Afbeelding
Gewone grootoorvleermuis
Wout Willems

Onderzoek naar invloed van hoogspanningslijnen op vleermuizen

23 apr 2024
Categorieën
Natuurbericht
Organisatie

In de zomer van 2023 voerde Natuurpunt Studie op vraag van Elia een onderzoek uit naar het voorkomen en het gedrag van vleermuizen rond hoogspanningslijnen. De hoogspanningslijnen worden duidelijk waargenomen door de dieren, en de invloed van de lijnen en de omgeving ervan op de vleermuizen hangt af van de omstandigheden. Er kon niet worden vastgesteld dat er dodelijke slachtoffers vielen door vleermuizen die tegen hoogspanningslijnen vliegen.

In Vlaanderen gebeurde er tot nu toe geen onderzoek naar de impact van hoogspanningslijnen op vleermuizen. Met deze verkennende studie werd afgelopen zomer een eerste aanzet gedaan om dit kennishiaat te dichten. Met het onderzoek gingen we na of vleermuizen, net als vogels, sneuvelen door tegen de hoogspanningslijnen te vliegen. We bekeken ook of het gedrag van vleermuizen werd beïnvloed door de aanwezigheid van de lijnen. Hiervoor zetten we verschillende onderzoeksmethoden in.

Verschillende onderzoeksmethoden

Dode vleermuizen onder hoogspanningslijnen spoorden we op met een speciaal daarvoor getrainde hond. Onder hoogspanningslijnen in bossen zochten we tijdens de zomerperiode wanneer vleermuizen hier volop voedsel zoeken. Tijdens de migratieperiode zochten we onder lijnen door open terrein. Het onderzoek gebeurde in Gent en Evergem in Oost-Vlaanderen. De effectiviteit van de speurhond werd getest door tijdens de bezoeken telkens zelf enkele meegebrachte dode vleermuizen neer te leggen onder de hoogspanningslijnen. Om het gedrag van vleermuizen na te gaan nabij hoogspanningslijnen, voerden we directe observaties uit met een warmtekijker op drie locaties waar een hoogspanningslijn door bosgebied loopt: het Begijnbos in Kortenaken (Vlaams-Brabant), de Ruige Heide in Zandvliet (Antwerpen) en Bos Op den Aenhof in Zolder (Limburg). Omdat soorten herkennen met warmtekijker niet evident is, werd op die locaties ook een automatische vleermuizendetector geplaatst om het voorkomen van de diverse vleermuizensoorten na te gaan.

Afbeelding
Hoogspanningsleidingstraat
Wout Willems
Hoogspanningslijn door de Ruige Heide in Zandvliet

Resultaten

De hond kon zonder al te veel problemen altijd de zelf neergelegde vleermuizen lokaliseren. Hij vond echter geen niet-zelfverstopte dode vleermuizen, wat lijkt aan te tonen dat er effectief geen vleermuisslachtoffers vallen door tegen hoogspanningslijnen te vliegen.
De vleermuizen foerageerden (zochten naar voedsel) aan de beboste randen van de opengehouden strook van de hoogspanningslijn, maar ook in deze strook zelf. Ze vlogen daarbij doorgaans lager dan de geleiders (kabels). Ze verplaatsten zich ook via de open stroken van de hoogspanningslijnen. In bredere open stroken (op grotere soorten na) vooral tegen de bosranden aan, in het verlengde van de lijnen. Bij smallere stroken verplaatsen vleermuizen zich vooral dwars over de open strook, en nauwelijks of niet in het verlengde van de lijnen. Dwarse verplaatsingen gebeuren meestal onder de geleiders door.

Afbeelding
oeken met speurhond naar aanvliegslachtoffers van hoogspanningslijnen
Wout Willems
oeken met speurhond naar aanvliegslachtoffers van hoogspanningslijnen.

In de meeste gevallen lijken vleermuizen de nabijheid van de elektrische infrastructuur zelf niet op te zoeken, maar ook niet specifiek te mijden. Voor de meeste soorten vormt de bosrand een beter foerageerbiotoop dan het opener midden van de open strook van de hoogspanningslijn, waardoor die in feite weinig redenen hebben om in de nabijheid van de elektrische infrastructuur te vliegen. In bepaalde gevallen was er wel interactie met deze infrastructuur: de vleermuizen vliegen dan tussen de geleiders, of van geleider tot geleider. Bij dit gedrag vliegen de dieren tot de geleider opwaarts, om dan weer om te keren, zich even te laten terugvallen en weer verder te vliegen. In plaats van omkeren kunnen ze ook rond de geleider vliegen. In andere gevallen vlogen vleermuizen parallel naast de geleider. In alle gevallen van interactie met de geleiders leek het om foeragerende vleermuizen te gaan. Tweemaal werd vastgesteld dat vleermuizen naar een pyloonisolator vlogen, en daar net omheen of net ervoor omkeren en weer wegvliegen. Eén van beide dieren herhaalde dat zelfs driemaal achter elkaar; klik hier voor het filmpje.
De vastgestelde gedragingen tonen aan dat foeragerende vleermuizen zeer duidelijk de geleiders kunnen waarnemen, en dat daarom aanvliegslachtoffers bij dit gedrag niet verwacht worden. Of dit ook het geval is voor dieren op route (en vooral op trek) is momenteel nog onduidelijk. Migrerende dieren vliegen immers doorgaans hoger, tegen hogere snelheid en met het uitstoten van lagere geluidspulsen die minder omgevingsdetails weergeven tijdens de echolocatie.
Het volledige onderzoeksrapport kan je hier lezen.

Met dank aan Kris Boers, Laurie Braet en hond Lima voor de hulp bij het terreinwerk.
Tekst en foto’s: Wout Willems (Natuurpunt Studie)