Afbeelding
Koen Selleslagh

Oeverwand haalt Oeverzwaluw terug naar Bos van Aa

24 mei 2016
Categorieën
Natuurbericht

In een oeverwand die aangelegd werd door vrijwilligers van de Vogelwerkgroep Noordwest-Brabant van Natuurpunt werden 80 broedparen van Oeverzwaluwen geteld. Een opsteker, want na een reeks onoordeelkundige ingrepen was de zeldzame vogel in 2010 nagenoeg verdwenen uit de hele regio. De Oeverzwaluw gaat de laatste jaren sterk achteruit in Vlaanderen.

Oeverzwaluwen broeden bij ons van nature in uitgespoelde rivieroevers met steile wanden waar ze hun nestgangen uitgraven. Het historisch beheer van Vlaamse waterlopen (meanders rechttrekken en oevers verstevigen met gewapend beton) heeft er echter toe geleid dat Oeverzwaluwen nog maar weinig nestgelegenheid vinden, waardoor het broedbestand flink afnam. Een groot deel van de vogels vestigde zich vervolgens in door mensenhand geschapen ‘oeverwallen’ zoals zandgroeven en opgespoten terreinen. Door de tijdelijke aard van vele van deze constructies bleef het broedsucces vaak beperkt, en dit zorgde ervoor dat de soort nu op de Vlaamse Rode Lijst geboekstaafd staat als ‘achteruitgaand’.

Afbeelding
oeverzwaluwen_op_het_bos_van_aa_pallieter_de_smedt.jpg

Oeverzwaluwen vinden hun weg terug naar het Bos van Aa (foto: Pallieter De Smedt)

Begin jaren 70 werd er in Zemst aan de grens met Kapelle-op-den-Bos een nieuwe zeesluis gebouwd. De baggerspecie werd integraal opgespoten op het Bos van Aa. Door de hoge fractie zand van de opgespoten en onderliggende gronden werd enkele jaren daarna gestart met een zandwinning. Dit terrein, met steile wanden en grote oppervlakten open water, werd daardoor uitermate geschikt voor broedvogels zoals de Oeverzwaluw. Gedurende vele jaren werd een drietal verschillende kolonies opgemerkt in het gebied zelf. Maar ondanks de grote hoeveelheid steile wanden en open water verliep het broeden toch zelden van een leien dakje. Er was veel verstoring, onder andere door de zandwinning en door motorcrossactiviteiten. Tijdens enkele jaren werden honderden nestgangen van broedende Oeverzwaluwen onder zand bedolven.

Vanaf 2006 leek het einde nabij voor de Oeverzwaluwen. De zandwinning werd stopgezet wegens het niet meer rendabel, en de grote vijvers werden volgestort met grond vanuit heel Vlaanderen. Hoewel het hele gebied nabestemming natuur had leek het erop dat de bescherming veel te laat zou komen voor de Oeverzwaluw.

De jaren nadien besliste de Vogelwerkgroep Noordwest-Brabant van Natuurpunt dan om het heft in eigen handen te nemen. Struweel op oude zandwanden werd verwijderd en de wanden werden gedeeltelijk afgestoken zodat ze weer steil genoeg werden. Deze kleine ingrepen hadden succes en enkele tientallen broedkoppels konden zich nog handhaven in het gebied. Helaas was er in 2010 weer een dieptepunt toen een zestigtal vers gegraven gangen vernield werden zodat de vogels niet tot broeden konden komen en de werken op het gebied door de zandontginner door konden gaan. Drie jaar lang zou er geen Oeverzwaluw meer broeden op het Bos van Aa. Op enkele broedgangen na, in Humbeek aan het kanaal Brussel-Rupel, was de soort plots in de hele regio verdwenen.

Vanaf 2011 stopte het storten van aangevoerde grond en werd het beheer van het gebied overgedragen aan Natuurpunt. In 2013 besliste de Vogelwerkgroep om een nieuwe wand aan te leggen. Samen met de werkploeg van Natuurpunt Merchtem werd er manueel gewerkt aan een nieuwe zandwand. Hoewel er dat jaar weer vier koppels tot broeden kwamen, was het resultaat eerder beperkt. Een jaar later werd alles dan maar grootschaliger aangepakt en werd een kraan ingeschakeld om de wand te verbeteren. In 2016 was het dan eindelijk zover: voorlopig werden niet minder dan 80 nestgangen geteld. Zelfs in de oude delen van de zandwand zijn weer koppels aan het broeden.

Een fantastisch resultaat dat enkel bereikt kon worden door jarenlange inspanning van de vele vrijwilligers. Dankzij deze acties kunnen we de Oeverzwaluw hopelijk nog vele jaren onderdak bieden, zodat we de soort als broedvogel kunnen behouden in de hele regio.

Tekst: Karel Helsen (Vogelwerkgroep Noordwest-Brabant) en Pallieter De Smedt (Natuurpunt Kanaalregio – Bos van Aa)
Foto’s: Koen Selleslagh & Pallieter De Smedt