tel op 17 maart mee schelpen op het strand ter gelegenheid van de Grote Schelpenteldag. Ook zonder de Noordkromp wordt dit een niet te missen evenement.
Tekst: Jan Seys, VLIZ, Francis Kerckhof, KBIN & Hans De Blauwe, Strandwerkgroep
Foto's: Hans De Blauwe
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief