De Dwergmuis is het kleinste knaagdier van Europa en komt over heel Vlaanderen voor. In oktober zijn de nesten eenvoudig te zien, in wilde hoekjes of ruigtes. De schattige muis heeft echter te lijden onder de ongebreidelde opruimijver van veel tuiniers.
Oktober is dé tijd van het jaar om in hoog gras, braam-, riet- en andere struwelen naar nesten van Dwergmuizen te zoeken. Het nest is eenvoudig herkenbaar: zo rond als een tennisbal en ook ongeveer zo groot, al zit hier wat variatie op: de diameter gaat van 4 centimeter voor gewone slaapnestjes tot 10 centimeter voor de stevigere kraamnesten. Het bouwen van het nest wordt gestart met bladeren die nog aan de stengel van een grasplant vastzitten, en nadien verder verstevigd met losse bladrepels. Het wordt goed vastgeweven in de vegetatie.
De bladeren worden hierbij vaak overlangs in smalle reepjes gesplitst. In de zomermaanden is het nest meestal groen, waardoor het erg moeilijk te vinden is. In het najaar sterft het blad van hoog gras af en verkleurt het naar licht geelbruin. Het nest verkleurt daarbij mee, maar door de dichte structuur en de bevestiging aan stevige stengels valt het in het najaar sterker op. Naast gras wordt soms ook ander nestmateriaal gebruikt, zoals distelpluis. Nesten worden gevonden van net boven de grond tot ongeveer één meter hoog.
Nesten van de Dwergmuis (foto: Goedele Verbeylen & Rian Pulles)
Zowel om voedsel als nestmateriaal te vinden heeft de Dwergmuis behoefte aan wilde hoekjes en ruigtes. In een strak gemaaid gazon of intensief begraasd weiland heeft de soort geen enkele overlevingskans.
Net als de grotere Huismuis en Bosmuis behoort de Dwergmuis tot de familie van de ‘ware muizen’. Ware muizen hebben een staart die langer is dan het lichaam. Andere muizensoorten, zoals woelmuizen en spitsmuizen, hebben een veel kortere staart. Zoals de naam al doet vermoeden, is de dwergmuis echt klein: 5 tot 8 centimeter lang, met een staart van 4,5 tot 7,5 centimeter en een gewicht van maximaal 12 gram.
De Dwergmuis is een behendige klimmer en komt nauwelijks op de begane grond. (foto: Maarten Jacobs)
Het diertje heeft een mooie oranje-achtige vacht, korte in de vacht verborgen oren en kleine ogen. Z’n lichaamsbouw komt de Dwergmuis goed van pas bij zijn klimmende levenswijze. Hij klautert met z’n lange grijpstaart door de hoge grashalmen en kruiden waar hij zich voedt met bladeren, zaden, vruchten en ongewervelden. Tijdens de zomer vindt het kleine knaagdier daar voldoende voedsel en komt ze nauwelijks op de grond, waar ze maar al te gemakkelijk een prooi vormt voor haar natuurlijke vijanden.
De Dwergmuis is wijd verspreid in Vlaanderen. Op basis van kerkuilbraakballen was in de periode 1987-2002 70% van de 5 x 5 km-hokken bezet door de soort. Het percentage was min of meer even hoog in alle provincies, met een iets lagere aanwezigheid in Oost- en West-Vlaanderen.
Verspreiding Dwergmuis in Vlaanderen (bron: waarnemingen.be)
Nog enkele tips voor wie een nest van Dwergmuis wil vinden: zoek vooral in rietvelden, braamranden en hoog gras in greppels, langs afrasteringen en op verruigd weiland. Kijk ook op plaatsen waar gras tussen de takken van een struik of tussen een hek door groeit.
Waarnemingen, bij voorkeur met foto, kunnen worden ingevoerd op www.waarnemingen.be
Tekst: Goedele Verbeylen naar een bericht dat verscheen op Nature Today
Foto’s: Goedele Verbeylen, Rian Pulles & Maarten Jacobs
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief