Opinie: het mestbeleid stinkt

Het mestbeleid stinkt
Deze opinie verscheen op 22/05/2019 in De Standaard
De grootschalige mestfraude verrast Laurens De Meyer (BBL), Bart Vanwildemeersch (WMF) en Freek Verdonckt (Natuurpunt) niet. Welke lessen kunnen we eruit trekken?
‘De ene keer zijn ze vol, de andere keer zijn ze niet vol. Ik weet het ook niet.’ Aan het woord is boer Luc uit Watou, die op 13 maart op Focus WTV weifelend beschreef hoe zowel volle als lege vrachtwagens hun ‘vracht’ afzetten bij een mestverwerker in de buurt. Zonder het te weten gaf Luc gestalte aan het complexe verhaal van de mestfraude, waarover De Standaard berichtte (DS 21 mei). De aanloop naar het zesde Mestactieprogramma (MAP6) wordt zo stilaan een thriller, waarbij een beerput van tien jaar falend mestbeleid stukje bij beetje wordt geopend.
Ironisch is het haast, dat toenmalig minister van Landbouw Kris Peeters (CD&V) in februari 2006 de uitbreiding van veeteeltbedrijven opschortte ‘zolang de waterkwaliteit niet onder controle is’. Toen was het nog: waterkwaliteit voor veekwantiteit. Luttele maanden later nam de veestapel toe en boomde de mestverwerkingssector.Mestverwerking kreeg als ‘hoeksteen van het mestbeleid’ dekking in Vlaamse beleidsnota’s, wat de sector een flinke duw in de rug gaf.
Dankzij de mestverwerking kwam de mest niet op het akkerland en kon de grondloze veeteelt groeien (waarbij runderen hun hele leven in de stal doorbrengen). Maar het zaakje begon te stinken. De kosten van mestafzetmaken voor de kleine veeteler het verschil tussen winst en verlies. Begin dit jaar stortte de varkensprijs bijvoorbeeld ineen, waardoor de veeteler een nettoverlies van 15 euro per varken maakte. En omdat een boer zijn stal en voeder sowieso moet afbetalen, bepaalt het gesjoemel met de mestafzet voor sommigen het verschil tussen een faillissement en nipt overleven. De verwerking van mest kost per varken zo’n 16 euro. Als de pakkans uiterst klein is en boetes niet in relatie staan tot de gemaakte winst, dan is bij sommigen de rekening gauw gemaakt. Het leefmilieu betaalt.
Straf ontlopen
Dat mestverwerkers hier business in zien, en onder meer mesttransporten zonder effectieve mest aanvaarden, maakt het nog frappanter. Het mestbeleid maakt het voor grote spelers mogelijk om mest te lekken in ons leefmilieu. Het maakt daar een verdienmodel van dat ontwrichtend werkt voor boeren die het wel goed doen. Zij krijgen een deel van de rekening, de burger de rest, want die zal ook opdraaien voor de hogere zuiveringskosten van drinkwater, en uiteindelijk ook voor de boete die Europa ons dreigt op te leggen.
De grootschalige mestfraude verrast ons niet. Ze is de zoveelste uitwas van een mestbeleid dat het systeem niet wil bijsturen. Dat de waterkwaliteit niet verbetert – en zelfs verslechtert – lijkt wel bijzaak. Ook het zesde Mestactieplan, dat vandaag in het parlement ter stemming voorligt, pakt de bron van het probleem niet aan. Met meer gps-trackers op mesttransporten hoopt men de fraude te bestrijden in plaats van te voorkomen. Maar de controleurs van de Mestbank zijn nu al overbevraagd, en er komen geen extra middelen. Bovendien leidt controle niet per se tot sanctionering, zelfs bekende overtreders ontlopen vaak hun straf. Dat maakt het onderzoek van deze krant zo pijnlijk duidelijk.
Geen verleiding meer
Welke lessen kunnen we trekken, nu het deksel van de beerput is? Niet dat alle boeren moedwillig fraudeurs zijn. Wel dat het mest- en landbouwbeleid op hun grenzen botsen en dringend op een andere leest moeten worden geschoeid, in het belang van de waterkwaliteit én de boer. Het moet als boer geen pretje zijn om de stempel ‘fraudeur’ te krijgen. Net daarom hoopt de milieubeweging dat dit fraudeverhaal een momentum is voor zowel landbouwers als politici.
Een MAP6 bis dat het systeem wil bijsturen, is eigenlijk vandaag al nodig. Het moet worden geflankeerd door een landbouwbeleid dat de toegevoegde waarde weer naar de landbouwer laat gaan. En waarbij Europese en Vlaamse landbouwsubsidies naar verdienmodellen gaan die zorg voor bodem en water en herstel van biodiversiteit kunnen koppelen aan een waardig inkomen voor de boer. Dan valt ook de verleiding weg om buiten de lijntjes te kleuren.
Als het MAP6 vandaag wordt goedgekeurd, hebben we weer een kans gemist om het mest- en ruimer landbouwbeleid te hervormen. Dit plan is het resultaat van kunst- en vliegwerk onder tijdsdruk van de sector. Wij blijven dan ook gefocust tot de evaluatie van dit actieplan in 2020. Ondertussen schrijft Vlaanderen ook zijn plannen om het door Europa hervormde gemeenschappelijke landbouwbeleid uit te voeren. Als daar out of the box wordt gedacht, hebben we de juiste instrumenten om een landbouwbeleid uit te werken dat goed is voor boer en leefmilieu.
Krijg de natuur in je mailbox
Natuurberichten, heet van de naald. 3x per week