Gestandaardiseerde meetmethodes, de zogenaamde meetnetten, leveren nauwkeurige informatie over de toestand van soorten. In Vlaanderen zijn meetnetten voorlopig nog schaars. Ook voor amfibieën ontbreekt een meetnet. Gelukkig worden wel ieder voorjaar op vele tientallen plaatsen amfibieën door vrijwilligers de weg over geholpen om ze te behoeden voor een platte dood. Samen goed voor 175.000 dieren per jaar. In 2007 nam het aantal overgezette Gewone padden een plotse duik met 35%. De twee jaren die daarop volgden bleven de dieren zoek. Ondertussen zijn de aantallen terug op peil en staat de index weer positief.
Het organiseren van meetnetten voor dieren is niet eenvoudig. Het vraagt veel inspanning en kan bijgevolg nogal kostelijk zijn, zeker voor meer zeldzame dieren. We hebben er nog weinig kaas van gegeten in Vlaanderen. Ook voor amfibieën bestaat in Vlaanderen nog geen gestandaardiseerde meetmethode. Anderzijds worden ieder voorjaar door massale inzet van vrijwilligers grote aantallen amfibieën door het drukke verkeer geloodst tijdens de trek naar de voortplantingsplaatsen. Dat gebeurde dit voorjaar op 205 plaatsen. Doorgaans worden de dieren ondertussen ook geteld: samen goed voor 175.000 stuks, waarvan 83% Gewone padden. Geen exacte wetenschap, maar door de macht van de grote aantallen zit hier toch aardig wat informatie in.
Weeromstandigheden bepalen voor een groot deel het verloop van de paddentrek naar de voortplantingspoelen. De winter van 2006-2007 was ongewoon zacht. Dergelijk zacht weer brengt normaal gezien een gespreide paddentrek met zich mee. Het volgende voorjaar kreeg het aantal Gewone padden echter een nooit eerder geziene klap. De aantallen namen plots af met 35%. Even werd gedacht dat met het zachte weer veel padden misschien al voor Nieuwjaar naar de poelen trokken en zo aan de aandacht ontglipten nog voor de overzetacties begonnen. Opvallend genoeg bleven ze de volgende twee jaar eveneens zoek. De winter van 2008-2009 daarentegen was streng en laat, zodat de paddentrek nadien heel geconcentreerd verliep. Het mocht niet baten: het aantal padden nam niet terug toe.
Pas in 2010 was er zeer fors herstel, en dat hield ook dit jaar aan. Dit herstel dient toegeschreven aan de nakomelingen van 2007 die voor het eerst als volwassen dieren naar de voortplantingsplaatsen trokken in 2010.
Over de reden waarom de aantallen zo afnamen van 2006 naar 2007 bestaan vermoedens. De zomer 2006 was heet en droog, waardoor padden in droogterust gingen en minder eten zochten. Zo bouwden ze hun vetreserves eerder af dan op. De winter die daarop volgde was extreem zacht. Padden gingen niet in diepe winterslaap en verbruikten zo hun beperkte reserves al snel. Velen haalden de lenteafspraak in de poel niet . Een opeenvolging van extreme weerperiodes, gelinkt aan klimaatopwarming, werd hen fataal. Maar vijf jaar later lijkt dit helemaal vergeten.
De resultaten van de paddenindex worden voorgesteld op de herpetologische studiedag die doorgaat op zaterdag 3 december in Lier.
Tekst: Marc Herremans, Natuurpunt Studie.
De gegevens zijn afkomstig van honderden vrijwilligers die onder impuls en coördinatie van Hyla jaar na jaar nacht na nacht met grenzeloze inzet de amfibieën veilig door het verkeer loodsen.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief