Afbeelding
Bonte kraai
Mark Zekhuis/Saxifraga

Zeldzame bonte kraai overwintert in het Zwin

12 dec 2021
Categorieën
Natuurbericht

Half oktober 2021 werd in het Zwin een bonte kraai opgemerkt. Ruim anderhalve maand later is de vogel nog steeds present, en het ziet er naar uit dat ze in het gebied zal overwinteren. Dat is anno 2021 uitzonderlijk: voor zover bekend is dit immers de enige bonte kraai die momenteel in België overwintert. Dat is ooit anders geweest.

Gewoon voor Jan van Eyck, zeldzame beoordeelsoort sinds 2011

Tot diep in de 20ste eeuw waren bonte kraaien ’s winters een gewone verschijning in de lager gelegen delen van het land. Dat was al eeuwenlang het geval. Zelfs op schilderijen van o.a. Jan Van Eyck staan bonte kraaien afgebeeld, wat er op wijst dat de soort ook in de 15de eeuw al een regelmatige wintergast moet zijn geweest. Halverwege de vorige eeuw kwam de klad er in. Het aantal overwinteraars nam af: van de een paar duizend overwinteraars bleven er rond de eeuwwisseling nog enkele tientallen over. Vanaf 2011 werd de bonte kraai zelfs zodanig zeldzaam dat gevallen beoordeeld moeten worden door het Belgian Rare Birds Committee (BRBC), een commissie die waarnemingen van zeldzame vogelsoorten in ons land taxeert. De statistieken van het BRBC spreken boekdelen: van 2011 tot en met 2020 liggen amper 26 aanvaarde gevallen voor.

Het Zwin: traditionele overwinteringsstek voor honderden bonte kraaien

De kuststreek was destijds een regio waar veel bonte kraaien overwinterden. Dat gold zeker en vast ook voor het Zwin. Een telling van ca. 1.000 exemplaren op een slaapplaats in dit natuurgebied in het begin van de jaren ‘80 is tegenwoordig onvoorstelbaar. Naarmate bonte kraaien steeds zeldzamer werden in België, bleef het Zwin lange tijd één van de enige plekken waar nog kleine aantallen konden worden waargenomen. Vermoedelijk ging het om exemplaren die trouw vasthielden aan hun ‘vaste’ overwinteringsgebied, maar nieuwe exemplaren kwamen er niet meer bij. Uiteindelijk verdween ook in het Zwin de bonte kraai als vaste wintergast. De vogel die er nu zit, is pas het vierde geval sinds 2011. Opmerkelijk is wel dat er ook in de winter 2019-2020 een exemplaar overwinterde. In de winter 2020-2021 was er geen enkele waarneming, maar nu is er dus weer een overwinteraar. Misschien toch dezelfde vogel van twee winters geleden?

Afbeelding
Bonte kraaien (Saxifraga)

Groepjes bonte kraaien waren tot in de jaren ’80 in het Zwin in de winter vrij gewoon (deze foto werd echter niet in het Zwin genomen) (foto: Luc Hoogenstein).

Wintergast uit Scandinavië

Bonte kraaien zijn wintergasten in onze contreien. Ringonderzoek toont aan dat de exemplaren die in de Lage Landen opduiken vrijwel uitsluitend afkomstig zijn uit Scandinavië. In het Zwin werden vroeger veel bonte kraaien geringd. Daarvan werden er later 20 terug gemeld uit Finland (vijf), Zweden (zeven), Noorwegen (één), Denemarken (zes) en Nederland (één). De laatste terugmelding dateert wel al van ruim dertig jaar geleden.

Bonte kraaien uit het noordoostelijk deel van het verspreidingsgebied trokken vroeger in grote getale naar het zuidwesten om voedselgebrek in het barre winterseizoen te vermijden. Dat viel vooral goed op in het noorden van West-Europa, waar zwarte kraaien broeden. De sterke achteruitgang van bonte kraai als wintergast bleef niet beperkt tot België. Ook in Nederland, Frankrijk en westelijk Duitsland verdween de soort zo goed als volledig. Er zijn nog maar heel weinig bonte kraaien die buiten de broedgebieden gaan overwinteren.

Waarom minder?

De oorzaak van de sterke afname van bonte kraaien in de Lage Landen is bekend. De aantallen bonte kraaien in de broedgebieden in Noordoost-Europa zijn niet afgenomen. Wat wél is veranderd, is het trekgedrag van de soort. Onderzoek heeft uitgewezen dat bonte kraaien dankzij intensivering van de landbouw (akkerbouw) en het beschikbaar komen van meer afval nu ook (veel) dichter bij hun broedgebieden voedsel kunnen vinden tijdens de winter. Er is dus geen nood meer om in de winter naar het zuiden af te zakken. Klimaatverandering - met zachtere winters - helpt allicht ook een handje. De bonte kraaien ondernemen niet langer de risicovolle trektocht, wat aantoont dat vogeltrek geen strak, onveranderlijk fenomeen is, maar dat het voortdurend in evolutie is, aanpast aan gewijzigde omstandigheden. Op een relatief korte tijd is de overwinteringsstrategie voor vele tienduizenden bonte kraaien gewijzigd van een zuidwestwaartse trektocht van 1.000 - 2.000 kilometer naar veel dicht(er) bij de broedgebieden blijven of die zelfs helemaal niet meer verlaten.

Taxonomische twistappel

Er wordt al heel lang gediscussieerd over de soortstatus van de bonte kraai: is het nu een aparte soort of is het een ondersoort van de zwarte kraai? Tegenwoordig leeft vooral de eerste stelling. Zwarte kraaien en bonte kraaien zijn weliswaar in staat om zich met elkaar voort te planten, maar de zone waarin dat gebeurt - in de overlapzone van de verspreidingsgebieden van beide soorten - is vrij smal (ca. 100 kilometer breed). Die zone is bovendien over lange tijd vrij stabiel blijven liggen. Nakomelingen van gemengde broedparen schijnen ook minder goede overlevingskansen te hebben. Daardoor zou de scheiding tussen beide soorten in stand gehouden worden.

Zelf bonte kraai zien?

Als je in België een bonte kraai wil zien, heb je de beste kans in het Zwin. De vogel die er nu overwintert is vrij mobiel over een gebied van meerdere km². Het strand ter hoogte van het Zwin is een goede plek. Daar kan je de vogel mooi zien trippelen langs de vloedlijn, samen met zwarte kraaien, tussen de scholeksters. De kraaien zoeken zelf actief naar voedsel maar ze houden ook de scholeksters goed in het oog. Af en toe verliest een scholekster haar zeepier- of mosselprooi aan een opdringerige kraai. Ook de bonte kraai doet dat. In de namiddag houdt de vogel zich vaak op in de Zwinuitbreiding. De ‘whereabouts’ van deze overwinterende bonte kraai kan je volgen via www.waarnemingen.be.

 Tekst: Wouter Faveyts (Zwin Natuur Park)