48 uur lang registreerde een camera het waterpeil in Het Zomerklokje, een natuurgebied langs de Kleine Nete in Emblem (Lier). Te zien is hoe water er gebufferd wordt dankzij het natuurherstel van het voorbije jaar.
De rommelige ruimtelijke ordening die we in Vlaanderen geërfd hebben, is geen geschenk. Veel van onze rivieren en beken werden in het verleden rechtgetrokken, verbreed, ingedijkt en voorzien van oeververstevigingen. Dit met als bedoeling water zo snel mogelijk af te voeren om overstromingen te voorkomen en natte valleigronden te ontginnen. Veel natuurlijke overstromingsgebieden werden droog getrokken, volgebouwd of opgehoogd.
Deze ingrepen bleken echter geen oplossing te zijn voor wateroverlast, maar zorgden ervoor dat het probleem van het ene naar het andere gebied verplaatst werd. Wanneer hemelwater niet langer vastgehouden wordt waar het valt en waterlopen hun overtollig water niet tijdelijk kunnen bufferen in hun vallei, krijgen stroomafwaarts gelegen gebieden immers meer water te verwerken, met een verhoogde kans op wateroverlast als gevolg. Bovendien verdween door het droogleggen en volbouwen van valleien heel wat typische valleinatuur en hebben veel waterlopen hun natuurlijk karakter verloren.
Ook de Kleine Netevallei onderging dat lot. Het uitzicht van de vallei is vooral sinds de jaren 1960 drastisch veranderd: van een open landschap met natte graslanden naar een lappendeken van (vaak illegaal gebouwde) koterijen met bijhorende vijvers, met grondoverschotten en (bouw)afval opgehoogde terreinen en ingedijkte waterlopen. Hierdoor nam het waterbergende vermogen af en verdween tegelijk veel valleigebonden natuur.
Dankzij het Europees gesponsorde LIFE-project kon Natuurpunt, samen met de projectpartners provincie Antwerpen en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) sinds 2011 al heel wat fouten uit het verleden herstellen. Beekoevers werden natuurlijker aangelegd, vervallen koterijen werden opgeruimd en in onbruik geraakte recreatievijvers werden vergraven om opnieuw plaats te maken voor echte valleinatuur. In het Zomerklokje werden omdijkte vijvers langs de Molenbeek-Bollaak omgevormd tot een moerassige zone waar de invloed van de waterloop zich opnieuw laat voelen. Iedere getijcyclus stroomt er water in en uit de aangelegde kreken en geulen en bij hoge waterstanden komt het volledige gebied blank te staan. Hier zal zich de komende jaren spontaan wilgenvloedbos ontwikkelen. Deze bossen staan met hun voeten in het water en kan je gerust de “Vlaamse mangrove” noemen. De eerste resultaten laten zich al zien. De belangrijkste vindplaats van het uiterst zeldzame Zomerklokje breidde verder uit en de waterbergende capaciteit nam weer toe.
De belangrijkste vindplaats van het uiterst zeldzame Zomerklokje breidde verder uit in het gebied (foto: Wim Dirckx)
In totaal kan tijdens een normale winter meer dan 550.000m³ water geborgen worden in het gebied. Bij grote overstromingen die zich slechts elke eeuw voordoen, bedraagt dit 3.800.000m³. Op zich al gigantische hoeveelheden water, maar bij een volledig herstel van het gebied stijgt het waterbergend vermogen met nog 15%.
Het natuurherstelproject in de Kleine Netevallei is dan ook nog maar een eerste stap. De klimaatverandering zal niet alleen gepaard gaan met meer neerslag, maar ook met meer neerslagextremen. Om ons daarop voor te bereiden zijn robuustere natuurgebieden nodig. Te veel waterberging in te kleine gebieden kan namelijk een probleem betekenen voor de natuur. Zo kunnen wilgenvloedbossen zo’n extra instroom van water gerust aan, maar zeldzame natuurtypes als dotterbloemgraslanden en moerasspirearuigtes zijn veel gevoeliger voor te intensieve waterberging. Deze graslanden, en de soorten die er leven, zijn aangepast aan winterse overstromingen, maar verdragen minder goed overstromingen tijdens de zomer of de late lente. Het overstromingsregime is onder andere bepalend voor kleine zoogdieren en grondbroedende vogels. Hoe meer ruimte er beschikbaar is voor waterberging, des te natuurlijker het overstromingsregime en des te groter de kansen voor kwetsbare natuur in valleigebieden.
De sleutel om waterberging en natuur te combineren, is de ontwikkeling van robuustere natuurgebieden. In dergelijke gebieden is er voldoende ruimte voor vrije meandering van waterlopen en overstromingen in combinatie met de vaak kwetsbare natuur die daarbij hoort.
Tekst: Wout Opdekamp & Maarten Jacobs, Natuurpunt
Foto’s: Maarten Jacobs, Wim Dirckx, Luc Van de Vijver
Partners:
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief