Steeds meer beseffen we dat we onze huizen goed moeten isoleren. Een veel gebruikte techniek is het isoleren van de spouwmuur. Spouwmuren zijn net de meest gebruikte verblijfplaatsen van gewone dwergvleermuizen, de in Vlaanderen meest voorkomende vleermuis. Als door betere isolatie alle vleermuisplekken in huizen zouden verdwijnen, dan heeft meer dan 90% van de vleermuizen letterlijk geen huis meer. Natuurpunt bouwde daarom samen met Werkgroep Bos t’Ename een experimenteel vleermuizenlabyrint om dwergvleermuizen een nieuwe, zo geschikt mogelijke verblijfplaats te geven.
Vleermuizen zoeken in de lente een plek om samen met andere vrouwtjes een jong te krijgen, in ware kraamkolonies. De meeste soorten krijgen één jong per jaar. Elke soort heeft zijn eigen type plek waar de jongen best kunnen opgroeien. Uit onderzoek bleek dat in de 20 km² rondom het natuurgebied Bos t’Ename 19 kolonies in gebouwen verbleven. Laatvlieger, een grote soort vleermuis, verbleef op de warmste plek in de nok van de kerk van Ename. Alle andere gebouwbewonende kraamkolonies zaten in woonhuizen. Het betrof hier steeds gewone dwergvleermuizen. Daar maken ze voornamelijk gebruik van spouwmuren en zitten ze soms ook in de dakconstructie. Maar zulke verblijfplaatsen worden steeds zeldzamer: huizen worden beter en beter geïsoleerd. Dit is natuurlijk nodig voor energiebesparing, maar plekken voor vleermuizen gaan verloren. Gebouwbewonende vleermuizen verliezen niet alleen verblijfplaatsen, maar kunnen ook sterven als bij na-isolatie bestaande spouwmuren volgespoten worden. Dringend tijd dus om extra verblijfplaatsen te voorzien!
Labyrint voor vleermuizen
Midden in natuurgebied Bos t’Ename verbouwt Natuurpunt een oude loods naar een nieuweNatuurboerderij. Er waren oorspronkelijk geen geschikte ruimtes voor vleermuizen. Er wordt zo verbouwd zodat wilde dieren veel meer kansen krijgen om er gebruik van te maken. Hoe meer geschikte plekken we kunnen aanbieden, hoe beter de kansen voor de vleermuizen. De aangebrachte ruimtes voor gewone dwergvleermuizen zijn net afgewerkt. Tussen de buitenmuurbeplanking en de isolatie is een ruimte tot 12 cm breed, deze is verbonden met de ruimte in het dak tussen de golfplaten en de isolatie. 110 m² labyrint uitgewerkt met planken zorgt voor een grote variatie aan kleine en grote wegkruipmogelijkheden. In tegenstelling tot de meeste vogels zijn vleermuizen erg kieskeurig wat betreft het kiezen van hun slaapplekken, ze zoeken naar het meest geschikte microklimaat (temperatuur, luchtvochtigheid, luchtcirculatie). Zelfs door veranderingen in temperatuur gedurende de dag verhuizen ze tot elk uur naar de meest geschikte slaapplek in een spouwmuur. Daarom zijn zowel de snel opwarmende zuid georiënteerde en de frissere noord georiënteerde muren opgenomen in het vleermuizenlabyrint. Delen van het dak zijn zwart, zodat het eronder sneller opwarmt, andere delen zijn net zo bleek mogelijk zodat het er minder snel opwarmt. Delen van het labyrint zijn extra geïsoleerd, andere delen net niet.
Extra microklimaat en wegkruip mogelijkheden (foto © Pieter Blondé)
Veilige houtsoorten
Vleermuizen nemen zeer gemakkelijk houtbehandelingsproducten op en kunnen er ziek van worden en zelfs sterven. Daarom werd het gebruikte bouwhout niet behandeld. Op plekken waar de regen aan kan, werd gekozen voor een beplanking van tamme kastanje en valse acaciapalen. Dit zijn beide houtsoorten die minder last hebben van water. Op de droge plekken werden populierenkepers en uitzonderlijk zomereikbalken gebruikt.
Detail dak met zwarte en bleke platen en extra niet en wel geïsoleerde wegkruipmogelijkheden (foto © Pieter Blondé)
Om de kans op predatie te verminderen is het hele vleermuizenlabyrint zo goed als mogelijk afgesloten tegen katten, marters en muizen. Ook wordt de verlichting rondom de boerderij beperkt. Er zijn steeds donkere zones, er is zo min mogelijk licht, dat zo kort mogelijk aanstaat.
Er is geen garantie dat vleermuizen dit nieuwe labyrint zullen gebruiken, maar als we niets extra voorzien dan zijn we wel zeker dat ze geen geschikte plek gaan vinden. Om meer kennis op te doen over hoe je best fauna inclusief bouwt, doet Natuurpunt onderzoek in dit en in andere gebouwen in het kader van het project Natuurinbouw. De bouw van dit vleermuizenlabyrint werd mogelijk gemaakt door een Projectsubsidie Natuur van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en kadert in een Leaderproject, het Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, Europa investeert in zijn platteland.
Wil je zelf mee bouwen aan een vleermuizenzolder (doelsoort ingekorven vleermuis) of nestkasten voor vogels, dan kan dat tijdens educatieve bouwkampen.
Tekst: Pieter Blondé (Werkgroep Bos t’Ename en Natuurpunt Natuuracademie) en Daan Dekeukeleire (Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief