Werken Bilzense beken vlotten goed

Begin februari startten werken aan enkele beken in het Munsterbos met als doel deze terug te laten slingeren door het bos (in samenwerking met de provincie Limburg). Tegelijk worden enkele dijken van de oude vijvers hersteld (met subsidie van het Agentschap voor Natuur en bos en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling). De werken vlotten goed.

De werken zijn belangrijk voor enkele bijzondere dieren die in het gebied voorkomen: de beekprik (vis), de roerdomp (vogel) en het woudaapje (vogel).

De beekprik heeft baat bij beken waar zowel traagstromende als snelstromende delen zijn, met veel schuilmogelijkheden. Dat vindt hij veel meer in kronkelende waterlopen dan in de rechtgetrokken versies. De beekprik is een vissoort die Europese bescherming geniet omdat die zo bedreigd is. In het Munsterbos komt nog een stevige populatie voor. Voor de werken waren de populaties opgedeeld door de stuwen: er spoelden vissen mee met de stroming, maar stroomopwaartse migratie was niet mogelijk. 

Het woudaapje en de roerdomp zijn vogels van grote rietvlakten. Het zijn beide reigerachtigen. Ze leven van amfibieën, vissen en ongewervelden die in en om het water leven. De roerdomp is een vaak geziene wintergast (ook in 2017) en heeft in het verleden hier nog gebroed. Het woudaapje heeft in 2015 nog gebroed. De werken hebben in eerste instantie tot doel het vijversysteem veilig te stellen: achterstallig onderhoud heeft ervoor gezorgd dat de dijken op verschillende plaatsen zeer slecht waren. Daarnaast verbeteren we ook de habitat voor die soorten door rieteilanden aan te leggen en verbeteren we de habitatkwaliteit door in enkele vijvers het slib te ruimen.

Het einde van de werken is voorzien rond half maart.