De griel broedt op kale of spaarzaam begroeide terreinen (heide, droge stenige weilanden, opgedroogde moddervlaktes) in landen rond de Middellandse Zee. Door de grote kop, de grote ‘strenge’ ogen en de vaak onbeweeglijke houding doet deze steppevogel soms wat aan een reptiel denken. In België werd de soort t.e.m. 2019 in totaal 101 keer vastgesteld. Daarna werd de soort jaarlijks vaker vastgesteld met 16 gevallen in 2020, 9 waarnemingen in 2021, 6 meldingen in 2022 en 7 waarnemingen in 2023. De dichtstbijzijnde broedgebieden bevinden zich in de Champagnestreek (Noord-Frankrijk), waar de soort nestelt in weinig intensief gebruikte akkergebieden en in Norfolk (Engeland) waar ze broedt op open, zandige terreinen. Ringterugmeldingen in maart 1991 (Zeebrugge), juni 1994 (Gelderland), mei 1995 (Noord-Holland) en maart-april 1996 (Zeeland) tonen aan dat ten minste een deel van de Belgische en Nederlandse waarnemingen betrekking heeft op vogels die in Engeland werden geringd. De meeste waarnemingen in ons land dateren van april tot begin juni. De soort trekt vooral ’s nachts. Net als andere ‘nachttrekkers’ lopen grielen hierdoor meer kans om tegen een hoogspanningslijn aan te vliegen (doordat die lijnen dan uiteraard minder goed zichtbaar zijn).
De problematiek van vogels die botsen tegen hoogspanningslijnen is goed gekend. In België houdt Natuurpunt alle meldingen van hoogspanningsleidingsslachtoffers nauwkeurig bij. Ze doet dat in opdracht van Elia, de beheerder van het Belgische transmissienet. Hierdoor kan worden achterhaald welke soorten het meest tegen de hoogspanningslijnen aanvliegen. De databank bevat momenteel gegevens van 105 soorten, goed voor in totaal 1.776 slachtoffers. De soorten die het vaakst als slachtoffer worden gemeld, zijn houtduif (309), kokmeeuw (203), stadsduif (194), stormmeeuw (76) en kievit (74). Maar ook zeldzamere soorten botsten regelmatig tegen luchtlijnen aan. Zo werden in België al gevallen geregistreerd van roerdomp (5), woudaap (3), lepelaar (2) en kleinste jager (1). Griel werd ook al één keer eerder als hoogspanningsleidingsslachtoffers gemeld: op 2 maart 2017 werd een gekwetst exemplaar gevonden in het centrum van Peer.
Hoewel zeldzame soorten gemakkelijker door waarnemers worden gemeld en meer persaandacht halen, zijn het vooral de hoge aantallen van gewonere soorten die zorgwekkend zijn. Elia besteedt al meer dan tien jaar aandacht aan deze problematiek. Om uit te maken welke luchtlijnen voor welke vogelsoorten het hoogste risico vormen, gaf Elia aan Natuurpunt en Natagora de opdracht om een risicoatlas aan te maken. Deze atlas wordt door de netwerkbeheerder nu aangewend als planningsinstrument, waarbij de gevaarlijkste lijnen prioritair worden voorzien van markeringen om
zo de zichtbaarheid te vergroten en het aanvliegrisico voor vogels te reduceren. Een aantal proefprojecten (o.a. in Noordschote) toonden aan dat het aanbrengen van zo’n markeringen erg efficiënt is om het aantal botsingen te verminderen. Sinds 2023 zijn Elia en Natuurpunt ook partner in SafeLines4Birds, een grootschalig en ambitieus LIFE-project dat wordt gefinancierd door de Europese Commissie en zich tot doel stelt om het aantal slachtoffers van 13 doelsoorten met bovengrondse elektriciteitslijnen in Frankrijk, België en Portugal drastisch te reduceren. De doelsoorten voor België zijn wulp, kievit, houtsnip, ooievaar en zwarte ooievaar.
Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie
Foto: Roel Damiaans
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief