Waarom de ongebreidelde jacht op everzwijnen zijn doel zal missen
De Vlaamse regering heeft een nieuw jachtopeningsbesluit gepresenteerd. Dat moet de periodes vastleggen wanneer op een bepaalde wildsoort wel of niet kan gejaagd worden. Eén van de opvallendste voorstellen is om de jacht op het everzwijn uit te breiden. Het dier zou in de toekomst het hele jaar rond bejaagd kunnen worden, dag en nacht, door iedereen met jachtrecht en via een waaier aan jachttechnieken – tot drijfjacht toe.
Het everzwijn, van nature thuis in onze bossen, is een geweldig beest. Het is snel, wendbaar en heeft een fenomenale reukzin. Dankzij zijn intelligentie kan het everzwijn zich vlot aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Dat wordt bewezen door het recent succes van de dieren, mede veroorzaakt door de steeds uitdijende oppervlakte maïs in Vlaanderen. Maïs wordt geteeld als varkensvoer en is ook voor everzwijnen een lekkernij. Bovendien bieden maïsakkers een ideale beschutting voor hun kuddes. Everzwijnen doen het zo goed dat hun aantal, momenteel geschat op een paar duizend dieren in Vlaanderen, zich jaarlijks zowat kan verdubbelen.
Met het succes van het everzwijn komen jammer genoeg ook heel wat problemen. Ze vreten akkers volledig kaal, ploegen tuinen om of zijn betrokken bij verkeersongevallen. De combinatie van impact en intelligentie vraagt om een slimme aanpak. Die is helemaal zoek in de voorliggende beslissing van de Vlaamse regering. Door de jacht op het everzwijn ongecontroleerd uit te breiden, dreigt het probleem niet te worden opgelost, maar net te worden vergroot. Ondoordachte jacht kan everzwijnen letterlijk de straat opjagen, met meer verkeersongevallen tot gevolg. Wanneer de jacht in de zomer in de bossen wordt opgedreven, zullen de zwijnen zich verder verspreiden. De kans is ook groot dat ze daarbij, nog meer dan vandaag, gaan schuilen in de maïssakkers, waar ze bijkomende landbouwschade zullen veroorzaken. In volle broedseizoen jagen levert bovendien veel verstoring op voor kwetsbare vogelsoorten.
Een planmatige, gecoördineerde aanpak is nodig om het probleem in te perken en toch het everzwijn zijn plaats te geven in de Vlaamse natuur. Daarbij moet de nadruk liggen op het voorkomen van schade. Dat impliceert dat er over een groot gebied, met alle landbouwers, jagers en natuurbeheerders, wordt beslist welke acties er nodig zijn, en wanneer die zullen worden uitgevoerd. In de aankondiging van het besluit spreekt de Vlaamse regering weliswaar over een afschotplan, maar zo’n plan is volstrekt niet geschikt om de problemen het hoofd te bieden. Een afschotplan wordt eenzijdig opgemaakt door de jagers, gaat enkel over afschot, is (te) beperkt in oppervlakte, en geeft niet aan waar en wanneer er gejaagd zal worden. Het richt zich enkel op het aantal dieren dat er geschoten zal worden.
Elke aanzet voor een ernstige, gebiedsgerichte, planmatige aanpak van het everzwijn ontbreekt vandaag. De piste om ondertussen alles overal aan iedereen toe te laten, is een zwaktebod en riskeert de probleem te vergroten, eerder dan ze op te lossen.
Lees meer nieuws over
Krijg de natuur in je mailbox
Natuurberichten, heet van de naald. 3x per week