De onderzoekers voerden een reeks experimentele laboratoriumexperimenten uit met 24 waterspitsmuizen en 26 gewone bosspitsmuizen. Alleen waterspitsmuizen beschikken over de mogelijkheid om gif aan te maken, waarmee ze hun prooi zouden kunnen verlammen.
Om te achterhalen hoe waterspitsmuizen hun voordeel doen met hun gifbeet, werden de 2 soorten spitsmuizen in een terrarium geconfronteerd met verschillende potentiële prooien: van kleine insecten over regenwormen tot kikkers en padden die een stuk groter waren dan zijzelf. Er werd ook telkens een beschutte ruimte voorzien waar de muizen hun buit konden hamsteren. De onderzoekers filmden de ‘arena’ en analyseerden alle aanvallen in detail.
De onderzoekers verwachtten dat de kleinere insecten onmiddellijk verorberd zouden worden, en dat ze grotere prooien als kikkers en padden zouden hamsteren. Dat laatste heeft een namelijk belangrijk voordeel: door minder heen- en weer te moeten lopen met prooien, is er voor de spitsmuizen minder risico om zelf gevangen te worden door belagers als roofvogels of grotere zoogdieren.
Het gif werkt, voor onbesuisde muizen
Uit het onderzoek blijkt dat hun gif de waterspitsmuizen geen windeieren legt: ze kunnen zelfs grote kikkers verschalken, terwijl dat de bosspitsmuizen niet lukte. Bovendien verspillen Waterspitsmuizen minder tijd en energie aan het bijeenzoeken van hun kostje en helpt het hen om voedsel te hamsteren.
Toch blijkt het gif zelf onvoldoende om kikkers te overtroeven. In tegenstelling tot wat verwacht werd, kozen Waterspitsmuizen ervoor om hun tegenstanders te immobilseren door hard en veel te bijten in de achterpoten van kikkers. Dat is niet echt logisch: gif werkt beter als het in de buurt van het hoofd geïnjecteerd wordt. De onderzoekers konden ook niet vaststellen dat kikkers verlamd geraakten door het gif, wat soms te zien is bij de kevers of regenwormen. Het bijten in de achterpoten zorgde er waarschijnlijk voor dat de kikkers niet meer konden ontsnappen aan de aanval van de Waterspitsmuis.
Het lijkt er dus op dat het de combinatie is van het gif én de grotere dapperheid van de waterspitsmuizen dat ze hun slag thuishalen tegen kikkers. Waterspitsmuizen zijn trouwens een stukje groter dan gewone bosspitsmuizen. Maar de onderzoekers hielden rekening met de verhouding tussen de massa van de predator en die van de prooi.
Padden blijven maatje te groot
Padden blijven, zowel voor gewone bosspitsmuizen als waterspitsmuizen, een maatje te groot. Waterspitsmuizen durfden de aanval wel te openen, in tegenstelling tot bosspitsmuizen, maar haalden nooit het pleit.
Dat lijkt voor een deel te verklaren door hun giftige huid. Op een van de filmpjes van de onderzoekers is duidelijk te zien hoe een waterspitsmuis z’n snuit nerveus begint te poetsen met z’n voorpoten na een beet. Na de eerste beet, hielden alle waterspitsmuizen in dit experiment er meteen mee op.
Bovendien bleken padden zich ook veel efficiënter te kunnen verdedigen tegen muizen dan kikkers, door met hun poten te trappen of door met hun hoofd te slaan. Kikkers kozen vooral voor vluchten en alarm slaan.
Voor ongewervelden (die het hoofdaandeel uitmaken van een spitsmuizendieet) blijken de verschillen gering. Die werden toch onmiddellijk opgegeten. Maar hoe groter de prooi was, hoe meer de waterspitsmuis in het voordeel was ten opzichte van de andere spitsmuizen. Gif aanmaken kost dan wel energie, toch blijkt het een prima evolutionaire investering.
Tekst: Hendrik Moeremans (Natuurpunt)
Het onderzoek werd gepubliceerd in het vakblad Journal of Mammalogy (2018)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief