Afbeelding
Kievit
Rik Kruit/Saxifraga

Veel geld om de kievit te helpen, maar weinig verschil op het veld

19 jun 2024
Categorieën
Natuurbericht

Landbouwers die hun veld tot half mei niet bewerken of bemesten, kunnen daarvoor een premie krijgen. Die vrijwillige maatregel is bedoeld om de bedreigde kievit een duwtje in de rug in te geven. Maar uit het antwoord op een parlementaire vraag van Chris Steenwegen (Groen) blijkt dat die maatregel zijn doel voorbijschiet.

Landbouwers kunnen in kader van het Europees Landbouwbeleid (GLB) vrijwillige maatregelen nemen ten voordelen van milieu en natuur. Dit kan via eco-regelingen (1-jarige overeenkomsten) of beheerovereenkomsten (5-jarige overeenkomsten). 

Als we kijken naar de cijfers voor 2023, dan valt op dat bepaalde regelingen al goed ingeburgerd zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor het behoud van meerjarig grasland of de precisielandbouw met GPS. 
Een andere eco-regeling is de voorjaarsbraak. Deze eco-regeling is ontworpen om de kievit een duwtje in de rug te geven, want de populatie staat in alle Europese broedgebieden onder druk. In 2016 belandde deze iconische akkervogel op de Vlaamse Rode Lijst in de categorie ‘bedreigd’ (Devos et al. 2016) nadat de populatie in de periode 2007-2018 een sterke afname van 59 procent kende. Begin jaren 2000 werd hun aantal nog op 14.000 tot 20.000 broedparen geschat in Vlaanderen, maar in 2018 bleven daarvan slechts nog 5.000 tot 15.000 over en vallen steeds meer gaten in hun verspreiding. Een van de belangrijkste knelpunten is de intensieve bewerking van de akkers in het vroege voorjaar (maart-april) waardoor veel nesten van deze grondbroeder verloren gaan. De eco-regeling voorjaarsbraak zorgt ervoor dat akkerpercelen tot 10 mei niet bewerkt of bemest mogen worden zodat kieviten ongestoord hun legsels kunnen uitbroeden. Landbouwers krijgen daarvoor 350 euro per hectare.

Afbeelding
Kievit
Luc Hoogenstein/Saxifraga
De kievit boert in Vlaanderen sterk achteruit.

In heel Vlaanderen is voor 10.346 hectare zo’n eco-regeling aangevraagd. Daarvan ligt 20 procent in gebieden voor soortenbescherming (vnl. akker- en weidevogels). Op zich is de kievit (nog) niet opgenomen voor deze gebieden. Het is wachten op de nieuwe broedvogelatlas om afbakeningen voor de kievit te maken. 

Maar 80 procent van de aangevraagde percelen ligt dus niet in gebieden waar soortenbescherming geldt voor akker- en weidevogels. Bovendien moeten de landbouwers ook niet aangeven of er kieviten broeden op hun perceel. In 2023 is dus veel geld gegaan naar percelen waar hoogstwaarschijnlijk geen enkele kievit te zien is. En met het natte voorjaar in 2024 valt te verwachten dat nog meer landbouwers deze eco-regeling hebben aangevraagd. Niet omdat er kievit op hun perceel zitten, wel omdat ze toch niet op hun percelen kunnen vanwege het natte voorjaar. Het natte voorjaar zorgde sowieso voor een goed jaar voor de kievit, maar daar heeft de voorjaarsbraak geen aandeel in gehad. Het is overigens vooral in droge(re) jaren dat deze maatregel zijn nut te bewijzen heeft.
De eco-regeling voorjaarsbraak in zijn huidige vorm is een verkapte vorm van hectaresteun (rechtstreekse inkomensteun voor landbouwers). Natuurpunt vraagt om deze eco-regeling vanaf 2025 uitsluitend te beperken tot gebieden voor soortenbescherming zodat publiek geld beter besteed wordt. Als de nieuwe broedvogelatlas beschikbaar is, kan het toepassingsgebied voor voorjaarsbraak afgestemd worden op de actuele broedgebieden van kievit.

Bekijk hier de schriftelijke vraag en het antwoord

Tekst: Stijn Leestmans (Beleidsmedewerker Landbouw Natuurpunt)