Vleermuizen zijn fascinerende dieren met uiteenlopende strategieën om de winter te overbruggen. De meeste van de bij ons voorkomende soorten overwinteren in gebufferde plaatsen die we vaak ondergronds terugvinden, zoals mergelgroeven, forten en ijskelders. Maar er wordt ook overwinterd in boomholtes en spouwbladen van huizen. Van sommige soorten migreert een deel van de zomerpopulatie naar het zuiden. Deze migrerende soorten, waaronder ruige dwergvleermuis, tweekleurige vleermuis, bosvleermuis en rosse vleermuis kunnen indrukwekkende afstanden afleggen, vaak honderden kilometers per nacht. Maar over dit trekgedrag is weinig bekend. Onder welke omstandigheden migreren vleermuizen, op welke hoogte vliegen ze en hoe oriënteren ze zich tijdens hun tochten? De studie geeft dankzij het gebruik van innovatieve zenders nieuwe inzichten over de invloed van verschillende weersomstandigheden op migratiepatronen van de rosse vleermuis .
Het onderzoek laat zien hoe vrouwelijke rosse vleermuizen uit Zwitserland hun voorjaarsmigratie zorgvuldig afstemmen op specifieke weersomstandigheden. Tijdens de drie jaar durende studie werden innovatieve biotelemetriezenders gebruikt, die verbonden zijn met een Internet of Things (IoT)-netwerk. Deze zenders registreerden locatie, activiteit en omgevingsomstandigheden zoals temperatuur, en verzonden de gegevens via het netwerk. In tegenstelling tot andere GPS-zenders konden deze gegevens worden verzameld zonder dat de vleermuizen opnieuw gevangen moesten worden. De zenders, die maximaal 1,2 gram wegen, maken gebruik van ZeroG (0G), een energiezuinige technologie die kleine hoeveelheden data over lange afstanden verzendt. De gecombineerde toepassing van deze technologieën zorgt voor een ongeëvenaard inzicht in hun migratiegedrag en energieverbruik.
Stormfronten als duwtje in de rug
De vleermuizen in het onderzoek kiezen ervoor te migreren tijdens warme nachten met gunstige rugwind, vaak net voordat stormfronten passeren. Deze ideale condities verlagen het energieverbruik dankzij hogere windsnelheden en minder luchtweerstand. Waarschijnlijk passen de vleermuizen zelfs hun vlieghoogte aan om optimaal te profiteren van de lokale omstandigheden.
De studie toont ook aan dat de timing van migratie flexibel is, maar niet zonder gevolgen blijft. De gezenderde rosse vleermuizen migreerden gedurende bijna twee maanden in de lente (april-juni). Hun migratietiming werd voornamelijk beïnvloed door temperatuurstijgingen en dalende luchtdruk, belangrijke triggers voor het starten van de migratie. Vroege migranten profiteerden van gunstige weersomstandigheden en minder energieverbruik terwijl latere migranten vaker geconfronteerd werden met minder ideale omstandigheden, wat hun migratie uitdagender maakte. Late vertrekkers, vaak zwangere vrouwtjes, verbruiken meer energie omdat de windondersteuning afneemt naarmate het seizoen vordert. Dit benadrukt de delicate balans tussen het wachten op de gunstigste weersomstandigheden en de extra fysieke belasting door het toenemende lichaamsgewicht tijdens de zwangerschap.
Belang voor bescherming tijdens een gevaarlijke tocht
De resultaten van het onderzoek onderstrepen hoe vleermuizen hun migratie afstemmen op weersomstandigheden en omgevingsfactoren, maar ook de vele uitdagingen waarmee ze te maken krijgen. Deze inzichten zijn van groot belang, aangezien vleermuismigratie gepaard gaat met aanzienlijke gevaren. Een van de grootste bedreigingen is de aanwezigheid van windturbines: tijdens hun trekperiode komen vleermuizen vaak om het leven door aanvaringen met deze turbines. Dankzij nieuwe zendertechnologie kunnen we het complexe gedrag van vleermuizen beter begrijpen, wat ons in staat stelt om hun bescherming te verbeteren. In Vlaanderen worden windturbines vaak stilgelegd door aangepaste 'cut-inspeeds', die ervoor zorgen dat de turbines niet draaien bij lage windsnelheden en wanneer de temperatuur hoog genoeg is om vleermuisactiviteit te verwachten. Deze maatregel heeft echter een klein rendementsverlies tot gevolg. Als we beter kunnen voorspellen wanneer het risico op aanvaringen van migrerend vleermuizen met windturbines het grootst is, kunnen dergelijke beschermingsmaatregelen nauwkeuriger worden afgestemd, wat zowel de bescherming van deze soort als het rendement van de turbines ten goede zal komen. Tot nu toe wordt er echter nog geen rekening gehouden met het belang van de windrichting (en dus rugwind voor trekkende vleermuizen) tijdens de migratieperiode. Verdere studies zijn essentieel om doordachte beschermingsmaatregelen te ontwikkelen die deze unieke dieren helpen beschermen.
Lees hier het volledige rapport
Tekst: Hans Vermeiren (Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt)
Met dank aan: Daan Dekeukeleire en René Janssen (Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief