Aalscholver
vilda_57125_aalscholver_spreidt_vleugels_yves_adams_a8_40471.jpg

De aalscholver (Phalacrocorax carbo)
De aalscholver is een grote, zwarte, visetende vogel. De soort broedt opnieuw in Vlaanderen sinds 1993 en kende daarna een sterke toename. Je vindt de aalscholver meestal op zee en in meren en ziet hem op zonnige plekken zitten met gespreide vleugels. Dat doet hij om zijn vleugels te laten drogen.
Hoe herken je de aalscholver?
- grote, zwarte vogel met lange, dikke hals
- zwarte, bronsgetinte schubtekening op vleugels
- witte dijvlek (enkel in het broedseizoen, verdwijnt vaak al in juni)
- forse, lichtgrijze snavel
- naakte huid aan basis van ondersnavel geel, omgeven door wit
Hoe klinkt de aalscholver?
Bron: Xeno-Canto.org
Wat eet de aalscholver?
Aalscholvers eten bijna uitsluitend vis. Hierbij werd geen voorkeur vastgesteld voor bepaalde vissoorten: aalscholvers eten wat ze kunnen vangen. Snellere soorten zijn moeilijker vangbaar dan tragere. Ook de grootte is van belang: kleinere soorten/individuen kunnen gemakkelijker worden doorgeslikt dan grotere, al gebeurt het regelmatig dat aalscholvers (te) grote vissen vangen die ze dan niet krijgen doorgeslikt. Een volwassen aalscholver eet per dag gemiddeld 500 gram vis. Die hoeveelheid kan echte sterk variëren doorheen het seizoen. Vissen worden integraal ingeslikt en verteerd. Grotere en dikkere visbeenderen kunnen vaak niet volledig worden verteerd en worden dan halfverteerd uitgebraakt in braakballen. De jongen worden gevoed door de oudervogels die het halfverteerde voedsel opbraken.
Waar leeft de aalscholver?
Hoe plant de aalscholver zich voort?
In België broeden aalscholvers alleen in bomen maar in andere landen wordt ook gebroed op rotskliffen, op elektriciteitsmasten of op de grond. In grotere boomkolonies sterven de broedbomen vaak af als een gevolg van de uitwerpselen van de aalscholvers. In de eerste weken van februari worden de eerste nesten bezet en worden de eerste eieren gelegd. Nestbouw verloopt echter sterk gespreid over het ganse broedseizoen en kan tot in juni plaatsvinden, op het ogenblik dat elders in de kolonie de eerste jongen al zijn uitgevlogen. De jongen worden gevoed door de oudervogels die het halfverteerde voedsel opbraken. Het voedsel voor de jongen wordt doorgaans gezocht in een straal van 15 tot 20 km rond de broedkolonie.
Hoe krijg je de aalscholver te zien?
Aalscholvers kan je het hele jaar door in Vlaanderen waarnemen. Je kan de soort gemakkelijk waarnemen in de broedkolonies, die worden bezet vanaf de eerste weken van februari. Bekende, grote kolonies vind je o.a. in de oude eendekooi van Merkem, in het Broek De Naeyer in Willebroek en in de Bourgoyen-Ossemeersen in Gent. Sommige aalscholvers trekken in het najaar weg richting zuid, terwijl andere dicht in de buurt van de broedgebieden blijven. Tijdens die najaarstrek kan je op sommige dagen (vooral in de eerste helft van oktober) grote aantallen (vaak in V-formatie) zien overvliegen. Het Belgisch dagrecord werd gerealiseerd op 7 oktober 2012, toen op de trektelpost van de Opstalvallei 3.212 overtrekkende aalscholvers werden geteld.
Weetjes over de aalscholver
- Door een sterke naoorlogse vervolging (o.a. omkappen van nestbomen) verdween de aalscholver als broedvogel in Vlaanderen in 1965. Het duurde tot 1993 vooraleer de soort zich weer vestigde (in Woumen en Rijkevorsel). Daarna is het bijzonder snel gegaan en is zowel het aantal broedplaatsen als het aantal broedparen sterk gestegen. In 2014 werden in Vlaanderen al 1.365 nesten geteld.
- In 2006 werd in Oekraïne de grootste gekende aalscholverkolonie ontdekt, goed voor 14.200 nesten.
- Aalscholvers duiken doorgaans tot 10 meter diep. Het diepterecord werd vastgesteld in hvisnetten op een diepte van 75 meter.
- Aalscholvers zitten vaak met uitgespreide vleugels op een rots, ponton, paal, op de grond of in een boom. Er bestaan heel wat theorieën over de reden van dit opvallend gedrag maar algemeen wordt aangenomen dat ze dit doen om hun verenkleed te laten drogen.
- Aalscholvers die met gespreide vleugels op paaltjes zitten werden door de Scheldevissers vaak vergeleken met predikende religieuzen. De katholieken noemden de vogel daarom ook ‘dominee’, de protestanten hielden het op ‘paster’. Ander volksnamen waren o.a. ‘meerkraai’, ‘moddergans’, ‘stinker’, ‘zeeraaf’ en ‘schollevaar’ (een anagram van aalscholver).
- In China en Japan wordt nog steeds op een traditionele manier zoetwatervis gevangen met afgerichte aalscholvers. 's Avonds gaan vissers met kleine bamboe vlotjes het water op. Vissen worden gelokt door het licht van toortsen of lampions die aan het vlot zijn vastgemaakt. Op de rand van het vlot staat een aantal aalscholvers die met een touw aan het vlot zijn vastgemaakt. Wanneer de aalscholvers in het water worden gelaten, duiken die naar de vissen die zich om het vlot hebben verzameld. Doordat rond de hals een ring werd aangebracht, kunnen de aalscholvers de gevangen vis niet doorslikken. Van zodra de vogel genoeg vis in zijn hals heeft verzameld, haalt de visser de vogel weer aan boord en wordt de halsinhoud geleegd in een rieten mand. Naar Chinese begrippen zijn getrainde aalscholvers een vermogen waard, van 260 euro voor een doorsnee vogel tot 400 euro voor ervaren exemplaren.
Natuurpunt en de aalscholver
Aalscholvers kunnen een negatieve impact hebben op lokale visbestanden. De omvang van die impact varieert sterk: op sommige plaatsen kan dit aanzienlijk zijn, op andere plaatsen is die verwaarloosbaar of onbestaande. Klassieke visvijvers vormen voor aalscholvers vaak een ideale plek om te foerageren omdat die doorgaans ondiep zijn, er een onnatuurlijk hoge dichtheid aan vis aanwezig is en nauwelijks schuilplaatsen voor vissen aanwezig zijn. Wanneer een groep aalscholvers op zo’n visvijver neerstrijkt, kan het financiële verlies voor vissers en viskwekers hoog oplopen. De visserij is dan ook vragende partij om aalscholvers te mogen verdelgen. Momenteel staat de aalscholver opgenomen in categorie 2 van het Soortenbesluit. Dit betekent dat het o.a. verboden is om aalscholvers opzettelijk te doden, opzettelijk te vangen of opzettelijk en betekenisvol te verstoren, vooral tijdens de broedperiode, de overwintering en tijdens de trek. Van deze beschermingsmaatregelen kan echter worden afgeweken, o.a. ter voorkoming van belangrijke schade aan de visserij. Het probleem hierbij is dat het Soortenbesluit niet aangeeft wat moet worden verstaan onder ‘belangrijke schade’. Natuurpunt vindt dat de aalscholver in Vlaanderen een beschermde soort moet blijven, die onder geen beding mag worden verdelgd of verstoord. Natuurpunt pleit voor visvijvers met natuurlijke dichtheden aan vis met veel schuilplaatsen (o.a. in dichte rietkragen). Indien het aanbod aan gemakkelijk te vangen vis op specifieke locaties (= visvijvers) daalt, zullen aalscholvers zich meer verspreiden over gans Vlaanderen en zal de financiële schade per locatie lager liggen en aanvaardbaar worden.
Meer weten?
Samen vissen
Wanneer de aalscholver zijn kolonie verlaat om te gaan vissen, zie je hem vaak overvliegen in rijtjes. Soms jaagt hij in grote groep, en dan werken de aalscholvers actief samen om zo efficiënt mogelijk vis te vangen. Vis wordt gevangen door te duiken en meestal worden de prooien onder water al opgegeten. Bij voorkeur eet hij voorn, baars, snoekbaars en paling. De aalscholver eet dagelijks zeker 500 gram vis.
Over het algemeen is het een stille vogel, maar in kolonies produceert de aalscholver allerlei kwakende en krakende binnensmondsegeluiden.
Beschermde soort
In de volksmond wordt de aalscholver ook wel eens scholver, scholverd, schollevaar of koolgans genoemd.
Volgens de Europese Vogelrichtlijnen is het een beschermde soort. In Vlaanderen broedde er in 2000 volgens het INBO ongeveer 600 aalscholverparen. In Vlaanderen is de aalscholver zowat overal te vinden.
In de winterperiode verblijven er zo'n 5.000 en die hebben dagelijks 2,5 ton vis nodig om in leven te blijven.
In 2008 en 2009 barstte een hevige strijd los tussen vogelbeschermers en sportvissers over de vraag of de aalscholver een beschermde vogelsoort moet blijven.