14 Vaak Gestelde Vragen over de eikenprocessierups
eikenprocessierups_-_paul_en_marianne_-_waarnemingen.jpg

De processierups
Niets leuker dan de natuur in te trekken. Maar wie dat de komende weken doet, kan op sommige plaatsen misschien beter een beetje opletten. Een picknick onder eiken kan wel eens jeuk tot gevolg hebben. De overlastperiode van de processierups is van start gegaan. We beantwoorden de 14 meest gestelde vragen over de processierups.
- Waarom is de eikenprocessierups een probleemsoort?
- Hoe herken je een eikenprocessierups?
- Waar komt de eikenprocessierups in Vlaanderen voor?
- Waarom zijn er nu veel meer processierupsen dan pakweg vijf jaar geleden?
- Kan je eikenprocessierupsen ook op andere bomen aantreffen?
- Is de eikenprocessierups een exoot?
- Moet de eikenprocessierups bestreden worden?
- Indien bestrijding nodig is, wat is de meest aangewezen bestrijdingsmethode?
- Wat kan je zelf doen om overlast te voorkomen?
- Kunnen natuurlijke vijanden de overlast niet oplossen?
- Bestaat er een wondermiddel tegen de jeuk?
- Wat is eigenlijk het nut van processierupsen?
- Hoe zit het met de dennenprocessierups?
- Zijn er nog andere harige rupsen waarover we onze zorgen moeten maken?
1. Waarom is de eikenprocessierups een probleemsoort?
De eikenprocessierups is een rups die bezet is met opvallende witte haren. In tegenstelling tot de meeste andere harige rupsen bezit ze ook brandharen. Als je huid in contact komt met die brandharen, veroorzaakt dat huidirritatie. Dat contact kan gebeuren door de rups aan te raken, maar rupsen kunnen die brandharen ook verliezen. De minuscule haartjes komen dan bijv. in het gras of op de grond onder de eiken terecht. Wie daar dan gaat liggen, komt onbewust ook in contact met die haren: de uitslag merk je pas nadien op. In tegenstelling tot bij brandnetels is er geen onmiddellijke prikreactie.
De overlastperiode start gewoonlijk in de tweede helft van mei en piekt in juni. In juli verpoppen de rupsen, maar het blijft oppassen voor spinselnesten die nog maanden aan de bomen hangen en vol brandharen zitten.
eikenprocessierups_-_henri_paye_-_waarnemingen.jpg

2. Hoe herken je een eikenprocessierups?
De eikenprocessierups is een rups die tot ca. 3 cm lang wordt. De rups heeft grijze flanken, een donkere rugzijde en een zwart kopje. Bij volgroeide rupsen vallen de lange witte haren op.
Processierupsen leven in groep. Overdag verschuilen de rupsen zich in een spinselnest. Die bestaat langs de buitenkant uit witte, spinnenwebachtige draden. Soms kan dit spinselnest de grootte van een kleine voetbal krijgen, meestal is het kleiner. Ook het popstadium wordt doorgebracht in dat spinselnest: als de vlinders zijn uitgevlogen, blijven de lege rupsenhuidjes (met de brandharen) achter in dat spinselnest.
3. Waar komt de eikenprocessierups in Vlaanderen voor?
Eikenprocessierupsen komen voor in eikendreven, eikenbossen en solitaire eiken in de oostelijke helft van Vlaanderen. Ze hebben een sterke voorkeur voor zandgronden. De hoogste dichtheden vinden we in de Kempen maar ook in Oost-Vlaanderen wordt de processierups aangetroffen in het noorden van de provincie (bijv. regio Wachtebeke). In West-Vlaanderen werden al wel zwervende processievlinders waargenomen, maar is er nog geen voortplanting vastgesteld. In de hele Leemstreek ontbreekt de eikenprocessierups.
4. Waarom zijn er nu veel meer processierupsen dan pakweg vijf jaar geleden?
De eikenprocessierups kent een cyclisch populatieverloop: als er jaren lage aantallen zijn, begint de populatie stilaan te groeien. Jaar na jaar worden ze talrijker en talrijker, tot ze een piek bereiken (dat lijkt dit jaar het geval te zijn). Daarna nemen ze weer af om weer een aantal jaren in lage aantallen voor te komen.
5. Kan je eikenprocessierupsen ook op andere bomen aantreffen?
Eikenprocessierupsen leven in Vlaanderen vrijwel uitsluitend van inheemse eiken. Enkel wanneer (in extreme omstandigheden) zomereiken compleet kaalgevreten zijn, durven ze ook overschakelen op Amerikaanse eik. Bij hevige wind kunnen rupsen uit bomen waaien en op andere planten of struiken terecht komen. Dat betekent niet dat ze ook van die planten eten.
6. Is de eikenprocessierups een exoot?
Nee, de eikenprocessierups is inheems in ons land. Al in het begin van de twintigste eeuw op de eerste Belgische vlinderlijst uit 1837 werd ze op diverse locaties gevermeld. Ze verdween vervolgens, maar na enkele decennia afwezigheid dook ze in de loop van de jaren 1970 terug op in verschillende Kempische gemeenten. Je kan ze dus niet vergelijken met de buxusmot, die vanuit Oost-Azië is ingevoerd in ons land.
7. Moet de eikenprocessierups bestreden worden?
Het is onmogelijk en ongewenst om de eikenprocessierups volledig uit te roeien in Vlaanderen. Maar op plekken waar veel mensen passeren kan de overlast hinderlijk zijn; lokale bestrijding is daar een optie. We hebben het dan vooral over straatbomen, langs fietspaden of bomen in parken. In bossen en natuurgebieden is bestrijding niet wenselijk en niet haalbaar.
8. Indien bestrijding nodig is, wat is de meest aangewezen bestrijdingsmethode?
Preventieve bestrijding, waarbij de bomen bespoten worden met een bacteriepreparaat. Als dat op het juiste tijdstip en in de juiste omstandigheden wordt toegepast, sterven de processierupsen daardoor vooraleer ze lastige brandharen ontwikkelen. Helaas is er bij deze methode veel ‘collateral damage’: alle rupsen die op eiken leven in die periode, sterven. En dat zijn er best veel: rupsen van ondermeer wintervlinders, eikenpages, herfstspinners en voorjaarsuilen. Die rupsen dienen bovendien als bulkvoedsel voor zangvogels, die in dezelfde periode hun jongen grootbrengen. En hoewel het product biologisch is, is het schadelijk als het in waterlopen terecht komt. Daarom worden aan het gebruik van dit product (enkel toegelaten voor professionelen, niet voor particulieren) strikte voorwaarden verbonden. Zowel de provincie Antwerpen als Limburg beschikken over goede afwegingskaders die gemeentebesturen moeten volgen. Preventieve bestrijding moet tot een minimum beperkt worden.
Machinale bestrijding van de spinselnesten. Als de hinderlijke rupsen zich schuilhouden in het spinselnest, kunnen ze op twee manieren verwijderd worden:
Wegbranden. Dit gebeurt eveneens door professionelen. Bij het verbranden van de rupsen kunnen evenwel brandharen vrijkomen. Het dragen van beschermingskledij is een must.
Wegzuigen. Rupsennesten kunnen worden opgezogen met industriële stofzuigers. Deze manier wordt in 2020 op heel wat locaties toegepast. Er is minder kans op vrijkomen van haren dan bij het branden.
Zowel bij het branden als het wegzuigen is er geen ongewenste nevenschade, noch voor de boom, noch voor andere insecten die op de boom leven. Indien er echt bestreden moet worden, is Natuurpunt dan ook voorstander van machinale bestrijding.
9. Wat kan je zelf doen om overlast van de processierups te voorkomen?
Het is helaas onmogelijk om te vermijden dat er processierupsen opduiken op een bepaalde boom. Eikenbomen verwijderen is een erg drastische en onwenselijke oplossing. Op geen enkele andere boomsoort leven zoveel dieren als op een inheemse eik.
Voor mezen, vinken en andere zangvogels zijn eiken in het voorjaar een buffettafel, waar ze een massa spinnetjes en allerhande rupsen op aantreffen. Als je de omgeving van de boom natuurvriendelijk inricht, krijgen parasieten en predatoren (zoals mezen) meer kansen om de plaag in te dijken.
10. Kunnen natuurlijke vijanden de overlast van de processierups niet oplossen?
Processierupsen worden belaagd door parasieten en predatoren. De parasieten zijn vooral sluipvliegen: er zijn twee soorten sluipvliegen waarvan de larven zich enkel in processierupsen ontwikkelen. Daarnaast worden processierupsen ook gegeten door andere dieren. De meeste vogels mijden harige rupsen, maar diverse waarnemingen geven aan dat koolmezen wel een processierups lusten. Ook bestaat er een loopkever die op de rupsen jaagt: de grote poppenrover -helaas is die uitgestorven in Vlaanderen. Zowel de parasieten als de predatoren zorgen voor lagere aantallen rupsen, dat staat buiten kijf. In welke mate zij een plaag kunnen indijken, vormt het onderwerp van een LIFE-project dat in september 2020 start.
11. Bestaat er een wondermiddel tegen de jeuk van de processierups?
Helaas bestaat er geen wondermiddel. Bij lichte jeuk kan een zalfje helpen, bij extreme uitslag zijn medicijnen (in de vorm van pilletjes) meer aangewezen. Het is dus vooral zaak om contact met die brandharen te vermijden. Ga niet zitten of liggen onder eiken waarin de rupsennesten zitten. De was buiten hangen in een tuin waarlangs eiken met rupsen staan is ook niet aan te raden.
12. Wat is het nut van processierupsen?
Soortgelijke vragen krijgen we vaak in verband met allerlei weinig populaire soorten. Wat is het nut van eksters, of van muggen? De vraag doet denken aan een middeleeuwse visie op natuur. Eeuwen geleden werden soorten ook ingedeeld in twee categorieën: nuttige en nutteloze. De processierups is niet geschapen ten dienste van de mens, ze is een product van duizenden jaren evolutie. Elke soort heeft, op zijn manier, wel relaties met andere soorten en is op die manier nuttig als element in haar ecologische context. Processierupsen worden geparasiteerd door sluipvliegen. Ze kunnen als voedsel dienen voor sommige zangvogels, of larven van andere insecten zoals bepaalde lieveheersbeestjes. Als mot worden ze gegeten door vleermuizen. In de natuur hebben zelfs processierupsen hun plekje.
13. Hoe zit het met de dennenprocessierups?
In 2019 verschenen vooral in Nederlandse media onheilspellende berichten over een nieuwe plaagsoort: de dennenprocessierups. Dat is het mediterrane broertje van de eikenprocessierups die op dennen leeft en eveneens is uitgerust met irriterende brandharen. In tegenstelling tot wat Nederlandse media beweren, komt de dennenprocessierups helemaal niet in ons land voor. De dichtstbijzijnde populaties bevinden zich in de regio Parijs. Of de soort ooit in ons land zal opduiken, valt nog af te wachten.
14. Zijn er nog andere harige rupsen waarover we onze zorgen moeten maken?
Ook sommige andere nachtvlindersoorten hebben harige rupsen. Veelvoorkomende soorten zijn de hageheld, de rietvink en de plakker. Tenzij je een overgevoelige huid hebt, veroorzaken die rupsen geen irritaties.
Waarvoor je wel moet opletten, is de rups van de bastaardsatijnvlinder. Die leeft in de kustduinen en het Antwerpse havengebied; de rupsen maken spinsels in struiken zoals duindoorn. Contact met deze rupsen veroorzaakt irritatie en jeuk.
Vraag je gratis vlindergids aan
Maak van je tuin een vlinderparadijs!
Leer onze meest voorkomende vlinders vlot herkennen en ontdek met welke planten je de vlinders echt een plezier doet. Vraag je gratis vlindergids aan en ga aan de slag met onze tips.