Het Vinne in Zoutleeuw is een restant van een natuurlijk binnenmeer en ligt eigenlijk in een grote depressie in de Getevallei die moeilijk ontwaterde. De vegetatie was hieraan aangepast en er bevond zich oorspronkelijk een groot en massief veencomplex met veenmoshooilanden en overgangsveen. Het "natuurlijk" meer dat we nu kennen is een overblijfsel van veen- en turfontginning tijdens de late middeleeuwen. Veen en turf waren toen een belangrijke grond- en brandstof.
In een kleine uithoek van Het Vinne bevindt zich nog een uitstulping van het meer (meerlob) waar we nog enkele restanten van dit veen terugvinden. Natuurpunt beheert dit klein deel al meer dan 25 jaar. Doordat de vochtigheid en bodemsamenstelling aan deze meerlob op korte afstand wisselen, zien we een unieke overgang van heischraal grasland, veenmoshooilandjes en overgangsveen. Onder de oppervlakte zit nog een extra en unieke gradiënt: op enkele tientallen meters treffen we een overgang van zuur grondwater naar basisch grondwater.
De combinatie van overgangen tussen deze diverse omstandigheden maken het kleine gebied zo boeiend en uniek.
Het kleine gebied toont veel overgangen van bermen met beemdkroon (kalkhoudende droge grond) over heischrale graslanden (heiderelicten met struikheide en zeldzaamheden als blauwe knoop, tormentil en zwarte zegge) naar veenmoeras met zowel veenmossen als dotterbloemen. Onderzoek toonde eerder aan dat minstens 5 verschillende soorten veenmos aanwezig zijn in dit gebied.

Uitdagingen
Een belangrijke uitdaging om de habitats gunstig te laten evolueren en zeldzame planten een goede kans te bieden, is een stabiele waterhuishouding. Een regelmatig maaibeheer om de vegetatie open te houden is ook belangrijk om de veenmossen alle kansen te geven.
Om te bepalen waar we een permanente vochtigheid en aanvoer van water konden realiseren, onderzochten we de locaties met de hoogste kweldruk. Kwelwater is grondwater dat aan de oppervlakte komt, en we konden de sterkste kwelstromen het beste waarnemen tijdens vriesdagen. We zochten specifiek naar plekken waar het oppervlaktewater niet bevroor, omdat dit wijst op een constante aanvoer van relatief warm kwelwater (ongeveer 10°C). Doordat dit water van diep uit de bodem komt, behoudt het een temperatuur van rond de 10°C en bevriest het zelden.
En tenslotte groeit het veen erg traag aan, met een "snelheid" van 1mm per jaar. Er moest dus zeer omzichtig omgesprongen worden met de aanwezige restanten. Daarom was (en is) maatwerk noodzakelijk.
Werken
In 2024 startte Natuurpunt met een uitbreiding van de restanten van het veenmoeras. Het laatste veen van Het Vinne werd sterk ontwaterd door de aanleg van rabatten (verhoogde stroken grond afgewisseld met greppels die helpen bij de afwatering) en ontwateringsgrachten. Hierdoor droogde het uit, waardoor er ook bomen op konden groeien. Deze boomopslag werd verwijderd, de reliëf ter hoogte van de rabatten werd hersteld en de ontwateringsgrachten werden dichtgemaakt om een constant hoog waterpeil te verkrijgen. Hierdoor ontstond weer een groot, open vochtig gebied waar veen zich opnieuw kan ontwikkelen.
Op de hogere delen werd de oude en ingestorte sparrenaanplant verwijderd. Ook de opslag van ruwe berk, die langzaam het veenrietland aan het innemen was, werd gekapt. Nadat ook daar de waterhuishouding werd hersteld, kan in deze zone weer een extensief hooilandbeheer opgestart worden.
De werken gebeuren binnen het natuurherstelprogramma en met de financiële steun van de Vlaamse overheid en het Agentschap Natuur en Bos onder de naam project subsidie natuur (PSN).
Tekst: Kris Boers (Natuurpunt Beheer)

Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief