Elk jaar worden, verspreid over Vlaanderen, de nestkasten van verschillende uilensoorten gecontroleerd en de broedsels opgevolgd. Daaruit blijkt dat het dit jaar een slecht broedseizoen was voor de uilen.
De eerste nestkastcontroles gebeuren bij de bosuil, omdat die al vroeg in het voorjaar overgaat tot eileg. In sommige jaren start het broedseizoen al eind februari/begin maart. Tijdens de nestkastcontroles die al starten half april was de helft van de nestkasten leeg, waar er in normale jaren eieren of jongen zijn.
In mijn regio in Oost-Brabant telde ik in 2021 11 broedgevallen, dit jaar 5. De nesten zijn bovendien opvallend klein: 1 nest met 3 jongen, 2 nesten met 2 jongen en 1 nest met 1 jong. Van een legsel van 4 eieren zijn er bij de tweede controle maar 2 jongen vastgesteld van een 3 weken oud. In normale jaren zijn er 3 of 4 jongen, soms zelfs 5. Collega-bosuilringers hadden dezelfde bevindingen dit jaar.
Oorzaak
Oorzaak is de muizenstand. Vorige herfst hingen er weinig vruchten aan de bomen. We spreken niet over appels of peren maar wel over eikels en beukennootjes. Bosmuizen kunnen dan geen wintervoorraad aanleggen met als gevolg sterfte tijdens de winter, door de honger. Alhoewel bosuil een opportunist is en ook vogels, kevers, padden en kikkers en zelfs regenwormen op het menu heeft staan, is het stapelvoedsel voor 62 % bosmuizen. Bij gebrek aan voldoende prooien legt de bosuil minder eieren of gaat zelfs niet over tot een broedsel.
Steenuil (foto: André Eijkenaar)
De steenuil volgde dezelfde weg. Ze legde minder eieren en minder dan de helft van de nesten mislukte dit jaar! Tegenover maar 1/3 vorig jaar. Het nestgemiddelde is dit jaar ook lager: namelijk 1,5 jong per nest. In 2021 was er een nestgemiddelde van 2,2 jongen per nest. Steenuilen vangen ook veldmuizen, maar door de hoge neerslag in juli 2021 en de abnormaal hoge neerslag in februari 2022 (95 millimeter tegen normaal 65 milliliter, bron: www.meteo.be) zijn de veldmuizenholletjes volgelopen met water met verdrinking van de muizen tot gevolg. Steenuilen vangen ook kleine vogels, insecten zoals nachtvlinders en meikevers, regenwormen en in mindere mate amfibieën. Maar aangezien ze minder eieren legden en veel broedsels mislukten is dat toch een indicatie dat het broedsucces afhankelijk is van de bos- en veldmuizenstand.
Ransuilen broeden meestal in oude ekster- of kraaiennesten, hun broedsucces is moeilijk op te volgen. Dit jaar komen er weinig meldingen binnen van broedgevallen. Nochtans is de klagende bedelroep van de jongen bij valavond zeer opvallend. Heb je jonge ransuilen gehoord of gezien? Geef je waarneming dan zeker in op www.waarnemingen.be.
Het broedsucces van Ransuilen is moeilijker op te volgen (foto: André Eijkenaar).
Momenteel zijn de controles van nestkasten voor kerkuil bezig door de vrijwilligers van de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen. En we hadden niet anders verwacht … veel lege nestkasten of als er een broedsel is, zijn er maar 2 of 3 jongen. Terwijl er in normale jaren 4 tot 6 jongen zijn. Kerkuil is bij uitstek een muizeneter en moet 4 à 5 muizen per nacht eten om in conditie te blijven. Ook de jongen, eens ze drie weken oud zijn, moeten zo’n 5 muizen per nacht per jong kunnen verorberen. Een kerkuilmedewerker, actief in Vlaams-Brabant, heeft zijn 30 nestkasten al gecontroleerd. Vorig jaar heeft hij 87 jongen geringd. Dit jaar maar 9!
Pieken en dalen in de muizenpopulatie is een natuurlijk proces. Sommige jaren profiteren muizen van de gunstige omstandigheden, maar dit jaar is het net het omgekeerde. Laat ons hopen dat de weergoden ons gunstig gezind zijn en is er volgend jaar weer een piek is.
Tekst: Philippe Smets (Steenuilenwerkgroep Natuurpunt; Kerkuilwerkgroep Vlaanderen)
Links:
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief