Afbeelding
Nauwe korfslak
Natuurpunt

Spectaculaire vondst van nauwe korfslak in het Aardgat in Tienen

28 jan 2021
Categorieën
Natuurbericht

Gericht speurwerk naar korfslakken in kalkrijke kwelgebiedjes in Oost-Brabant heeft geleid tot een vondst van de nauwe korfslak in het Aardgat, een natuurgebied in Tienen. Dit onooglijke kleine slakje (˂ 2 mm) is Europees beschermd en is vooral gekend van kalkrijke duinpannen langs de kust. Maar de nauwe korfslak komt dus ook nog steeds voor in het binnenland, op plaatsen waar kalkrijke kwel opborrelt.

In België leven zo’n 120 soorten slakken, met of zonder huisje, op het land of in het water. Vooral grote opvallende soorten zoals de wijngaardslak, de posthoornslak en beide tuinslakken zijn algemeen gekend. Heel wat op het land levende huisjesslakken zijn echter (erg) klein en komen zeer lokaal of verborgen voor, waardoor ze vaak over het hoofd worden gezien. Nochtans zijn een aantal soorten erg goede kwaliteitsindicatoren, bv. van kalkrijke leefgebieden. Gericht speurwerk naar zeldzame soorten op bijzondere plekjes - bv. waar kalksteen aan de oppervlakte komt of waar kalkrijke kwel opborrelt  -  kan verrassende resultaten opleveren. In Oost-Brabant werden op deze manier reeds heel wat pareltjes ontdekt, vaak na tips van de lokale beheerders, maar de meest recente vondst sloeg alles.

Op 26 december 2020 werd immers een populatie nauwe korfslakken ontdekt in het Aardgat in Tienen! De nauwe korfslak is een kalk- en vochtminnende soort. In Vlaanderen is dit super kleine slakje vooral gekend van natte duinpannen aan de kust, maar vroeger kwam de soort ook voor in een aantal kalkrijke kwelgebieden in de leemstreek.

Leefgebied
Het Aardgat wordt gekenmerkt door een sterke kweldruk van zeer kalkrijk kwelwater, dat zelfs neerslaat als zogenaamde kalktuf, op de flanken van een beekvalleitje. We vinden er eeuwenoude hooilanden die slechts enkele decennia onbeheerd zijn geweest vooraleer ze natuurgebied werden. Er wordt ondertussen reeds 35 jaar gewerkt aan het herstel van kalkrijk blauwgrasland, kalkmoeras en dotterhooiland waarvan zeldzame planten als addertong, paddenrus, bosorchis, gele zegge, moeraszoutgras en moeraswespenorchis profiteren, maar ook een forse populatie beekoeverlibel heeft baat bij het uitgevoerde beheer. De slakjes werden levend aangetroffen in een ijle, bovengronds afgestorven grote-zeggevegetatie in de centrale kwelgracht en in de moslaag van een zijgrachtje in het hooiland. Ongetwijfeld is de soort hier altijd al aanwezig geweest, en is ze er al die tijd in geslaagd om onder de radar te blijven. Tot nu dus.

Cruciaal voor het voortbestaan van de nauwe korfslak in het Aardgat is het behoud van de sterke kweldruk, en dus van de infiltratie van regenwater in het inzijggebied. Ook herstel van aangrenzende delen van de valleiflank - waar de kwel nu nog afgevangen wordt door drainages of onder een oud stort verdwenen is - zou het leefgebied voor dit slakje fors kunnen uitbreiden. Op de eigenlijke vindplaats lijkt het voorzien van voldoende vegetatiestructuur, in de vorm van overstaande zeggevegetaties met voldoende strooisel of een dikke moslaag, noodzakelijk als schuilplaats in de winter.

Beschermde soort
Samen met een vondst van lege huisjes van nauwe korfslak in 2018 in het Silsombos - eveneens een gebied dat wordt gekenmerkt door kalkrijke kwel - betreft het de enige bevestigde recente waarneming in het binnenland. De nauwe korfslak komt dus nog steeds voor in de leemstreek en dat is erg goed nieuws. Net als de zegge-korfslak is de nauwe korfslak immers opgenomen in de bijlages van de Europese habitatrichtlijn. Beide soorten genieten dus een strikte juridische Europese bescherming en moeten nauwgezet worden opgevolgd via een specifiek meetnet. Momenteel worden de populaties van nauwe korfslak nog in kaart gebracht. Tot nog toe lag de focus enkel op de kuststreek, maar de spectaculaire ontdekking in het Aardgat geeft aan dat de soort dus ook nog steeds voorkomt in het binnenland. Een grondige screening van (historische) kalkmoerassen in het binnenland dringt zich dan ook op. Een gedegen terreinkennis, zodat gericht de beste zones kunnen worden afgezocht, lijkt hierbij onontbeerlijk.

Tekst: Pieter Vanormelingen (Natuurpunt Studie)