Afbeelding
Torenvalk - waarnemingen.be - Werner Priëls
waarnemingen.be - Werner Priëls

Waarheid of mythe: Kunnen torenvalken muizenurine zien?

3 jul 2024
Categorieën
Natuurbericht

Eén van de hardnekkigste vogelverhalen die de ronde doen, is er eentje over het jaaggedrag van torenvalken. Zij zouden namelijk hun prooi (muizen) opsporen aan de hand van hun urinesporen. 

In het kort

Vraag? Kunnen torenvalken de urine van muizen zien?

Waarheid of mythe? Dit vogelverhaal is een mythe. Roofvogels hebben dan wel extreem goede ogen, toch laten ze bitter weinig UV-licht door. Hierdoor kunnen ze de UV-reflectie van muizenurine niet oppikken.

In het lang

Roofvogels hebben uitermate goede ogen en gebruiken die scherpe blik bij het opsporen van hun prooi. Zo kan onze torenvalk een insect van 2 mm grootte zien vanop een afstand van 18 meter. Een mens moet hiervoor op ongeveer 4 meter afstand staan. Over die ‘arendsogen’ hoeft dus alvast geen twijfel te bestaan. Vaak gaat het echter nog een stapje verder. Een team van Finse wetenschappers opperde in 1995 namelijk dat roofvogels, naast dit zeer scherpe zicht, ook over de mogelijkheid beschikken om ultraviolette (UV) reflecties van muizenurine waar te nemen. Dit zouden ze gebruiken om goede jachtgebieden op te sporen. Deze stelling nemen we onder de loep.

Een (on)zichtbare wereld gaat open

Naast het zichtbaar licht, dat voor onze ogen alle kleuren van de regenboog kan hebben, straalt de zon ook licht uit dat voor ons niet zichtbaar is. UV-licht is hier het bekendste voorbeeld van. UV heeft een lage golflengte die voor het menselijke oog niet binnen het zichtbare spectrum valt (100-400 nm). Op dit vlak kunnen we ons enkel nederig opstellen naar de natuur om ons heen, want ons onvermogen om UV waar te nemen is een zeldzaamheid in het dierenrijk. In feite kunnen de meeste dieren UV-licht waarnemen. Dit is goed bestudeerd bij insecten, vooral bijen en vlinders, en wordt steeds meer waargenomen bij onderzoek van bepaalde gewervelde dieren zoals vissen, hagedissen en knaagdieren. Ook bepaalde vogelsoorten horen thuis in dit rijtje.

De voordelen van UV-zicht

Het toevoegen van UV-licht aan je visueel arsenaal heeft verschillende uitgesproken voordelen. Zo gaan heel wat vogelsoorten zich baseren op UV-straling voor hun oriëntatie over grote afstanden (zoals tijdens de trek) of gebruiken ze het tijdens het zoeken naar voedsel. Vruchtetende vogels zijn op basis van UV-signalen in staat om de rijpheid van hun voedsel te bepalen. Rijp fruit reflecteert het UV-licht namelijk anders dan onrijp fruit. Op deze manier adverteren vruchten zichzelf en maken ze reclame bij zaadverspreidende vogels. Een win-win verhouding.

De belangrijkste functie van UV-zicht bij vogels is echter de interactie tussen soortgenoten. Het zou voornamelijk bij seksuele selectie (het aantrekken van een partner) bij een groot aantal vogelsoorten een niet te onderschatten rol spelen. Mannelijke en vrouwelijke vogels gaan zich aan de hand van de UV-reflectie van hun verenkleed van elkaar onderscheiden. Bij onder andere spreeuwen en pimpelmezen zien de mannelijke en vrouwelijke vogels, die voor het menselijk oog schijnbaar identiek lijken, er behoorlijk anders uit onder een UV-lamp. Zo gaat bij een mannelijke pimpelmees onder de UV-lamp het paarse petje veel feller oplichten dan bij het vrouwtje. Een vrouwelijke meesje weet dan meteen welke de mannetjes zijn. Ze gaat tijdens haar selectieproces zelfs een voorkeur geven aan de mannetjes met de felst oplichtende kruin. Want er geldt ook: hoe fitter de man, hoe feller zijn kruin UV reflecteert. Dit is een vorm van ‘eerlijke communicatie’, want vrouwtjes kunnen aan de hand hiervan de gezondheid van hun partner beoordelen. Het onderzoek hiernaar was overigens verre van complex: een laagje zonnecrème zorgde ervoor dat mannelijke vogels meteen een stuk minder aantrekkelijk werden voor de vrouwtjes.

Afbeelding
Oog sperwer
Eddy Vaes
Oog van een sperwer

Het is niet iedereen gegeven

Niet alle vogels hebben een even goed UV-zicht. Sommige soorten kunnen maar een fractie van het UV-spectrum waarnemen, terwijl soorten met een goed UV-zicht bijna elke golflengte uit het spectrum oppikken. Veel van de zangvogels, papegaaien, meeuwen en struisvogels vallen in deze laatste categorie. Bij hun speelt UV dus een belangrijke rol in hun dagelijkse leven. Maar hoe zit het nu met roofvogels? Beschikken zij ook over de visuele capaciteiten om de UV-reflectie van muizenurine op te pikken?

Om dit te beantwoorden bestudeerde een team van Zweedse wetenschappers de ogen van verschillende roofvogelsoorten. Het viel hen namelijk op dat er in het originele onderzoek uit 1995 weinig rekening werd gehouden met de hoeveelheid UV-licht dat effectief het netvlies bereikte. Voordat het binnenkomende UV-licht het netvlies raakt, moet het immers eerst nog door het hoornvlies, de lens en de vloeistoffen in het oog. Deze lagen, samengevat onder de naam ‘oculaire media’, fungeren als een soort filter en bepalen uiteindelijk welke golflengten van het licht het netvlies van de roofvogels bereiken. De resultaten waren duidelijk: roofvogelogen laten bitter weinig UV-licht door, alleen licht met hogere golflengten dringt door tot aan het netvlies. Ze krijgen met andere woorden wel een glimp van het UV-spectrum te zien (en zien dus wel degelijk meer dan wij), maar laten daarnaast te weinig van de lagere golflengtes binnen om de UV-reflectie van muizenurine op te pikken. Woelmuizenurine vormt dus naar alle waarschijnlijkheid geen betrouwbaar visueel signaal voor jagende torenvalken. 

Tekst: Bastiaan De Ketelaere (Natuuracademie)

De natuur zit knap in elkaar, maar er doen heel wat straffe verhalen de ronde over dieren en planten. Sommige zijn absoluut waar, terwijl andere hardnekkige leugens of slechts halve waarheden bevatten. In deze rubriek zetten we de puntjes op de i: we ontkrachten de mythes en brengen de waarheid aan het licht.

Lees meer Waarheid of Mythe