Het bestrijdingsmiddel Roundup, net als zijn actieve bestanddeel glyfosaat, is giftig voor waterjuffers en vormt zo een bedreiging voor watergebonden natuur. Tot die conclusie komen onderzoekers van de KULeuven, in een studie die recent gepubliceerd werd in het vakblad Aquatic Toxicology.
Voor hun onderzoek bestudeerden postdoctoraal onderzoeker Lizanne Janssens en professor Robby Stoks (verbonden aan de afdeling Ecologie, Evolutie en Biodiversiteitsbehoud van de KULeuven) de effecten van glyfosaat en glyfosaathoudende bestrijdingsmiddelen, zoals het in de landbouw gebruikte product Roundup, op de larven van waterjuffers.
De wetenschappers kozen in hun onderzoek voor de Variabele waterjuffer, die in Vlaanderen op de rode lijst staat, in de categorie ‘bedreigd’. In een Limburgs natuurgebied verzamelden ze een aantal bevruchte wijfjes, om die vervolgens in het labo hun eitjes te laten leggen. De uitgekomen larven werden dan gebruikt in hun experiment.
De onderzoekers stelden de larven bloot aan concentraties Roundup en glyfosaat die ook in natuurlijke zoetwatermilieus voorkomen. Ze stelden vast dat beide producten giftig waren. Terwijl Roundup dodelijk bleek, had ook het actieve bestanddeel glyfosaat sterk nadelige, maar niet-dodelijke effecten. Hoe is dat verschil te verklaren? Vermoedelijk is de verhoogde giftigheid van Roundup te wijten aan toegevoegde stoffen die de opname van het middel door planten moeten vergemakkelijken. Verder onderzoek is hier aangewezen, benadrukken de auteurs.
De onderzoekers bestudeerden niet enkel de impact op overlevingskansen. Ze hadden ook aandacht voor de niet-dodelijke effecten (levensduur, gedrag, etc.) van blootstelling aan Roundup en glyfosaat. Hoewel enkel Roundup dodelijk was voor de larven, zorgde ook glyfosaat voor een vertraagde groei, lagere zwemsnelheid en een lager vetgehalte, samen met een verhoogde voedselopname.
Een lagere zwemsnelheid betekent dat de larven moeilijker kunnen ontsnappen aan hun natuurlijke vijanden. Wanneer ze daar bovenop vaker op zoek moeten naar voedsel, zorgt dat voor een verhoogde blootstelling aan roofdieren. Hoe meer larven er worden opgegeten, hoe minder er overblijven om uit te groeien tot volwassen exemplaren, die op hun beurt weer voor een nageslacht kunnen zorgen. Een vertraagde groei resulteert dan weer in lichtere volwassen exemplaren en minder nakomelingen. Zo hebben ook niet-dodelijke effecten op lange termijn mogelijk een negatieve impact op het aantal waterjuffers.
Variabele waterjuffers vervullen een belangrijke rol in het voedselweb van zoetwatermilieus. Het zijn opportunistische jagers die leven in stilstaande en traagstromende wateren met een rijke plantengroei. De larven zijn zeer vraatzuchtig, ze kannibaliseren zelfs kleinere soortgenoten. Op hun beurt worden ze bejaagd door grotere ongewervelden en vissen. De volwassen dieren voeden zich dan weer met muggen, vliegen en allerlei kleine insecten. De negatieve impact van glyfosaat en glyfosaathoudende producten op waterjuffers zal daarom ook gevolgen hebben voor de hele voedselketen.
Als larve leeft de Variabele waterjuffer in een waterbiotoop en als volgroeid dier op het land. Die levenswijze zorgt voor een bijkomend verspreidingsrisico van de schadelijke effecten van de pesticiden. (foto: Danny Van Schandevyl)
Het debat over glyfosaat is al enige tijd aan de gang en het einde lijkt nog niet onmiddellijk in zicht. De aandacht ging tot nu toe vooral naar effecten op de mens; de gevolgen voor de natuur bleven onderbelicht. Het onderzoek van Janssens en Stoks toont aan dat glyfosaathoudende bestrijdingsmiddelen wel degelijk schade toebrengen aan de natuur.
Eind november keurde de Europese Unie een verlenging van de vergunning voor gebruik van glyfosaat in de landbouw met vijf jaar goed. 18 lidstaten stemden voor, 9 - waaronder België - stemden tegen.
Tekst: Bram De Scheemaeker, Natuurpunt
Foto: Robby Stoks & Danny Van Schandevyl
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief