400 schapen midden in het leefgebied van wolvin Naya blijven na 4 maanden nog steeds ongedeerd. Op 21 januari 2018 toonde Naya met twee dode schapen in Meerhout nochtans dat ze wel degelijk graag schaap eet. Hoe dat komt? Goede preventieve maatregelen zoals schapennetten met stroom maken het verschil.
400 schapen onaangeroerd in leefgebied Naya
Tussen Beringen en Leopoldsburg, pal in het gebied waar wolvin Naya nu al vier maanden verblijft, graast een kudde van ongeveer 400 schapen in een viertal rasters (3 groepen van een 40-tal rammen en een groep van een 250-tal ooien). Toch is er voorlopig nog geen enkel schaap van deze kuddes gedood. Nochtans staat schapenvlees wel degelijk op het wolvenmenu - en ook op dat van deze wolvin. Via de gegevens van de gps-halsband van Naya werd aangetoond dat ze in de buurt was op het moment dat twee schapen gedood werden in Meerhout.
Waarom worden er op de ene locatie wel, en op de andere locatie geen schapen gegeten? De omheining waarachter de schapen gehouden worden verschilt. In een gebied met roofdieren moet deze omheining niet alleen dienen om de schapen binnen te houden, maar ook om eventuele roofdieren buiten te houden. De ‘omheining’ in Meerhout bestond uit een gracht, een akker en langs een zijde uit een enkele stroomdraad. In het gebied rond Beringen en Leopoldsburg staan de schapen dag en nacht in een afrastering van flexinetten met stroom (zie foto).
Waarop jagen wolven?
Wolven jagen gewoonlijk op middelgrote prooien. In onze regio is dat vooral ree, everzwijn en bever. In het leefgebied van Naya zijn ree en everzwijnen talrijk aanwezig, maar als het voor de wolven eenvoudiger is om vee te pakken te krijgen, zullen ze daar naar overschakelen. De gevoelige soorten blijken dan vooral schapen en in mindere mate geiten te zijn. In zeldzame gevallen kiezen ze voor jonge runderen of paarden. Het komt er dus op aan om de drempel net hoog genoeg te maken dat het voor wolven gemakkelijker is om op wilde soorten te jagen dan op vee.
Hoe schapen beschermen?
In de Alpen en in heel wat andere gebieden waar schapenkuddes van duizenden dieren grazen, worden ze tegen wolven beschermd door herders overdag en door waakhonden ‘s nachts: de patou’s of Pyrenese berghond. In Vlaanderen zijn de kuddes een stuk kleiner en is het kostenefficiënter om ze met een omheining te beschermen.
Hoewel wolven in theorie hoog kunnen springen, blijkt uit onderzoek dat het uit het oogpunt van kostenefficiëntie niet nodig is om een afsluiting te zetten waar roofdieren als wolf en lynx niet over kunnen, maar net voldoende hoog dat ze er niet over willen. De ervaring leert dat lynx en wolf uiterst zelden over een afsluiting springen van respectievelijk 90 en 110 cm hoog. Ze zullen eerder proberen om er onder of tussen de draden door te kruipen.
In Zweden werd een onderzoek uitgevoerd naar de efficiëntie van types omheiningen om wolven buiten te houden. In de periode 2005-2006 werd in 15 wolventerritoria alle landbouwgrond bezocht om na te gaan waar er schapen gehouden werden en in welk type omheining ze stonden.
Van de 484 schapenkuddes waren er 79 die minstens één gedocumenteerde aanval van wolven ondergingen in de periode 1997-2006. Twee types omheiningen bleken veel beter te zijn om wolven buiten te houden: een omheining met 5 (of 4) elektrische draden en schapennet met twee stroomdraden.
Bij goed geplaatste omheiningen waren er slechts 2 gevallen van een aanval van een wolf op een totaal van 199 omheiningen. In zes gevallen konden wolven bij dit type omheining toch nog binnendringen, maar dat was te wijten aan slecht onderhoud of foutieve plaatsing.
Concrete richtlijnen op basis van het Zweedse onderzoek
Concreet wordt in Zweden aangeraden om voor een permanente afsluiting 5 elektrische draden boven elkaar te plaatsen, waarbij de eerste drie 20 cm van de grond of elkaar verwijderd zijn en de bovenste twee 25 cm voor een totale hoogte van 110 cm (zie onderstaande figuur). De andere aangeraden optie is een schapennet (klassieke ursusdraad van 90 cm hoog) met twee elektrische draden waarbij de eerste op 20 cm van de grond aan de buitenkant bevestigd wordt (met afstandhouder van 15 cm) en de tweede op 15 cm boven het schapennet voor een totale hoogte van 105 cm. Voor beide systemen wordt een spanning van minimaal 4.500 V aangeraden.
In het Nederlandse wolvenplan wordt verwezen naar de methoden die in Duitsland als effectief worden gezien, waarvan de eerste twee sterk gelijkaardig zijn aan de Zweedse aanbevelingen:
-
5-draads elektrisch raster, hoger dan 90 cm en een afstand tot de grond kleiner dan 20 cm, of
-
90 cm hoge flexinetten (omheiningen van netten die stroom voeren), spanning groter dan 2000-3000V / 1J, afstand tot de grond kleiner dan 20 cm, of
-
gaas hoger dan 1,20 m, op de bodem met een spandraad afgespannen
Een andere optie (die voor hobbydierhouders wellicht goedkoper is) is om de dieren ‘s nachts op stal te zetten.
De meest gebruikte afsluitingen voor schapen in Vlaanderen, de ursusdraad of enkele stroomdraden, zijn met een paar wijzigingen perfect aan te passen zodat ze aan bovenstaande normen voldoen en niet alleen schapen binnen houden, maar ook wolven buiten houden (zie foto hieronder en tekening hierboven).
Vergoeding én preventie
Een vergoeding voor de door wolven gedode schapen - zoals recent voorgesteld door minister Joke Schauvliege - is belangrijk, maar niet voldoende. De meeste veehouders willen geen enkel stuk vee gedood zien door predatoren. Het is voor hen niet alleen een financiële, maar ook een emotionele kwestie. Daarom is preventie fundamenteel (Boitani 2000). Een vergoeding voor de geleden financiële schade helpt bovendien niet om het aantal aanvallen op vee te verminderen, integendeel. Uit cijfers blijkt dat kuddes die al eens door wolven aangevallen zijn een sterk verhoogde kans hebben om in de toekomst ook aangevallen te worden. De huidige franchise voor wildschade is te hoog (de facto €300), maar bij een schadevergoeding zonder franchise én zonder voorwaarden op het vlak van inpasbare en effectieve preventieve maatregelen zal het aantal conflicten enkel toenemen, en dit zou op termijn het draagvlak voor wolven in Vlaanderen verminderen.
Schadepreventie in Vlaanderen?
Uit de genoemde voorbeelden mag duidelijk zijn dat het wel degelijk mogelijk is om het risico op aanvallen door wolven op vee sterk te verminderen door de juiste preventiemaatregelen te nemen. Natuurpunt verwacht dat de Vlaamse overheid in het wolvenplan zal aangeven welke maatregelen aangeraden worden voor de professionele of hobbyveehouder om schade door wolven te voorkomen en welke steunmaatregelen in het leven geroepen worden om die maatregelen te realiseren.
Meer weten over wolven in Vlaanderen? Herbekijk de webinar over De terugkeer van de wolf van 25 april 2018.
Tekst: Diemer Vercayie & Kristijn Swinnen, Natuurpunt Studie & Natuurpunt Zoogdierenwerkgroep
Foto’s: Chris Dictus & Rollin Verlinde/Vilda
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief