Tropisch weer brengt zeldzame Braamparelmoervlinder naar het Grote Netewoud

In het Grote Netewoud bij Balen is afgelopen weekend een Braamparelmoervlinder gespot. Dat werd gemeld via www.waarnemingen.be door Robin en Mon Rotsaert. Het gaat nog maar om de tweede locatie in Vlaanderen waar de vlindersoort gezien werd, en de eerste voor de provincie Antwerpen. De zuidelijke soort profiteert van de klimaatopwarming, en van de tropische temperaturen.
Het was de 5-jarige zoon van Robin Rotsaert die de bijzondere vlinder als eerste opmerkte. Snel bleek het om een zeldzame Braamparelmoervlinder te gaan. De waarneming gebeurde in De Most in Balen, een gebied dat beheerd wordt door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), en een deel vormt van het Grote Netewoud. Het Grote Netewoud is een natuurproject met hooilanden, laagveen, landduinen en broekbossen, aan de oevers van de Grote Nete tussen Meerhout, Geel, Balen en Mol. Het gebied maakt deel uit van Natura 2000, een Europees netwerk van waardevolle natuurgebieden. Er vinden momenteel maar liefst twee LIFE-projecten plaats, LIFE Most-Keiheuvel (ANB) en LIFE Grote Netewoud (Natuurpunt). Beide projecten willen de natuurwaarde in het gebied versterken en de deelgebieden met elkaar verbinden tot een afwisselend geheel. Daar zullen wellicht dagvlindersoorten als de Braamparelmoer, maar ook de Otter van profiteren.
De eerste successen zijn er al: zo doet de Veldparelmoer het nu al goed in het gebied en vind je er ook de Kleine parelmoer. Er vliegen ook heel wat libellen rond die de moeite waard zijn: Bronlibel, Bandheidelibel, Hoogveenglanslibel, Beekoeverlibel en Bruine korenbout.
De Braamparelmoer is een van de dagvlinders die kan profiteren van de klimaatopwarming. (foto: Leo Vaes)
De Braamparelmoervlinder heeft een luipaardmotief met oranje en donker bruine stippen en is iets forser dan de Purperstreepparelmoer. Op de onderkant van de achtervleugel is een paarsbruine kleur die ongeveer de helft van de vleugel bedekt. Op de bovenkant van de achtervleugel staan vrijstaande bruine vlekken langs de buitenrand. De voorvleugels van de braamparelmoervlinder hebben ronde vleugeltoppen. De soort overwintert als ei. In de lente vliegen de vlinders uit. De vliegtijd duurt nog tot midden augustus. Waardplanten zijn bramen- of frambozenstruiken.
Kroniek van een aangekondigde komst
Het gaat om de tweede Vlaamse locatie ooit voor de soort. Op 10 juli 2015 werd in het Walenbos in Tielt-Winge (Vlaams-Brabant) een vrouwtje gefotografeerd dat eitjes afzette, en het jaar erop werd de soort tweemaal gezien in augustus. Groot nieuws, al was de komst van de Braamparelmoervlinder verwacht, en werd ze begin 2015 zelfs voorspeld.
Het is een van die soorten die kan profiteren van de klimaatverandering. De voorbije 40 jaar slaagde de vlinder erin om van de zuidelijke helft van Frankrijk via de Gaume en de Moezelstreek zo’n 500 km noordwaarts op te schuiven. De tropische temperaturen van de afgelopen weken zijn mogelijk nog een duwtje in de rug geweest voor de sprong naar het meest noordelijke verspreidingspunt tot nu toe, de Antwerpse Kempen.
De eerste Belgische waarneming van de soort gebeurde al in 2006, in de Gaume. Intussen komt de soort verspreid over het zuidelijk landsdeel voor. Volgens de klimaatmodellen zou tegen 2050 het hele gebied ten zuiden van de grote rivieren in Nederland qua klimaat geschikt moeten zijn voor deze vlinder. Aangezien bramen, de belangrijkste waardplanten voor de soort, er ook veel voorkomen, lijkt niets een vaste vestiging nog in de weg te staan.
Tekst: Wim Veraghtert, Natuurpunt Studie
Foto: Leo Vaes & Marc Herremans
Krijg de natuur in je mailbox
Natuurberichten, heet van de naald. 3x per week