Wordt uw waterfactuur goed besteed?
Vorige week werden op de jaarlijkse VLARIO-dag twee rapporten gepubliceerd over de besteding van de gemeentelijke saneringsbijdrage (een onderdeel van de waterfactuur). Dat leidde tot ophef in de pers en een geanimeerd debat in het Vlaams Parlement, gevolgd door een snelle resolutie van de meerderheidspartijen om de geest terug in de fles te krijgen. Dat zal echter hoogstens tijdelijk lukken, denkt Natuurpunt, want de problemen zijn fundamenteel en de oplossingen uit de resolutie slechts oppervlakkig. Een grondig debat over de lange termijn financiering en de responsabilisering van de gemeenten is aan de orde.
Hoe zit de waterfactuur ook weer in elkaar?
De waterfactuur bevat drie onderdelen - samen bepalen ze het eindbedrag op je waterfactuur. Elk onderdeel bestaat telkens uit een vastrecht (vast bedrag) en een variabele prijs:
- De drinkwaterprijs: de prijs voor productie en levering van het kraantjeswater, inclusief oppompen, vervoer via de leidingen en levering tot aan de watermeter.
- De kost voor het afvoeren en inzamelen van het afvalwater via de riolering (gemeentelijke saneringsbijdrage of -vergoeding).
- De kost voor de zuivering van het afvalwater in de zuiveringsstations (bovengemeentelijke saneringsbijdrage of -vergoeding).
In deze tekst focussen we ons op het onderdeel “gemeentelijke sanering” - zowel op de inhoud als op de financiering.
Betalen we te veel?
Sta me toe u meteen een illusie armer maken: neen, u betaalt niet teveel voor uw water. De drinkwaterfactuur dekt vandaag bijna alle kosten voor de productie en levering van drinkwater, maar de kosten voor transport en zuivering van afvalwater kunnen vandaag (nog) niet betaald worden met de opbrengst van de waterfactuur alleen. De kosten voor onderhoud en exploitatie van de bestaande riolen en waterzuiveringsstations kunnen afgedekt worden, maar voor de investeringen in nieuwe rioleringen, of in vervangingen en renovaties - komen we bijlange niet toe. Maar als u niet teveel betaalt, krijgt u dan wel genoeg waar voor uw geld ?
Nog veel werk op de plank
Er is nog enorm veel werk voor de boeg. Op dit moment wordt het afvalwater van ongeveer 82% van de Vlamingen aangesloten op een waterzuiveringsinstallatie. Dat getal is enigszins geflatteerd - we kunnen veilig stellen dat één op vijf Vlamingen nog in beek loost. (ter vergelijking: in NL is dat minder dan 1%). Dat heeft zijn gevolgen voor het milieu - en dus de natuur. Onze waterlopen bevatten te veel stikstof en fosfaat. Het meeste daarvan komt vandaag van de landbouw (overbemesting) - maar ook de huishoudens (wij dus) - en met name die huishoudens die nog geen waterzuivering hebben, zijn goed voor respectievelijk 28% (N) en 41% (P) van de vervuiling in het water.
Om dat probleem op te lossen, zijn nog veel investeringen nodig: investeringen in rioleringen en (kleinschalige) waterzuivering. Op basis van de bestaande kennis (kosten en de inkomsten van de waterfactuur) denkt VMM dat er zo’n 4 miljard EXTRA nodig is om overal riolen en waterzuivering aan te leggen. Het gat in het budget is dus enorm.
Waarover gaat heel deze discussie dan?
De discussie start vanuit de vaststelling dat er sluitende uitleg is voor twee vragen: “wat gebeurt er met ons geld ?” en “waarom gaat het zo traag vooruit ? Het gaat dus over transparantie en efficiëntie - en achterliggend over de ambigue relatie tussen Vlaanderen en de gemeenten op dit thema.
Transparantie en controle
Volgens het rapport van professor (en Open VLD politicus) Lode Vereeck wordt 24 procent van de factuur gebruikt voor “overheadkosten” (Het is een heel lijstje: indirecte personeelskosten, financiële kosten, inningskosten, studiewerk en consultancy en zelfs wegenwerken) en is het “mistig” in welke mate al die overheadkosten gelinkt zijn aan echte rioleringsprojecten. Zijn eerste conclusie is dan ook dat er meer transparantie en informatie nodig is over de inhoud, de berekening en de toewijzing van overheadkosten aan rioleringsprojecten. Een opdracht die volgens hem op het lijf is geschreven van een regulator. Anders dan bij de energie- en de telecomsector is er - dixit Vereeck - geen echte regulator die de watersector controleert. Dat mag opgevat worden als forse kritiek op het functioneren van het “economisch toezicht” zoals het nu bestaat (een opdracht toegewezen aan VMM).
Opvallend is dat hier in de resolutie van de meerderheidspartijen vlot wordt over gegaan. Men pleit wel (en uiteraard terecht) voor garanties inzake transparantie - maar het huidige model (waarbij er een klaarblijkelijk onevenwicht zit in de machtsverhouding tussen de gemeenten/intercommunales en de instantie die de belangen van de klanten/burgers bewaakt - wordt niet in vraag gesteld. Dat is op zijn minst een gemiste kans.
Efficiëntie
Een tweede pertinente vraag is hoe het komt dat het allemaal zo traag vooruit gaat. Waarom geraakt dat geld, ondanks het milieuprobleem en ondanks dat de bouwsector schreeuwt om werk, niet allemaal geïnvesteerd ? En waarom zorgen die investeringen niet voor een sneller milieu resultaat ?
Ook hier kan enorm veel vooruitgang worden geboekt door een andere manier van werken en een sterke responsabilisering van de gemeenten. Gemeenten innen vandaag wel saneringsbijdragen, en kunnen zelfs RIO-subsidies aanvragen, maar worden op geen enkele manier afgerekend (of beloond) op de resultaten van hun werk. Vlaanderen heeft vandaag geen enkel instrument om op te treden tegen slabakkende gemeenten, en het resultaat is er dan ook naar. Er zijn gemeenten die fantastisch werk hebben geleverd (en nog leveren) - er zijn er die het zwaar laten hangen. Vlaanderen staat erbij en kijkt ernaar.
Bovendien is er het RIO-subsidiesysteem, dat zijn houdbaarheidsdatum al vér voorbij is. Het systeem is opgestart voor er een saneringsbijdrage bestond via de waterfactuur, met als doel om gemeenten te stimuleren investeringen te doen. Ondertussen is het verworden tot een flessenhals - doordat er dikwijls gewacht wordt door gemeenten om te investeren tot er subsidies komen én doordat de procedures van het systeem zorgen voor aanzienlijke vertragingen. Na vele jaren bakkeleien zijn nu de ergste uitwassen verholpen, maar het fundamentele problemen blijft.
Geresponsabiliseerde en autonome gemeenten?
Achter deze vaststellingen ligt een fundamentele vraag: hoe zien we de rol van Vlaanderen versus de gemeenten ? In dit dossier moeten de gemeenten (nu) het gros van het werk doen, maar de verantwoording wordt doorgaans op Vlaams niveau afgelegd (zie parlementaire discussie, maar ook de verplichtingen van VL naar de EC als het gaat over de waterkwaliteitsresultaten).
Als Vlaanderen - en de gemeenten - het menen met de vele verklaringen over de gemeentelijke verantwoordelijkheden, dan kunnen ze het tonen in dit dossier door verantwoordelijkheden éénduidig toe te wijzen. Stop met microplanning van de infrastructuur op Vlaams niveau. Stel in de plaats daarvan per gemeentelijke legislatuur heldere doelstellingen op voor gemeenten gekoppeld aan waterkwaliteit. Laat de uitvoerders maximaal de keuze over het “hoe” van de oplossing. Zorg dat je een stok achter de deur hebt voor slabakkende gemeenten - bvb een ambtelijke indeplaatstreding. Maak een regulator, die de hersenen én de klauwen heeft om financiële transparantie en efficiëntie af te dwingen en die een positie heeft waarbij hij publiek kan spreken, ook als het even politiek slecht uitkomt.
Steek het RIO-subsidiegeld in enveloppes, gekoppeld aan het bereiken van resultaten in de beek - en geprioriteerd op Vlaams beleid, zoals Natura 2000. Als de gemeenten die handschoen niet opnemen, draag de projecten op aan Aquafin, die weten van aanpakken.
Financiering
En dan blijft er nog dat gat van 4 miljard (alleen voor waterzuivering, er is veel meer geld nodig om bvb ook de projecten inzake beekherstel te realiseren). SERV en MINAraad dringen al meer dan 10 jaar aan op de opmaak van een lange-termijn financieringsplan voor het geheel - vorig jaar is de Vlaamse overheid er eindelijk mee begonnen. Dat gebeurt in een erg breed samengestelde werkgroep van ambtenaren, middenveld en kabinetsmedewerkers. Hopelijk zal de vis niet verdrinken in deze aanpak - maar hoe dan ook zullen, aan het eind van de rit, het de politici zijn die de beslissingen nemen en aan hun kiezers verantwoording afleggen. Het is dus niet te veel gevraagd - ook al is het een moeilijk en complex debat - dat ook de verkozen politici zich erover buigen.
Lees meer nieuws over
Krijg de natuur in je mailbox
Natuurberichten, heet van de naald. 3x per week