We schreven het eind mei al: 2023 gaat niet de boeken in als een goed vlinderjaar (en dat is een eufemisme). Dat geldt zowel voor dag- als nachtvlinders. Toch zijn er vlindersoorten die eruit springen in dit slechte jaar. De afgelopen weken zagen we ongeziene aantallen van enkele soorten micro-nachtvlinders: de groene eikenbladroller, de gevlamde bladroller en de zonnesproetbladroller.
Het nachtvlinderjaar kwam slecht op gang, ondanks de normale tot zachte nachttemperaturen. Rond 10 juni verscheen één vlindersoort massaal: de groene eikenbladroller (Tortrix viridana). Bij nachtvlindervallen in tuinen werden lokaal enkele duizenden exemplaren bij één lamp geteld. Hoewel de groene eikenbladroller altijd al een algemene en wijdverbreide soort was, waren deze aantallen toch abnormaal hoog. Helemaal uit de lucht gevallen komt deze ‘golf’ misschien niet: ook in 2022 zagen we al ongewoon hoge aantallen, gedurende een korte periode begin juni. Dit jaar zijn de aantallen echter nog hoger.
Intussen is de piek van de vliegperiode van de groene eikenbladroller alweer gepasseerd en zijn de aantallen genormaliseerd. Typisch voor dit kleine lichtgroene nachtvlindertje is dat ze op korte tijd, vaak slechts enkele dagen, massaal kunnen vliegen. De afgelopen week zagen we dan weer dat de aantallen van enkele andere bladrollersoorten sterk toenamen: de gevlamde bladroller (Archips xylosteana), maar ook de zonnesproetbladroller (Aleimma loeflingiana). Ook van de gevlamde bladroller kunnen we van ongeziene aantallen spreken.
Gevlamde bladrollers en groene eikenbladrollers in een lichtval (foto: Wim Veraghtert).
De rupsen van de groene eikenbladroller leven -weinig verrassend- op eik. Ze kunnen zo talrijk zijn dat ze in de loop van het voorjaar eiken nagenoeg kunnen kaalvreten; ook de rupsen van wintervlinders dragen bij aan die kaalvraat. Naar dat fenomeen is al heel wat onderzoek verricht. Er werd namelijk vastgesteld dat niet alle eiken even erg worden kaalgevreten. Sommige eiken lijken er min of meer tegen bestand. Dat heeft te maken met het type afweerstoffen dat door de boom wordt aangemaakt. Eiken kunnen afweerstoffen maken die bladetende rupsen afschrikken, maar ze kunnen ook stoffen verspreiden die parasieten van die rupsen (zoals sluipwespen) aantrekken. Het eerste type afweerstoffen blijkt efficiënter te zijn tegen kaalvraat dan het tweede.
Overigens hoeft zo’n kaalvraat geen ramp te zijn. Eiken herstellen in normale omstandigheden verrassend goed. Bovendien trekt de massale aanwezigheid van rupsen ook predatoren aan: zangvogels zoals mezen hebben heel veel prooien nodig om aan hun hongerige jongen te voeden. Die rupsen dienen dus ook als bulkvoedsel. Ook de rupsen van de gevlamde bladroller en de zonnesproetbladroller zitten vooral op eiken.
Als de aantallen van bladrollers enorm hoog zijn, is de kans ook groter dat ze talrijker zijn in gebieden waar ze normaal weinig voorkomen. In de boomarme polders van West-Vlaanderen werden bijvoorbeeld ook vrij hoge aantallen groene eikenbladrollers gemeld. Mogelijk is dat een vorm van dispersiegedrag waarbij exemplaren op zoek gaan naar nieuw leefgebied.
In juni valt normaal de piek van het nachtvlinderseizoen: de soortendiversiteit is in deze maand het hoogst. Maar hoewel er momenteel inderdaad enkele honderden soorten nachtvlinders actief zijn, vallen de lage aantallen van veel algemene soorten op. Vooral bij de grotere nachtvlinders, zoals uilen en beervlinders, is er nauwelijks sprake van enig herstel. Onze conclusies van eind mei, waarbij we het slechte nachtvlinderjaar toeschreven aan de droogte van 2022, blijven overeind. In die zin belooft de huidige droogteperiode weinig goeds…
Heb je zelf ook zin om schitterende nachtvlinders te spotten? Kijk ’s avonds naar rondfladderende beestjes nabij kunstlicht of speur met een zaklamp de bloemen in je tuin af. Breng ze op naam met ObsIdentify en doe zo mee aan de Insectenzomer van Natuurpunt.
Tekst: Wim Veraghtert (Natuurpunt Studie)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief