Zoogdieren, die zich doorgaans ongemerkt door ons landschap verplaatsen, laten plots duidelijke sporen achter in de sneeuw. Maar welke soort hoort bij welke pootafdruk?
Zoogdieren zijn met hun verborgen levenswijze en aangeboren schuwheid lastig op te sporen. Ze zijn vooral ‘s nachts of in de schemering actief. Hun goede oren en neus ontdekken naderende mensen al van ver. De voetafdrukken in de sneeuw verraden hun nachtelijke activiteiten. Een unieke kans voor mensen die willen weten welke zoogdieren er in een bepaald gebied leven en wat ze gedaan hebben. Zo is te zien waar een vos een muizennestje uitgegraven heeft en waar een das een 'sneeuwleger' gemaakt heeft (een plek in de open lucht waar hij buiten heeft gelegen om frisse lucht te happen). De sneeuw laat zien waar reeën en herten hun voedsel gezocht hebben (krabplekjes).
Afdruk én spoorpatroon
Niet alleen de afdruk zelf, maar ook het patroon van het spoor is belangrijk. Dit geeft iets prijs over de manier van voortbewegen. Zo zal een kat - die ongeveer even grote afdrukken heeft als bijvoorbeeld een steenmarter - haar poten heel anders neerzetten dan de steenmarter die zich met sprongen voortbeweegt. Ook een bosmuis beweegt zich vaak met kleine sprongetjes voort, terwijl een rosse woelmuis - met grofweg even grote afdrukken - haar vier pootjes beurtelings verzet en daardoor een heel ander spoorpatroon achterlaat. Maar het spoorpatroon zegt ook iets over de snelheid waarmee een dier zich voortbewogen heeft. Zo laat het spoorpatroon zien of een ree op de vlucht was voor naderende mensen of honden of dat de ree rustig aan het foerageren was langs een bosrand.
Ree (foto: Eric van Kaathoven)
Konijn (foto: Annemarie van Diepenbeek)
Sleepsporen otter (foto: Hugh Jansman)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief