Tijdens de 26e conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering, ook bekend als COP26, wordt er extra hard gehamerd op het belang van natuur als deel van de oplossing. Natuur en klimaat zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden. In de Vallei van de Zwarte Beek is de voorbije 20 jaar hard gewerkt om er een klimaatrobuust natuurgebied van te maken, met herstel van veengebieden en moeras. Met indrukwekkende resultaten.
In het oosten van Vlaanderen, op het Kempisch Plateau, ontstaan heel wat bekende beekvalleien, belangrijk en uniek omwille van hun biodiversiteit, de gradiënt die voor dynamische variatie zorgt maar vooral ook omwille van het aanwezige veenpakket dat werd opgebouwd gedurende duizenden jaren. Een van die beekvalleien is de Zwarte Beek die met een loop van bijna 40 km, over 4 gemeentes, een blauwe ader is doorheen het landschap. Ze ontspringt ter hoogte van Hechtel waar ze het Brongebied vormt en via het militair domein Kamp van Beverlo en Beringen (de Bovenstroom) loopt ze verder zuidwestwaarts over Lummen (de Middenstroom) en Halen (de Benedenstroom) tot ze uitkomt in de Demer in Diest. Met haar traject langs Diestiaanheuvels, infiltratiegronden en unieke gradiënten vormt ze een van de meest uitgestrekte en indrukwekkende landschappen in Vlaanderen.
Een gigantisch veenpakket
Uit bodemonderzoek is gebleken dat het veenpakket in de Vallei van de Zwarte Beek minstens 750 hectare groot is. Dit veenpakket en de overgangen naar de zandgronden en infiltratiegebieden herbergt een schat aan biodiversiteit en heeft bovendien een bijzonder klimaatadaptief vermogen zodat soorten en habitats die er aanwezig zijn, beschermd zijn tegen een verstoord klimaat. Dit soort omvangrijke gebieden werken als een spons, hebben de eigenschap enorme hoeveelheden water vast te houden en kunnen dit ook vertraagd terug afgeven in periode van droogtes. Het voorkomt overstromingen en dus ook droogtes, zorgt voor een gezonde bodem, een betere luchtkwaliteit en het is er rijk aan biodiversiteit. Al dat water dat in dit gebied opgenomen is, is een belangrijke en unieke natuurgebaseerde oplossing om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Het zijn dit soort ecosysteemdiensten die we niet genoeg in de verf kunnen zetten.
Een netwerk van greppels moest ervoor zorgen dat het veen uitdroogde en bewerkbaar werd voor landbouwmachines.
Historische verdroging
De Zwarte Beek heeft dan wel een van de best bewaarde en grootste veenpakketten die we hebben in Vlaanderen, toch zijn er ook hier heel wat kansen die nog onbenut blijven. Grote delen van de vallei hebben te maken met intensieve drainage. Vanaf de 14de eeuw probeerde de mens dit systeem naar zijn hand te zetten ten behoeve van hooilandjes of turfwinning. Dit soort gebruik had toen nog geen desastreuze gevolgen voor het veenpakket, het was eerder kleinschalig en had een beperkte invloed op het hydrologisch systeem. In de loop van de 20ste eeuw echter zorgden actieve afwateringsgrachten en greppels wel voor een versnelde drainage en over quasi het volledige gebied werden grachten uitgediept waardoor de drainagebasis steeds dieper kwam te liggen. Er ligt nu zo’n dicht afwateringsnetwerk dat de grondwatertafel tot 10 maanden per jaar tot 90 cm diep wegzakt. Nefast voor het aanwezige veen en alle habitats en soorten die er afhankelijk van zijn. Het water wordt zo uit verschillende Limburgse gemeentes via dit afwateringnetwerk versneld en in pieken afgegeven aan stroomafwaarts bewoonde gebieden waaronder Diest.
Met nationale en internationale projecten werken aan systeemherstel
Om dit te keren heeft Natuurpunt sinds eind jaren 70 hard ingezet op de uitbouw van het natuurgebied. Dat is inmiddels uitgegroeid tot 1100 hectare en ligt omsloten door het Militair Domein Kamp van Beverlo en is via het Vlaams Ecologisch Netwerk verbonden met andere belangrijke gebieden in de buurt. De eigendomssituatie laat hier toe om aan systeemherstel te doen. De doelstelling is om het gebied, dat vol ligt met constructies, greppels, grachten, dijken, weekendverblijven enz. terug te herstellen en ‘tot rust’ te brengen. Dankzij nationale en internationale samenwerkingen wordt deelgebied per deelgebied aangepakt. Eind jaren 90 werd Natuurinrichting Vallei van de Zwarte Beek opgestart. In samenwerking met het Agentschap van Natuur en Bos en de Vlaamse Landmaatschappij willen we tegen het einde van het project ruim 200 hectare veen en de aangrenzende flanken herstellen in de Bovenloop in Beringen. We realiseren hier op grote schaal een robuuste, klimaatadaptieve veenspons waar actieve veenopbouw terug binnen handbereik ligt. Ook Vlaanderen investeert in belangrijke mate in het herstel en beheer van de valleigraslanden van de Zwarte Beek door het opstarten van systeemstudies, de Blue Deal en algemene ondersteuning in de vorm van het Natuurbeheerplan.
Beeld van een diep in het veen ingesneden beek en een gedempte gracht © Christof Van Ackere
De eerste meetgegevens laten na het dempen van de greppels op percelen van Natuurpunt lokaal een stijging van 20-30cm zien van de grondwatertafel.
Interreg Care-Peat: wetenschap en natuurherstel hand in hand
Met Interreg Care-Peat startten we in 2019 het systeemherstel op in de Middenstroom in Lummen en de Benedenloop in Halen. De drainagegraad is hier dermate hoog dat het veenpakket, dat in dit deelgebied het breedst en meest uitgestrekt is van het hele reservaat, hier het ergst verdroogd is. Een enorme potentie voor opslag van broeikasgassen en biodiversiteit ligt hier dus te wachten. In dit internationaal project slaan wetenschap en natuurherstel de handen in elkaar, met het veen als rode draad en klimaat als kapstok. Een zone van 250 hectare veen werd in kaart gebracht met drones en multi-spectraalopnames, gecombineerd met lidar-gegevens en satellietopnames. Infiltratie- en drainagebieden werden berekend om de juiste keuzes te kunnen maken en de geschikte hersteltechnieken te bepalen. Inmiddels werden de eerste stappen richting systeemherstel gezet. De werken bestaan uit het stoppen van de drainage door middel van het dempen en stuwen van greppels en grachten, het herstellen van verstoorde bodems en het verwijderen van onnatuurlijke constructies. Er wordt ingezet op adaptief beheer en ingenieuze technieken om na de inrichting het veen en de biodiversiteit nog verder te verbeteren en te verhogen. Met aangepaste rupsmaaiers worden de vernatte veenlanden gemaaid in functie van biodiversiteit en instandhouding van het veenpakket. Recent werd in Interreg Grasgoed gekeken hoe we het maaisel van dit soort valleigraslanden op een rendabele én ecologische manier snel bij de verwerkers kunnen krijgen, dit gras zit nl. boordevol eiwitten en vezels wat bruikbaar is voor duurzame toepassingen als isolatiematten en papier.
Het maaien van natte graslanden gebeurt met aangepaste rupsmaaiers om bodemschade te vermijden. © Maarten Jacobs
Om tot zo’n systeemherstel te komen zijn meerdere complementaire projecten noodzakelijk en is een intensief overleg en afstemming nodig met stakeholders en waterbeheerders. Veenherstel is nog steeds geen evidentie in Vlaanderen: politieke belangen, versnippering en een verouderd waterbeleid zorgen ervoor dat er heel wat hindernissen en valkuilen zijn ondanks het bewezen nut van de beschikbare ecosysteemdiensten, systeemstudies en Blue Deal-intensies.
Veenherstel noodzakelijk voor flora en fauna
De herstelmaatregelen hebben quasi onmiddellijk een positieve impact op allerlei soorten zoals watersnip, porseleinhoen, blauwborst en velduil. Ook de kraanvogel vindt hier voldoende rust, voedsel en bescherming en kon dit jaar 2 jongen grootbrengen in het veenbeekdal.
Aan het oog ontglippen echter nog tientallen organismen die belangrijke indicatoren zijn voor een gezonde bodem en stabiele hydrologie. Veenherstel heeft bijkomend een sterk positief effect op bijvoorbeeld de aanwezige populatie zompsprinkhaan. Dit is een kensoort van trilvenen en is voornamelijk terug te vinden op de overgangen van kleine zeggenvegetaties naar grondwatergevoede graslanden. Zij stelt hoge eisen aan haar biotoop: grote grondwaterschommelingen en sterk verruigde vegetaties met een hoge biomassa hebben een sterk negatieve invloed op deze soort. Het is een zeer goede graadmeter voor kwalitatieve, structuurrijke schraalgraslanden met overgangen naar trilveenvegetaties en stabiele grondwatertafels.
Zompsprinkhaan, een typische soort van natte graslanden © Harm Alberts
Er zijn voor de Vallei van de Zwarte Beek nog heel wat winsten te boeken en daar kunnen we beter niet te lang mee wachten. Zolang de veenspons niet volledig hersteld is, zullen we belangrijke voordelen voor de samenleving blijven mislopen. De herstelprocessen die hier opgestart zijn, zetten alvast de toon voor de toekomst en hebben de Zwarte Beek intussen op de wereldkaart gezet als schoolvoorbeeld van veenherstel op landschapsschaal.
Tekst: Christof Van Ackere (Natuurpunt Beheer)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief