Sinds zondag 18 augustus is de Europese natuurherstelwet officieel van kracht. Ter herinnering: de Europese natuurherstelwet verplicht de lidstaten om de natuur actief te herstellen. Niet alleen in de snippers natuur die her en der verspreid liggen in Vlaanderen, maar ook in steden, landbouwgebied en rond rivieren.
De goedkeuring van de wet was een dubbeltje op zijn kant. Het kan verkeren. Nog maar enkele jaren geleden, tijdens de coronacrisis, kon er niet genoeg natuur zijn. Plotseling laait de discussie rond de natuurherstelwet op en wordt natuur als bedreigend gezien. Natuurherstel hindert de economische ontwikkeling en gaat ten koste van landbouw en bedreigt zelfs de voedselproductie, zo klonk het bij lobbygroepen van de agro-industrie. De pauzeknop werd ingedrukt en maatregelen werden teruggeschroefd onder druk van de landbouwlobby.
Nochtans ondervinden we allemaal de toenemende impact van de klimaatopwarming aan den lijve. De boeren zijn nota bene als eersten het slachtoffer van de gevolgen. De voorbije jaren kreunden we onder extreme droogte, dit jaar konden de boeren niet zaaien wegens te nat. Om nog maar te zwijgen van het aantal hittedoden, allesverwoestende bosbranden in onze vakantiebestemmingen of overstromingen met catastrofale maatschappelijke kosten tot gevolg.
Een ontregelde natuur kan verwoestend uithalen. Maar het is diezelfde natuur die onze sterkste bondgenoot kan worden. Want zelfs wie niet overtuigd zou zijn van de intrinsieke waarde van natuur, is misschien wel overtuigd door de ecosysteemdiensten die de natuur ons levert. ‘Ecosysteemdiensten’ zijn de vele directe en indirecte voordelen die de ecosystemen leveren en een grote economische waarde vertegenwoordigen.
Veengebieden
Dit besef is in elk geval doorgedrongen tot de hoogste economische gremia. In hun jaarlijkse analyse van de risico’s voor de economie van het Wereld Economisch Forum (nu niet meteen een clubje van donkergroene bomenknuffelaars) staan klimaatwijziging en verlies aan biodiversiteit met stip bovenaan, zowel wat het risico als de impact betreft. Ze pleiten er onomwonden voor om het verlies aan biodiversiteit te stoppen. Dat nu ook vanuit economische middens gepleit wordt voor natuurherstel is niet ingegeven door ecocentrische overwegingen, maar door een puur antropocentrische benadering.
We moeten niet ver zoeken om voorbeelden te vinden van hoe de natuur onze kostbare ecosysteemdiensten levert. Moerassen, veengebieden en riviervalleien zijn essentieel om overstromingen te vermijden en onze watervoorraad op peil te houden door regenwaterinfiltratie. Bovendien zijn veengebieden de ‘nieren van de natuur’ en spelen ze een essentiële rol in de zuivering van ons water. Dan zwijgen we nog over het spectaculaire vermogen van veen om CO₂ te capteren en zo de klimaatopwarming te bestrijden. Dat klinkt abstract, maar als we 30.000 hectare veengebied zouden vernatten (en dat kan met bescheiden ingrepen en middelen), dan heeft dat een even groot effect als 500.000 daken in Vlaanderen isoleren.
Bomen en parken houden de temperatuur in de steden leefbaar. Ook de landbouw zal profiteren van de natuurherstelwet. In een Vlaanderen met een robuuste natuur kan het regenwater vlot infiltreren in natte periodes, terwijl een gezonde grondwaterspiegel ons helpt om droge periodes te overbruggen. In een platteland met een gezond bodemleven en waar het gonst van de insecten, is er veel minder nood aan kunstmest en pesticiden. Dan worden schadelijke organismen opnieuw bestreden door hun natuurlijke vijand – dat is veel goedkoper en beter voor onze gezondheid dan peperdure pesticiden.
Toerisme en recreatie
Er zijn veel prachtige voorbeelden in binnen- en buitenland die tonen wat de enorme meerwaarde is van natuurherstelprojecten. Denk maar aan het Sigmaplan of de uiterwaarden aan de Grensmaas (als overloopgebied bij hoog water, red.). Ze zijn vaak de motor van lokale economische ontwikkelingen en een zegen voor toerisme en recreatie. Bovenal toont onderzoek aan dat natuur een enorm belangrijke impact heeft op zowel onze fysieke als psychische gezondheid. Een studie van Vito, Natuurpunt en WWF heeft uitgewezen dat mensen in de buurt van het natuurgebied de Demerbroeken minder naar de dokter gaan, minder afwezig zijn op het werk en minder ziektekosten hebben. Dat betekent voor de overheid en bedrijven een besparing van 12,8 miljoen euro per jaar. VITO bracht eveneens de concrete kosten-batenverhouding in kaart van de Demerbroeken. Wat blijkt? Elke euro geïnvesteerd in natuurherstel levert er acht op.
Het behoud van biodiversiteit en onze ecosystemen is geen luxe maar een noodzaak én een verstandige investering met een onovertroffen rendement. De stijgende kosten van overstromingen, hittegolven, verspreiding van pestsoorten, maar ook ziektekosten, tonen aan dat er juist een gebrek is aan ecosystemen en dat verder investeren in natuurherstel nodig is. Het is geen bedreiging, maar een essentiële stap naar een duurzame toekomst van een welvarend Vlaanderen.
We moeten in overleg en op wetenschappelijke basis nagaan waar en hoe we het nodige natuurherstel kunnen realiseren. Laten we zoeken naar win-winsituaties waar natuurherstel hand in hand kan gaan met natuurinclusieve landbouw, riviervalleien die ons beschermen tegen overstromingen en leefbare steden.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief