Afbeelding
Wim Deloddere

Zuidelijke Ralreiger voelt zich thuis in Polder van Kruibeke

19 jul 2016
Categorieën
Natuurbericht

De Ralreiger is een vrij kleine, zuiderse reigersoort met een tropisch uiterlijk: goudbeige met een trosje zwart-witte sierpluimen op de kruin, blauwe snavel en gele poten. In de vlucht schuiven zijn witte vleugels open. Een Ralreiger vinden in België is een uitzonderlijke toevalstreffer, maar dat hij uitgerekend neerstrijkt in de polder van Kruibeke is minder toevallig.

De Ralreiger heeft een verbrokkeld verspreidingsgebied rond de Middellandse Zee, van Spanje tot het Midden-Oosten en Egypte. Hij overwintert ten zuiden van de Sahara en is dus een trekvogel. De eerste waarneming voor België dateert al van juni 1905 in Zoutleeuw (Vlaams-Brabant). Tot 1990 werden er slechts 17 waarnemingen opgetekend. Daarna nam het aantal waarnemingen toe en in de jaren ’90 dook hij bijna jaarlijks wel ergens op. Vanaf 2001 zijn er jaarlijks 1 tot 3 meldingen en daarmee zien we dezelfde trend als bij Koereigers, een soort die zich ondertussen volledig inburgerde en zich zelfs de status van broedvogel toe-eigende. In 2016 maakt de Ralreiger plots wel een heuse sprong, want tot nu toe werden er al acht vogels opgemerkt. Deze waarnemingen werden nog niet geaccepteerd door het Belgian Rare Birds Committee (BRBC), maar aangezien ze allemaal goed fotografisch werden gedocumenteerd, zal dat ongetwijfeld snel gebeuren.

Afbeelding
23naamloos-1.jpg

Ralreigers in België (Bron: BRBC)

Op zondag 17 juli verscheen de zesde vogel in de polders van Kruibeke, waar hij zich fraai laat bekijken, fotograferen en filmen. Hij geniet er van visjes die hij oppikt van tussen de drijvende bladeren van de Gele plomp. Dat levert unieke beelden op.

De Polders van Kruibeke hebben hun waarde na de uitvoerige inrichtingswerken meer dan bewezen. Echt toeval kan je de keuze van deze Ralreiger dus niet noemen. Ook In juni 2005 en 2014 streek hier al eens een exemplaar neer. Maar ook bijzondere broedvogels als Woudaap, Roerdomp, Zomertaling, Rietzanger, Snor en Nachtegaal vinden er sinds de inrichtingen een plaats voor een volwaardig territorium. De laatste jaren nam het aantal uitzonderlijke trekvogels dat er kwam bijtanken tijdens hun route opvallend toe: Zwarte Ibis, Klein Waterhoen, Reuzenstern, Velduil, Roodmus en de bedreigde Waterrietzanger werden er recent waargenomen. Dit jaar deed ook de Bever zijn intrede in dit waardevolle gebied.

Met nog meer soortgelijke gebieden in de omgeving zoals de Kalkense Meersen en de Durmevallei en later ook de SIGMA-gebieden in de drie Netevalleien, zien watervogels almaar meer kansen om België als een volwaardige broed- of stopplaats te gebruiken.

Rustige en waterrijke gebieden met talrijke visjes en amfibieën zijn een must voor de Ralreiger en als het even kan horen daar drijvende waterplanten bij, zoals de Gele plomp. In de toekomst mogen we dit fraaie reigertje wellicht nog meer verwachten en we sluiten zelfs niet uit dat hij ooit zal broeden in ons land. Nu al zijn er broedgevallen opgetekend tot in de Champagnestreek in Frankrijk. De Ralreiger is niet de eerste zuidelijke reiger die zijn broedareaal uitbreidt, eerder zagen we dit al bij de Kleine zilverreiger, de Kwak en de Koereiger. De verbeterende waterkwaliteit en de inrichting van nieuwe watergebieden spelen daarin een sleutelrol, maar ook de verdroging van het zuiden heeft hier een invloed.

Tekst: Gerald Driessens, Natuurpunt Studie
Beelden: Wim Deloddere en Jan Vanwynsberghe