Boerenzwaluw
boerenzwaluw_yves_adams_vilda_2.jpg

Boerenzwaluw (Hirundo rustica)
De boerenzwaluw heeft een schitterend verenkleed met metaalglans, hij voert snelle, sierlijke vluchten uit en is een opvallende en welkome verschijning tijdens de zomermaanden.
Hoe kan je de boerenzwaluw herkennen?
- Lichaamslengte tussen 17 en 21 centimeter
- Metaalblauwe veren op de bovendelen
- Witte onderzijde met roodbruine keel en zwarte borstband
- Staart met lange buitenste staartpennen, dus diep gevorkte staart
Hoe klinkt de boerenzwaluw?
Vrolijk snel gekwetter met af en toe een rateltje. Er wordt meestal gezongen vanaf een telefoondraad of een dakgoot.
Wat eet de boerenzwaluw?
Tijdens het vliegen pikt de boerenzwaluw met zijn breed geopende bek allerlei insecten als muggen, motten en kevertjes uit de lucht. Om te drinken scheert hij rakelings over het wateroppervlak en dipt dan de ondersnavel in het water.
Waar leeft de boerenzwaluw?
De boerenzwaluw komt voor op alle continenten. Overwinteren doet hij in het zuiden. Tijdens het broedseizoen verblijft hij noordelijker, soms zelfs tot voorbij de poolcirkel.
Hoe plant de boerenzwaluw zich voort?
Zoals zijn naam al verklapt maakt de boerenzwaluw het liefst zijn nest in stallen met vee, maar ook onder bruggen en afdaken, of soms zelfs in woonkamers bij de mensen thuis. Zolang hij maar de garantie heeft dat hij in en uit kan vliegen. Het nest is komvormig en is opgebouwd uit modder, bekleed met strohalmen. Meestal heeft de boerenzwaluw twee legsels per jaar.
Hoe krijg je de boerenzwaluw te zien?
De boerenzwaluw voelt zich thuis in landbouwgebieden, waar hij in het open landschap op zoek kan gaan naar voedsel. Door de hervormingen in de Vlaamse landbouw wordt het voor de boerenzwaluw echter steeds moeilijker om een goede nestplaats te vinden. Vee staat vaak op roosters en schuren zijn minder toegankelijk geworden. De soort staat op de Vlaamse rode lijst dan ook geregistreerd als ‘achteruitgaand’.
Weetjes over de boerenzwaluw
- De meeste vogels keren ieder jaar terug naar hetzelfde nest.
- Er bestaan in de Vlaamse dialecten heel wat bijnamen voor de boerenzwaluw zoals ‘zwalum’, ‘zwolm’ en ‘zwalie’.
- Jonge vogels verlaten het nest al na ongeveer eenentwintig dagen.
Wat kan jij doen voor de boerenzwaluw?
Landbouwers kunnen stallen aantrekkelijker maken door latjes, broedplankjes of kunstnesten aan te brengen op plaatsen waar marters of de poes niet bij kunnen. In de maanden april en mei hebben ze behoefte aan een modderpoel, maar een nat karrenspoor volstaat daarvoor al.